In de strijd om de consument moeten bedrijven steeds meer opvallen om nog gezien te worden. Dus halen ze vaker rare stunts en acties uit. Maar hoe val je nog op tussen al dat spraakmakende geweld?
Merken hebben het maar wat moeilijk in dit multimediale tijdperk. Het traditionele eenrichtingsverkeer door je reclameboodschap te 'zenden' is niet alleen beetje uit de tijd, maar werkt ook een stuk minder goed dan vroeger. De moderne mediaconsument kan tegenwoordig namelijk voor een groot deel van de reclames kiezen of hij ze wel of niet wil verstouwen. Evengoed krijgt de gemiddelde consument via alle mediaplatforms toch nog dagelijks ruim 136 reclameboodschappen over zich uitgestort. En zie daartussen als individueel merk maar eens het verschil te maken.
Het is dan ook niet gek dat bedrijven nogal eens naar onorthodoxe acties grijpen om in de spotlights te staan. Bedrijven willen allemaal een Bavaria Babe, een flashmob of een andere rare stunt. Alles om maar makkelijk de publiciteit te halen en even trending topic te zijn. Maar ja, daarmee helpen ze vaak wel in een keer de hele marketingstrategie om zeep. Cor Hospes, waarvan onlangs het boek 'De guerillamarketingrevolutie' verscheen, vindt dat ondernemingen slecht nadenken over zulke acties. "Veel merken denken bij het uitdokteren van dergelijk ludiek bedoelde acties vooral in kwantitatieve, niet in kwalitatieve aantallen." Maar een guerilla-actie met als enige doel die 15 seconds of fame, haalt weinig uit zegt hij. "Dan verwordt guerilla tot een korte termijndingetje."
Hospes rijzen de haren regelmatig te berge. Een goede guerilla-campagne wil direct impact hebben op de klant op straat of zorgen voor een spin-off. Hij geeft een paar voorbeelden van hoe het niet moet.