Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De cfo grijpt de macht

De ceo is misschien zichtbaarder, maar de moderne cfo is haast even machtig. Hoeveel invloed heeft de huidige cfo?

Boekhouders zijn saai en aartsconservatief. Dat is het – nauwelijks gechargeerde – beeld dat aan de boekhouder en zijn erfopvolger in de board, de chief financial officer (cfo) kleeft. Hoe anders is de realiteit anno 2010. ‘De man van het geld’ opereert al lang niet meer op de achtergrond, maar bevindt zich in het hart van de bedrijfsvoering. De cfo vetoot zelfs geregeld operationele activiteiten die voorheen het exclusieve domein van de andere c-level bestuurders waren. De cfo is allang niet meer de man of vrouw die de cijfers mag presenteren als de anderen het geld hebben uitgegeven. Voortaan is de cfo zelf het centrum van de macht, en is hij de positie van de ceo bijna genaderd.

Geen grote stap

De grote push in de verantwoordelijkheden van de cfo dateert van zo’n 10 jaar geleden. toen werd de International Finance and Regulation Standard, beter bekend onder de afkorting ifrS, geïntroduceerd. “Dat is hét moment geweest dat de cijfers veel nauwkeuriger de bedrijfseconomische werkelijkheid zijn gaan beschrijven”, blikt arnoud van tulder terug. Van tulder is op dit moment nog cfo van cryo-Save. In mei wordt hij er ceo.

Risicobewustzijn

Van tulders visie weerspiegelt de veranderde rol van de cfo binnen de board. Van de ‘man die altijd op de rem staat’ tot de man (of vrouw natuurlijk) die de eindverantwoordelijkheid gaat dragen. “Binnen een board is de cfo de bestuurder met het hoogste risicobewustzijn”, zegt hij. En juist die risico’s zijn steeds hoger op de bestuursagenda komen te staan. “Niet alleen door de turbulente marktomstandigheden, maar ook door de verdere regulering en de grotere nadruk op corporate governance, wordt er nu veel meer gelet op de gevaren die een bedrijf bedreigen.”

Corporate governance werd strakker geregeld door Sarbanes-Oxley in 2002 en Tabaksblat in 2003, het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten en door steeds strengere disclosure-eisen. De gevolgen van het niet voldoen aan zulke geschreven wetten en ongeschreven gedragsregels – zie de ineenstorting van Enron en de bijna dood-ervaring van Ahold – kunnen dramatisch zijn. Niet meer dan logisch dus dat de risicobewuste cfo meer opschuift naar het centrum van de macht.

Veto uitspreken

“Het risicobewustzijn en de noodzaak om strakker te kunnen aansturen is de kern van onze toegenomen macht”, beaamt Davy Vreys, de cfo van BT Benelux, voorheen British Telecom. De juridisering van de verhoudingen met alle stakeholders, waarbij ‘onze’ Rijnlandse omgangsvormen het steeds vaker afleggen tegen de Angelsaksische juridische eisen, vraagt een strakkere controlestructuur. Het is de basis voor het werk van de cfo. Vreys: “Wij beginnen elke boardvergadering met het doorlopen van de cijfers. Dan geef ik opdrachten aan de andere c-level bestuurders als zij hun targets niet halen. Vanuit mijn positie blokkeer ik ook wel deals als de marges te dun zijn. Dat vinden de commerciële jongens niet altijd leuk. Sales is bonusgedreven. Soms moet dat gecorrigeerd worden. Dat geeft dan spanningen.”

De praktijk van Vreys lijkt enigszins op die van Marc Canisius, cfo bij bioscoopketen Pathé. “Een voorbeeld van de toegenomen macht is mijn ingreep bij een manager die voorheen alleen aan de ceo rapporteerde. Hij sloot mooie deals af, maar de realisatie van zijn plannen was te belastend voor de organisatie. Nu moet hij voordat hij een contract afsluit dat eerst aan mij voorleggen. Dat vindt hij waarschijnlijk niet leuk. Overigens gebeurt dit wel met steun van de ceo.”

Vooruit kijken

Het intensieve contact met de ceo toont aan hoe de cfo-functie in de loop der jaren is veranderd, vindt Vreys. “Vroeger was de cfo vooral bezig met het opstellen van de jaarrekening. Hij keek achteruit. Nu is de snelheid van informatie een belangrijk gegeven. Als je de vergelijking met een rallyteam wil trekken: de ceo stuurt, maar de cfo roept wanneer hij moet afslaan. Om dat geloofwaardig te kunnen doen, moet wel je informatie goed zijn.”

Controledrift

Dat de business niet onnodig mag lijden onder de controledrift van het hoogste management, daar zijn de cfo’s het wel over eens. Maar dat neemt niet weg dat risico’s managen een voorname taak blijft. Canisius: “We vragen de managers hun eigen risico’s te managen. Maar ik stel samen met hen de risico-inventarisatie op en ik eis dat ze inzichtelijk maken welke risico’s ze managen en wat hun beheersinstrumentarium is. Ik neem er geen genoegen mee als iemand me vertelt dat alles onder controle is.” Ook Jack de Kreij, cfo bij beursgenoteerd tankopslag bedrijf Vopak grijpt geregeld in. “Soms hebben we als bestuur gewoon extra informatie nodig. Dan is het van: sorry, jongens, ik begrijp dat het lastig is, maar het moet. En wel nu. Zo’n interventie is belastend, dus dat doe je alleen als het nodig is.”

Stoel van de ceo

Van Tulder van Cryo-Save zit binnenkort zelf op de stoel van de ceo. Kan dat wel met zijn cfo-karakter? “In de board moeten alle mensen van rol kunnen wisselen. Dat behoort tot de vaardigheden die je nodig hebt om op dit niveau te werken.” Als de huidige ceo van Pathé Nederland met pensioen gaat, neemt ook Canisius het stokje over. “Elke goede cfo moet de ambitie hebben om op termijn ceo te worden”, zegt hij. “Macht is het middel om je verantwoordelijkheden te kunnen waarmaken.” In de Nederlandse praktijk opereren cfo en ceo steeds meer als een twee- eenheid, ziet hij. “Als het gaat om beslissingen waar subjectiviteiten een rol spelen, denk ik zelfs dat ik de macht heb om een besluit van de ceo te blokkeren. Maar dan heb ik ook wel meteen een probleem.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Keerzijden

Die nieuwe positie van de cfo kent een aantal gevaren. Zo verstikt een cfo met moderne macht maar met de achterhaalde mentaliteit van een boekhouder de dynamiek binnen de organisatie. Daarnaast constateert Paul Kelder van Atos Consulting in een recent onderzoek dat wanneer de cfo focus verliest, essentiële financiële en controlerende functies ondersneeuwen. Kelder vindt dan ook dat de cfo zich primair op zijn financiële kerntaken behoort te concentreren, “… want het risico bestaat dat cruciale ontwikkelingen met een effect op de toekomstige financiën te laat worden onderkend .”

Het hele verhaal vindt u in MT03 2010. Deze is ook online te bekijken.
 

CSRD: Last of kans? Dit vinden NS en Renewi ervan

In samenwerking met Renewi - Bedrijven kunnen er niet meer omheen: de nieuwe EU-regels (CSRD) verplichten ze om hun impact op mens en milieu inzichtelijk te maken. Is dit een administratieve last of juist een kans om slimmer en duurzamer te ondernemen? NS en Renewi lopen voorop en delen hun ervaringen, valkuilen en tips.

sacha göddeke mulder ns sanders leenders renewi
Sacha Göddeke-Mulder, directeur Duurzaam Ondernemen bij de NS, en Sander Leenders, commercieel directeur Benelux bij Renewi.

Sander Leenders is commercieel directeur Benelux bij Renewi en Sacha Göddeke-Mulder directeur Duurzaam Ondernemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Wat zijn hun inzichten, voortgang en tips?

Wat houdt de CSRD precies in?

Sander Leenders (Renewi): ‘De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die bedrijven vanaf 2024 verplicht stelt te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Ik zie de CSRD niet alleen als een verplichting, maar juist als een enorme kans om duurzaamheid structureel te verankeren in bedrijfsvoering. Het gaat niet alleen om het voldoen aan regelgeving, maar om het creëren van een toekomstbestendig bedrijfsmodel waarin duurzaamheid centraal staat. CSRD is geen eindpunt, maar een startpunt voor verdere verduurzaming.’

Sacha Göddeke (NS): ‘Ik zie de CSRD vooral als een kans om te verbeteren. Je moet heel precies rapporteren over je duurzaamheidsinspanningen, van uitstoot tot governance. Dat is niet eenvoudig, maar op den duur geloof ik dat dit veel kan opleveren. Het biedt waardevolle inzichten en stimuleert bedrijven om van elkaar te leren.’

Wat doen jullie op het gebied van circulariteit, één van de onderwerpen binnen CSRD?

Göddeke: ‘Bij NS zijn we zuinig met grondstoffen. Door circulair ontwerpen en circulair inkopen hebben we minder (nieuwe) grondstoffen nodig en voorkomen we afval in de toekomst.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment recyclen we 66,2 procent van het afval, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.

Is de CSRD een lust of een last?

Leenders: ‘Duurzame en commerciële impact gaan uiteindelijk hand in hand. Wij en klanten zoals NS hebben al heel hoge duurzaamheidsambities. Nu we hier uitgebreid over moeten rapporteren, kost dat extra tijd. Maar uiteindelijk brengt de CSRD versnelling: door inzichtelijk te maken waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo kunnen we uiteindelijk sneller grote stappen zetten.’

Göddeke: ‘Het is veel werk, maar vooral een lust. Mijn team besteedt de helft van de tijd aan meten en rapporteren. Dit noem ik “vertragen om te versnellen”. Als we onze administratie nu op orde brengen, hebben we later meer inzicht in welke duurzaamheidsinitiatief de meeste impact heeft. Bovendien verplicht de richtlijn ook bedrijven die minder met duurzaamheid bezig waren om ermee aan de slag te gaan. Dat is een groot voordeel. Vanwege de ketenverplichting hebben wij duurzaamheidsdata nodig van bijvoorbeeld retailers op onze stations. Dat zijn grote bedrijven als Albert Heijn en Hema, maar ook eenmanszaken. Dankzij CSRD hebben we meer info, spreken we dezelfde taal en wordt verduurzaming nog meer een gezamenlijk doel.’

Samenwerking tussen Renewi en NS, hoe pakken jullie het minimaliseren van restafval aan?

Renewi en NS werken al vijf jaar samen om restafval te minimaliseren door zoveel mogelijk te scheiden voor recycling. Leenders: ‘Afval is slechts een deel van de CSRD, maar wel heel tastbaar aspect. Ons Renewi EcoSmart-team helpt NS dagelijks met verduurzaming. We proberen, testen, verbeteren. Vaak beginnen we met een kleine pilot, bijvoorbeeld op één stationslocatie. Wanneer die slaagt, breiden we uit. We hebben bijvoorbeeld de afvalscheiding van stations nog verder uitgebreid. Zo zamelen we bijvoorbeeld etensresten gescheiden in op stations als er een professionele keuken is. Op kantoren en werkplaatsen heeft onze samenwerking in twee jaar tijd al geleid naar 19 procent minder restafval door onder andere betere scheiding van papier en etensresten.’

ns afvalbakken
NS realiseerde een daling van 19 procent restafval op kantoor met nieuwe afvalscheidingsbakken en heldere communicatie.

Göddeke: ‘De samenwerking omvat meer dan alleen afval. We leren hoe de afvalstromen lopen, of de afvalstromen zuiver zijn en wat we kunnen doen om afval te verminderen. Op dit moment werken we samen aan CSRD. Zo leren we data te delen met ketenpartners.’

Wat zijn concrete projecten die zorgen voor minder afval?

Leenders: ‘We werken aan slimme afvalscheiding op meerdere manieren. Zoals met containers die gesplitst zijn in twee of drie soorten afvalstromen. Betere scheiding aan de bron, verhoogt het recyclingpercentage. Zo hebben we speciale containers waar bijvoorbeeld over de datum brood in kan zonder dat het uitgepakt hoeft te worden. Dat is extra logistiek voor ons, maar maakt recycling voor de retailers op de stations makkelijker.’

Göddeke: ‘Gedragsverandering en bewustwording spelen een grote rol. We gebruiken data om te analyseren hoe afval wordt weggegooid en passen vervolgens verpakkingen en prullenbakken aan. Zo stimuleren we personeel, reizigers en retailers om beter te recyclen. Daarnaast zetten we in op het voorkomen van afval. Reizigers kunnen hun waterflessen gratis bijvullen bij watertappunten op stations en krijgen korting wanneer ze hun eigen beker meenemen voor een kopje koffie. Hierdoor maken we duurzame keuzes aantrekkelijker én verminderen we de afvalberg.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment kunnen we 66,2 procent van het afval recyclen, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.’

ns tafeltennistafel recycling
Afval bestaat niet voor NS. Deze tafeltennistafel is gemaakt van 20 jaar oude treinvloeren, die vrijgekomen zijn bij de modernisering van dubbeldekkers.

Wat is jullie belangrijkste tip voor andere bedrijven?

Göddeke: ‘Zie rapporteren op CSRD vooral als een kans. Maak inzichtelijk hoe je ervoor staat en met welke partners in de keten je moet samenwerken. Een belangrijke verandering is namelijk dat bedrijven niet langer alleen naar hun eigen activiteiten kijken, maar naar de gehele waardeketen. Dit betekent ook de impact van leveranciers en productieprocessen. Kijk naar circulaire ketenoplossingen en focus op samenwerking binnen ecosystemen om impact te verminderen. Dat is niet eenvoudig, dus begin op tijd.’

Leenders: ‘Met afval reduceren kun je vandaag al beginnen. Bijvoorbeeld door goed naar je inkoopproces te kijken welk afval er binnenkomt via leveranciers. Begin klein met een pilot. Laat zien dat het kan en loont. Zoek partners en leer van elkaar. Je kunt het niet alleen.’

Nazha Rustom (DNB): ‘Ik weigerde mee te gaan in wat de wereld vond’

Premium - Als dochter van Palestijnse vluchtelingen werd Nazha Rustom (35) al op heel jonge leeftijd geconfronteerd met onrecht. Ze wilde rechter worden, maar vond als chief diversity & inclusion bij De Nederlandsche Bank een andere manier om het verschil te maken. ‘Tot nu toe kunnen ze me aardig bijbenen.’

nazha rustom dnb
Nazha Rustom is sinds november 2022 chief diversity & inclusion officer bij De Nederlandsche Bank. 'Ik dacht eerst: wilde ik echt de overstap maken naar zo'n wittemannenclub?' Foto: DNB

Gratis verder lezen?

Maak snel en eenvoudig een gratis account en krijg toegang tot premium artikelen.

Of heb je al een account? Log dan in.

Om dit bericht te kunnen lezen moet je ingelogd zijn

Vestibulum id ligula porta felis euismod semper. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. Duis mollis, est non commodo luctus, nisi erat porttitor ligula, eget lacinia odio sem nec elit. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus.

Integer posuere erat a ante venenatis dapibus posuere velit aliquet. Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Etiam porta sem malesuada magna mollis euismod. Curabitur blandit tempus porttitor. Maecenas sed diam eget risus varius blandit sit amet non magna.