Het Nederlands onderzoeks- en innovatiebeleid is niet effectief. De Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid trekt twee hedendaagse managementprincipes – visie en focus – uit de kast om alsnog de innovatieve kenniseconomie tot wasdom te brengen.
Europa is in 2010 de meest competitieve kenniseconomie. Het is een nobel streven om Europa met kennis en innovaties te wapenen tegen de kracht van de globalisering. Europese regeringsleiders omhelsden het idee en beloofden met hun nationaal beleid dit doel na te streven: de Lissabon Agenda. Toch zijn ‘we' in 2010 niet die competitieve, innovatieve kenniseconomie die in Portugal werd afgesproken. De ronkend uitgesproken steun voor deze toekomstvisie is niets dan de verbale belijdenis van gekozen politici op de bühne.
Die teleurstellende constatering vindt weerklank bij de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, de AWT. In het recente rapport ‘Weloverwogen impulsen' leggen deze beleidsconsultants de vinger op een wel heel zere plek. In goed Rotterdams: er wordt geluld, nog meer geluld en te weinig gepoetst. En als er – een beetje – wordt gepoetst, gebeurt dat niet automatisch op de plekken waar dat nodig is.
In Nederland werd de innovatieambitie ingevuld met de lancering van het Innovatieplatform. Jan Peter Balkenende is er voorzitter van en het platform moet de ‘ijsbreker' zijn die onze stroperige polder omtovert in een door onderzoek en ontwikkeling gedreven samenleving. Belangrijke taak was het focussen van de inspanningen.
Dus kwam het Innovatieplatform met zes ‘speerpunten'. De noodzakelijke ‘focus' werd gevonden in de sleutelgebieden ‘food & flowers', hightech systemen en materialen, water, chemie, de creatieve industrie, pensioenen en sociale verzekeringen. Goed tellend zijn het er al negen en ook zijn die sleutels niet scherp gedefinieerd. Toch meldt het Innovatieplatform dat de blik óók wordt gericht op het ‘opkomende sleutelgebied' der dienstverlening. Tegelijkertijd mogen ict en energie niet worden vergeten.
Welke focus zit er in twaalf, allemaal even belangrijke, prioriteiten?De AWT constateert dan ook het ontbreken van een langetermijnstrategie en daarmee een ‘gebrek aan samenhang en continuïteit'. Oftewel: geen visie en geen focus. In de praktijk betekent dat geen enkel innovatief bedrijf meer weet wat ze concreet van de overheid kunnen verwachten.
De afwezigheid van een lange termijnstrategie is kwalijk. Nederland voert een actief innovatiebeleid, maar weet niet goed waarom. Geen wonder dat er van samenhang geen sprake is. Het gevolg: beleidsturbulentie (= beleefd jargon voor hap-snapbeleid) en een gebrek aan transparantie, waardoor mogelijk ‘niet het beste onderzoek is ondersteund'.
Logisch dus dat de Raad het advies geeft ‘rust en reinheid' in het beleid te brengen. De overheid moet vooral geen nieuwe initiatieven nemen. In de beleidsluwte kan dan eens goed worden nagedacht (over de nationale strategie om te komen tot die florerende kenniseconomie).
Focus en visie zijn niet voor niets een twee-eenheid in management. De visie is te vinden in de Lissabon Agenda. Het idee van focus is door het Innovatieplatform omhelsd. We zijn een heel eind. Nu moet iemand de politici nog duidelijk maken dat een prioriteitenlijst alleen zo mag heten als daar maximaal één handje (vijf) heldere prioriteiten op staat…