Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De 10 carrierekillers

Discriminatie op de werkvloer mag niet. Toch krijgt u (onbewust) te maken met veel vooroordelen. Zoals selectie op kledingkeuze, dialect, haar, lengte en politieke voorkeur.

De meest gangbare vormen van discriminatie op de werkvloer zoals racisme, homofobie en het uitsluiten van vrouwen is tegenwoordig aan banden gelegd. Maar is het ook discriminatie als u wordt afgewezen vanwege uw slechte kledingkeuze, zichtbare piercing, baard, kale kop of een Fries accent? Of wanneer een werknemer vanwege zijn gewicht geen promotie krijgt. Het blad Management Today zet de tien factoren die uw carrière niet in de weg zouden mogen staan – maar dat wel doen – op een rijtje.

1. Kledingkeuze
Sommige mannen dragen al tien jaar hetzelfde pak. Dat kan een reden zijn waarom ze altijd naast de promotie grepen, vertelt personal branding consultant Louise Mowbray. Dat betekent niet dat u iedere drie maanden de inhoud van uw kledingkast moet vernieuwen, maar u moet zich wel meer bewust worden van de dresscode op uw werk. Zo past bij een dynamisch reclamebureau eerder een jeans met hip T-shirt, terwijl werknemers bij een advocatenkantoor beter in een zakelijk pak kunnen verschijnen.

2. Uiterlijk
Uit onderzoek van de universiteit van Florida blijkt dat goed uitziende mensen meer verdienen en hogerop komen. Knappe koppen hebben dus een streepje voor. Waarom er een inkomensverschil zit tussen knappe en minder knappe mensen is niet duidelijk. Enige verklaring zou kunnen zijn dat knappe mensen talentvoller, intelligenter en vriendelijker overkomen.

3. Lichaamsversiering
Zichtbare tatoeages en piercings zijn absoluut een carrièrekiller. In Amerika hebben veel bedrijven een dresscode waarin vermeld staat dat dergelijke lichaamsversiering niet is toegestaan, om te voorkomen dat de salesmanager op een maandagochtend op kantoor verschijnt met een grote zilveren ring door zijn neus. Maar gezien de grote hoeveelheid jongeren die een tatoeage hebben, zal het in de toekomst een steeds minder groot probleem zijn. Zolang het plaatje maar niet al te zichtbaar is.

4. Dialect
De tijd dat alleen Algemeen Beschaafd Nederlandssprekende mensen werden aangenomen is allang voorbij. Tegenwoordig is een zachte g, de Rotterdamse t (ik loopt) en het inslikken van lettergrepen redelijk geaccepteerd. Toch zijn mensen met een overduidelijk accent lang niet in alle branches welkom. Waar de ene werkgever uw manier van praten wellicht als een pluspunt beschouwt, ziet de ander het vooral als een obstakel. Degenen die ABN spreken lopen dus het minste risico.

5. Scholing
Het gaat hier niet de vraag of het rechtvaardig is dat een hoger opgeleide een betere baan krijgt dan een laaggeschoolde, maar of u uw kansen vergroot door voor een bepaalde school te kiezen. In Amerika scoren mensen die zijn opgeleid op een private school betere banen dan degenen die hun diploma hebben gehaald op een publieke school. In dat geval hangen de carrièrekansen af van de hoeveelheid geld die ouders ervoor over hebben. In Nederland speelt dat verhaal minder, enkel bij de keuze voor een bepaalde MBA-opleiding is het goed dit in uw achterhoofd te houden.

6. Afkomst
Natuurlijk hebben kinderen van bekende ouders een streepje voor. Dat geldt niet alleen voor degenen die beroemde ouders hebben, ook in het bedrijfsleven worden functies vaak van ‘vader op zoon' doorgegeven. Daarbij zal de zoon of dochter van de baas eerder als opvolger gekozen worden dan een ‘gewone' werknemer die al twintig jaar hard werkt om te bewijzen dat hij of zij er klaar voor is. Familieconnecties openen dus vaak deuren waarvan anderen het bestaan niet eens afwisten, stelt Corrinne Mills, MD bij Personal Career Management. "Je moet nog steeds goed zijn in je werk, maar je hebt wel net iets extra's dat anderen nooit zullen hebben."

7. Lengte
Lange mensen verdienen meer. Een paar centimeter extra levert u op jaarbasis al gauw een paar honderd euro extra op. Schijnbaar kijken we zowel letterlijk als figuurlijk op tegen lange mensen. Niet gek dus dat een derde van de Amerikaanse topmanagers minstens twee procent langer is dan de gemiddelde Amerikaan. Dit betekent overigens niet dat u nooit succesvol kunt worden als u kleiner dan gemiddeld bent. U kunt dan net als Warren Buffet, Ross Perot en Bill Gates gewoon uw eigen bedrijf oprichten.

8. Haar
"Haar is een belangrijk element in je carrière", stelt Mills. Naast dat het goed verzorgd dient uitzien, moet het ook bij de tijd te zijn. Vaak valt aan het achterhaalde kapsel af te zien dat iemand al lange tijd in dezelfde functie zit. Het ziet er niet slecht uit, maar het model is gewoon niet met zijn tijd meegegaan. Mannen hebben het nog lastiger, ze hebben namelijk ook te kampen met baardgroei en kaalheid. Over het eerste kunnen we kort zijn: er zijn weinig topmanagers te vinden die een baard dragen. Kaal worden is echter geen keuze. Voor de kalende mannen luidt het advies om het haar wat u nog heeft zo kort mogelijk te dragen, dat is het minst belastend voor uw carrière.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

9. Gewicht
Discriminatie jegens mensen met overgewicht is een even groot probleem als racisme, ook op de werkvloer. Tijdens de aannameprocedure, de promotiekansen en in de hoogte van het salaris; overal worden mensen met overgewicht vaker in benadeeld, ongeacht hun kwaliteiten. Het meest vervelende hieraan is dat iedereen overgewicht als een keuze beschouwt, zo blijkt uit een Engels onderzoek. "Ondanks alles wat je weet over overgewicht, blijft er zo'n stemmetje in je hoofd zeggen dat dikke mensen lui, hebberig en ongedisciplineerd zijn", reageert een manager op het onderzoek.

10. Politiek en religie
"Zolang je niet voor een kerk of soortgelijke organisatie werkt, kun je je persoonlijke en politieke voorkeuren het beste voor je houden", zegt Mills. Het biedt namelijk geen meerwaarde wanneer iedereen weet op welke partij u stemt of welk geloof u uitdraagt, terwijl het u wel kan benadelen als u er op deze vlakken een uitgesproken mening op nahoudt.