Ondanks het figuurlijke bloedblad in de winkelstraten, zijn sommige retailers toch nog succesvol. Hoe doen ze dat toch?
Op het allereerste Retail & Brands Festival, dat afgelopen donderdag werd gehouden, bleken er best nog wat lichtpuntjes in de gemiddelde winkelstraat te vinden. ‘Met dit festival willen we weer wat vrolijkheid brengen in een branche waarin slecht nieuws momenteel overheerst’, aldus Donovan van Heuven, hoofdredacteur van Retailtrends media. Samen met eventorganisator CuriousYou werd het evenement opgezet voor de retailbranche. 600 bezoekers kwamen opdagen tijdens de eerste editie van het festival.
Casual chique
Het festival vond donderdag plaats op evenementenlocatie DeFabrique in Maarssen. Het industrieterrein maakt op het eerste oog weinig indruk, maar eenmaal binnen is de sfeer anders. Een klein binnenplein staat bepakt met (young) professionals, gekleed in strakke spijkerbroeken met gestreken blousjes en nette schoenen. De vrouwen dragen jurken met hoge hakken of soms sneakers. Bijna alleen de sprekers zijn volledig in pak gekomen. De dresscode is casual chic voor de overige bezoekers. Dat is ook niet gek, want de bezoekersleeftijd ligt gemiddeld tussen de 25 en 45 jaar.
Mix van oud en nieuw
De hele dag zijn er presentaties, van zowel gevestigde namen binnen de retailbranche als de rookies en startups. ‘We hebben bewust gekozen voor die mix van sprekers’, vertelt organisator Van Heuven. ‘Juist omdat het voor grote bedrijven vaak lastig is om te innoveren. Soms betekent dat namelijk dat ze van iets ‘ouds’ afscheid moeten nemen en dat vinden ze lastig. Bij jongere bedrijven gaat dit makkelijker.’ Innovatie is dus één pijler waarop de sprekers gekozen werden, daarnaast werd er ook gekeken naar de dynamiek van een bedrijf.
‘Het is voor grote bedrijven vaak lastig om te innoveren'
Vertegenwoordigers van grote namen als Google en Ikea trekken volle zalen. Toch zijn hun presentaties niet per se beter dan de speech van bijvoorbeeld Daan Weddepohl (Peerby) of zelfstandig ondernemer Ramon Vullings. Zij vullen hun toespraken vooral in met inhoud, waar de grotere bedrijven al snel terugvallen op hun geschiedenis en cijfers. Zo geeft cross-industry innovatie-expert Ramon Vullings de bezoekers de tip om eens op SlideShare te zoeken naar presentaties over een onderwerp waar je op dat moment mee bezig bent. Daar ligt namelijk een ‘schat aan gratis informatie’.
Van massaproductie naar netwerk
Oprichter van deelplatform Peerby, Daan Weddepohl, denkt dat we in de toekomst producten maken op basis van gedeeld gebruik. ‘Hebben we echt 100 grasmaaiers nodig in één wijk?’, vraagt hij aan het publiek. ‘We gaan van massaproductie naar netwerk. Vroeger maakten we alles voor de massa door middel van massaproductie, nu gaan we naar gedeeld gebruik van producten via een enorm netwerk.’ Of meerdere netwerken, waarvan Peerby er een is. Andere bekende ‘netwerken’, ofwel deelplatformen, zijn Uber en AirBnB.
‘Hebben we echt 100 grasmaaiers nodig in één wijk?’
Mensen consumeren tegenwoordig anders en bedrijven moeten daarop inspelen met andere businessmodellen om het hoofd boven water te houden. Daardoor is de toekomst niet meer te voorspellen, aldus Weddepohl. Waar we vroeger de economie in kaart brachten en dat lineair doortrokken naar de toekomst, is het nu niet meer te berekenen.
Leerzame lessen
Andere partijen hadden het voornamelijk over hun successen en wat daarvan te leren valt. Zo vertelde Roland Palmer van Alibaba dat ze tijdens het Single’s day online shopping festival vorig jaar 467 miljoen pakketten hebben bezorgd binnen 24 uur en daarmee zo’n 14,3 miljard dollar ophaalden. Zet dat af tegen een jaaromzet van 485 miljard dollar (2015) en 35 miljoen bezorgde pakketten per dag. Dan heb je een goede verkoopdag gehad. Het online shopping evenement wordt sinds 2013 georganiseerd, waarbij er 24 uur lang online kortingen tot 50 procent worden gegeven. Een succesvol evenement voor je doelgroep organiseren kan dus voor een flinke omzet zorgen, was de boodschap van Palmer.
'We hadden binnen twee jaar 100.000 Instagram-volgers'
Emile Ruempol van Hema koos ervoor om te vertellen over hun succes op social media en de uitbreiding van Hema naar het buitenland. Dat ging ook niet direct goed, want ‘Duitsers willen helemaal geen rookworst, die willen braadworst! En dat is toch echt iets anders’, lacht Ruempol. In Frankrijk was het succes van Hema groter: eigenlijk dat van medewerker Fanny Tadou, ‘die ervoor heeft gezorgd dat Hema binnen twee jaar 100.000 Instagram-volgers heeft’.
Duitsers willen helemaal geen rookworst, die willen braadworst!'
Via social media kwam het verzoek binnen om een nieuwe winkel te openen in Lyon. ‘Blijkbaar hadden de inwoners behoefte aan een Hema-vestiging op die plek’, vertelt Ruempol. Zo gezegd, zo gedaan. ‘We moesten mensen in groepjes naar binnen laten, omdat het binnen zó vol was. Na drie dagen moesten we de winkel alweer dichtgooien. Onze handel was op.’ Ruempol dankt het succes van deze vestiging aan het directe contact dat het bedrijf heeft met hun doelgroep via social media.
Samenwerken
Er werd niet alleen naar de toekomst gekeken, maar ook naar het verleden. ‘De oprichter van Ikea, Ingvar Kamprad, begon het warenhuis met een klein houten huisje in zijn eigen achtertuin’, vertelt Ikea's country manager Nederland Lena Herder. Op de achtergrond verschijnt een zwart-wit foto van een tuin met een huisje, dat doet denken aan een wc-hokje van vroeger. Daar startte Ikea in 1943. Nu is de essentie van Ikea ‘samenwerken en de medewerkers voorop stellen’, vertelt Herder. ‘If you want to move fast, move alone. If you want to move far, move together.’ De leiderschapsstijl die daar volgens Herder bij hoort, is per individu kijken naar de potentie van een medewerker in plaats van de prestaties.
If you want to move fast, move alone. If you want to move far, move together.’
Een andere succesfactor van Ikea is volgens Herder de ‘diepgaande kennis die we hebben van het thuisleven van mensen’. Daarin wordt ook geïnvesteerd. ‘Ik was laatst op bezoek bij een andere vestiging en werd door een van de medewerkers thuis uitgenodigd bij zijn gezin. Ik heb daar de hele dag doorgebracht en bekeken hoe het gezin leeft, van eten en spelen tot bedtijd. De kennis die we zo opdoen wordt ingezet om het thuisleven van mensen nog beter te maken.’ De research die Herder deed binnen de doelgroep werd direct doorvertaald naar relevantie voor het bedrijf.
Ikea en I-did
Herder had ook nog een scoop voor de media: Ikea gaat samenwerken met I-did, een modebedrijf dat producten maakt van gerecyclede grondstoffen. Die producten worden gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.