Een nieuwe machine of andere manier van werken: je medewerkers moeten ermee overweg leren gaan. Het belang van bijscholing op de werkvloer.
Een nieuwe machine op het werk betekent dat werknemers moeten leren hoe ze ermee om moeten gaan. Dan je moet nadenken over vragen als: wie volgt er een opleiding of cursus om de nieuwe machine, zoals een 3D-printer, een heftruck of zelfs een fonkelnieuwe tram, te leren bedienen? Wat is er precies voor nodig om van die bijscholing een succes te maken? En hoe zorg je er als werkgever voor dat je werknemers écht iets nieuws leren? De Haagse vervoersmaatschappij HTM geeft een kijkje in de keuken en laat in een filmpje van de online-campagne Hoe Werkt Nederland? aan geïnteresseerde werkgevers en werknemers zien hoe zij het aanpakken.
Leven lang leren
De cijfers laten aan duidelijkheid niets te wensen over: met 1,6 miljoen Nederlanders die volgens het CBS aan bijscholing doen, lijkt het onderwerp van een leven lang leren belangrijker dan ooit. Bijna 1 op de 5 Nederlanders in de leeftijd van 25 tot 65 jaar geeft aan dat ze een opleiding of cursus hebben gevolgd voor hun werk of vrije tijd.
Nederland staat daarmee in de Europese top 5 van een leven lang leren, aldus het CBS. Dat we bijscholing belangrijk vinden in Nederland is logisch, omdat de dynamische arbeidsmarkt van zowel werkgevers als werknemers vraagt dat professionals zich aanpassen aan veranderingen. Continue bijscholing is een goede manier om om te gaan met die veranderingen en om te leren hoe je een nieuwe machine gebruikt.
Bijscholing in verschillende sectoren
De meeste werkenden die een opleiding of cursus volgen, hebben een baan in de financiële sector (met bijna 31 procent), in het onderwijs (bijna 29 procent), de gezondheids- en welzijnszorg en de overheid (beide ongeveer 26 procent). Dat komt onder andere, schrijft het CBS, omdat in een deel van die sectoren bijscholing verplicht is. Denk aan beroepen als advocaat, huisarts of psycholoog.
In andere sectoren, zoals de landbouw, wordt minder aan een leven lang leren gedaan (bijna 10 procent). Bijscholing is niet altijd noodzakelijk in ieder beroep. Een metselaar heeft de meeste kennis al in huis en zal mogelijk minder snel bijscholing nodig hebben, maar het kan wel voorkomen en het kan bovendien nuttig te zijn om op als leidinggevende en/of werknemer op die manier te investeren in werknemers.
Bijscholing in de praktijk
Dat zijn de cijfers, maar hoe ziet zo’n cursus om een nieuwe machine onder de duim te krijgen er eigenlijk uit in de praktijk? Sinds dit jaar rijdt er in Den Haag een nieuwe stadstram. De Haagse vervoersmaatschappij HTM laat in een uniek en inspirerend filmpje zien hoe trambestuurders de nieuwe machine, onder de werknemers ook wel bekend als de ‘Ferrari van HTM’, onder de knie krijgen middels bijscholing.
HTM heeft eerder dit jaar op onder andere de tramlijn richting Scheveningen de nieuwe stadstram geïntroduceerd, die weer net even anders werkt dan de voorgangers. Trambestuurders die soms al tientallen jaren werken bij HTM krijgen in kleine groepjes van diverse leidinggevenden en trainers een theoretische en praktijkgerichte opleiding om de nieuwe machine te kunnen gebruiken om reizigers te kunnen vervoeren.
De 39-jarige trambestuurder Fouzi Elkhayari, een van de werknemers die zo’n opleiding volgt voor de nieuwe stadstram, noemt het “de Ferrari van HTM”. “Het is een geweldige ervaring en een eer om er aan mee te doen. Rijden deden we natuurlijk al op de oude trams, maar we moeten nu vertrouwd raken met de knopjes en de besturing. Zodat passagiers niet denken: ben je vandaag voor het eerst begonnen?” Het is de bedoeling dat straks iedere trambestuurder van HTM kan omgaan met de nieuwe stadstram. Bekijk hier het filmpje:
Over de campagne
De Facebook-pagina Hoe Werkt Nederland? besteedt meer aandacht aan de veranderingen op de werkvloer en wat de gevolgen zijn voor werkgevers en werknemers. Op die plek kunnen mensen met elkaar in gesprek gaan over de veranderende arbeidsmarkt. Iedereen kan meedenken. De campagne verzamelt verhalen en oplossingen van werknemers en werkgevers met het doel elkaar te inspireren. Op de Facebook-pagina van de campagne denken meer dan 30.000 fans mee over uitdagingen en kansen van werkgevers en werknemers.
