Vooral kunstmatige intelligentie heeft een prachtige toekomst voor zich als het over werk gaat. Vandaag wordt bijna de helft van alle taken nog door de mens uitgevoerd. Binnen vijf jaar hebben algoritmes en robots het meeste werk overgenomen.
Slechts een derde is in 2030 nog puur menselijk, een derde van het werk wordt uitgevoerd in een samenwerking tussen mens en machine. De rest – 34 procent – is volledig in handen van autonome machines.
Voor het Future of Jobs Report van het World Economic Forum, dat woensdag verschijnt, worden wereldwijd meer dan duizend werkgevers ondervraagd in 55 economieën. Samen zijn ze goed voor ruim 14 miljoen werknemers. Voor Nederland verzamelt het Amsterdam Centre for Business Innovation (UvA) de cijfers onder leiding van professor Henk Volberda.
Snellere automatisering
Zestig procent van de werkgevers verwacht dat digitalisering hun bedrijfsvoering tegen 2030 ingrijpend zal veranderen. Nederlandse bedrijven lopen voorop in deze structurele transitie van de arbeidsmarkt. Niet zozeer met het inzetten van robots, maar wel met het versnellen van de automatisering van processen en taken (86 procent). ‘Deze strategie wordt vaker toegepast dan bij hun mondiale concurrenten’, weet Volberda.
Ze worden daar ook wel toe gedwongen. ‘De krapte op de arbeidsmarkt geldt voor Nederland nog eens een keer in het kwadraat. Maar liefst 56 procent van de Nederlandse bedrijven zegt dat ze echt geen personeel kunnen krijgen. Vandaar dat er zoveel druk staat op automatisering.’
Hij wijst op een ander opvallend cijfer: deze transformatie zal meer banen creëren als verdringen. Er verdwijnen wereldwijd 92 miljoen banen, maar er komen tegelijkertijd 170 miljoen nieuwe banen bij. ‘Netto is dat een groei van 7 procent.’ Die nieuwe werkgelegenheid zit dan meestal in de digitale hoek, maar ook komen er veel banen bij in de energietransitie en vergroening.
Meer bijscholing
Wat voor functies zijn in trek? De snelst groeiende beroepen zijn specialisten in big data, fintech-techneuten, AI- en machine learning-experts, software- en applicatieontwikkelaars. Maar ook zijn er heel wat specialisten nodig in autonome en elektrische voertuigen, milieutechnici en ingenieurs in hernieuwbare energie.
‘Technologie leidt niet tot minder werkgelegenheid op korte termijn’, zegt Volberda. ‘Maar wij moeten wel steeds vaker tot verandering bereid zijn. De komende vijf jaar wordt veel flexibiliteit verwacht.’
Vooral omdat in die periode 22 procent van de huidige banen op de schop gaat. Dat varieert van banen die verdwijnen of die totaal anders ingericht zullen worden. Dat betekent dus bijscholen, omscholen of aanvullende trainingen volgen. Daar zijn Nederlandse werkgevers erg goed in: 83 procent richt zich op het bijscholen van hun werknemers en 71 procent zoekt naar talent met nieuwe vaardigheden.
Daardoor valt het wel mee met het verouderen van belangrijke vaardigheden van de werkende mensen. Die hollen bij Nederlanders en bij Denen het minst hard achteruit vergeleken met de rest van de wereld (30 procent versus 39 procent tegen 2030).
Toch schatten de werkgevers in het rapport in dat uiteindelijk 11 procent van de werknemers niet de benodigde opleiding zal krijgen, en dus hun baan zal verliezen. Kwetsbaar zijn administratieve en secretariële functies. Die zullen het snelst verdwijnen.
Omarmen van diversiteit
Waar Nederlandse werkgevers ook goed mee scoren is ‘het omarmen van diversiteit, gelijkheid en inclusie’, merkt Volberda op. Twee jaar geleden was slechts tien procent daar wereldwijd mee bezig, nu ziet 47 procent dit als een mogelijkheid om de beschikbaarheid van talent te vergoten.
In Nederland is echter 64 procent van de werkgevers van plan specifieke doelstellingen hiervoor te formuleren en 46 procent wil deze principes ook gaan integreren in hun toeleveringsketens. ‘Met deze vooruitstrevende aanpak behoren bedrijven in Nederland tot de internationale koplopers om de uitdagingen van de arbeidsmarkt van morgen om te zetten in kansen.’
Lees ook: Deze eigenschap mist op elk cv, maar is cruciaal voor vinden van toptalent
Welzijn krijgt ook een steeds grotere rol. Het ondersteunen van gezondheid en welzijn is voor 64 procent van de werkgevers een kernstrategie. ‘Natuurlijk is dat weer ingegeven door die grote krapte op de arbeidsmarkt. Maar ook omdat het nog moeilijk is voor een bedrijf om nog het verschil te maken in beloning. Dus dan zoek je het veel meer in intrinsieke beloning: zijn mensen gelukkig met hun werk, hebben ze goede werkplekken, al dat soort dingen.’
Het Trump-effect
Zit er tot slot nog een Trump-effect in het rapport? De toekomstige Amerikaanse president Donald Trump zal voor heel wat ophef gaan zorgen, van protectiemaatregelen tot complete handelsoorlogen.
Werkgevers houden wel degelijk rekening met geopolitieke spanningen, reageert Volberda. ‘Je ziet dat 34 procent van de organisaties verwacht dat daardoor hun bedrijfsmodel verandert.’
Twintig procent noemt ook handels- en investeringsbeperkingen, staatssteun en industriebeleid als belangrijke factoren die hun bedrijfsvoering de komende jaren zullen beïnvloeden. ‘En dat zijn dan met name landen zoals Nederland die sterke handelsrelaties hebben met de VS en China.’
Lees ook: Deze techies krijgen sleutelpositie in Trumps regering