NSC-leider Pieter Omtzigt haalde vorige week nog alle media, omdat hij tijdens een eerder nachtelijk overleg gehuild, geschreeuwd en met deuren gegooid zou hebben. En dat past niet bij een politiek leider. Daar werd dus ook meteen schande van gesproken.
‘We hebben een bepaald beeld van hoe politici zich dienen te manifesteren. Een stereotiep beeld zelfs. Ze worden geacht zichzelf in de hand te houden. Als ze van dat script afwijken, dan vinden wij dat allemaal heel interessant.’
‘Maar we gaan ons niet druk maken over wat daar nou achter zit’, zegt Gerben van Kleef tegen MT/Sprout. Hij is hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en doet al jaren onderzoek naar emoties, macht, leiderschap en conflict.
Pure manipulatie of overmand geraakt?
Hij vindt het jammer dat er op zo’n moment niet wordt doorgevraagd, dat er niet wat dieper wordt gegraven naar wat achter de emoties zit. Is hier sprake geweest van pure manipulatie om iets te bereiken of is iemand echt overmand geraakt door emoties?
‘We blijven zo hangen in de oppervlakkige perceptie dat we niet verder komen dan dat die man of vrouw de controle verliest en niet geschikt is.’ Het is menselijk, om zo aan de oppervlakte te blijven, maar daardoor ‘laten we wel veel informatie liggen’, stelt Van Kleef.
Dat is namelijk de informatie over wat erachter zit, wat er echt speelt en wat we ervan kunnen leren. Bij Omtzigt is twee weken later pas duidelijk geworden wat er achter zijn heftige emoties schuilde. Hij was aan het bezwijken onder de hoge werkdruk. Woensdag 11 september liet hij op X weten even een stapje terug te zetten ‘om gezondheidsredenen’.
Doorvragen is lastig
Natuurlijk is dat doorvragen best lastig, want heftige emoties zijn ‘nog altijd een beetje taboe’, weet Van Kleef. Al ziet hij wel dat er de laatste decennia een verschuiving is opgetreden. Emoties worden niet alleen beter geaccepteerd, soms worden ze ook gewoon verwacht van leiders.
‘Mensen hebben jarenlang tastbare of zichtbare blijken van begaanheid gemist bij sommige politici. Ze zeggen wel ‘mooie dingen, maar ze voelen de pijn niet’ van de gedupeerden van de toeslagenaffaire of de aardbevingen in Groningen.’ Emoties zorgen voor meer verbinding, geeft hij aan.
Er is daardoor een duidelijke roep ontstaan om meer authenticiteit, meer kwetsbaarheid, meer waarachtigheid, vooral bij politieke leiders. ‘Daar kan een volkomen onbedoelde emotionele uitbarsting potentieel wel een bijdrage aan leveren. Zolang het niet te gek wordt natuurlijk.’
Lees ook: Leiders verwaarlozen zichzelf en hun organisaties zijn de dupe
Stereotyperingen zitten in de weg
Tegelijkertijd, en dat is een beetje dubbel volgens de hoogleraar, zitten er allerlei stereotyperingen in de weg. ‘We willen misschien wel meer authentieke beleving zien, maar we hebben ook allerlei ideeën over wat iemand wel of niet mag tonen en in welke context dat dan mag gebeuren.’
‘Je kunt met zo’n uitbarsting dus ook het gevoel, of de indruk wekken dat je volkomen ontregeld bent en jezelf niet in de hand hebt. En dat willen we dan ook weer niet zien.’
Geldt datzelfde mechanisme nu ook voor de werkvloer? Ja, ook hier kunnen heftige emoties ‘best functioneel’ zijn voor leiders, analyseert Van Kleef. Met hetzelfde argument: ze geven informatie.
‘Als je team onvoldoende kwaliteit levert en je blijft als manager met zo’n Mark Rutte-glimlach rondlopen, dan komt die informatie niet boven. Wanneer je boos wordt, gaan mensen wel nadenken over wat ze verkeerd hebben gedaan en wat ze beter kunnen doen.
Emoties moeten gepast blijven
Emoties die bewust worden ingezet, werken natuurlijk ook. ‘Wanneer de boel ingedut raakt, als mensen een beetje op routine de kantjes eraf lopen, kun je door met je vuist op tafel te slaan de boel weer een beetje op scherp zetten en aanjagen.’
Onbedoelde of bewuste emoties kunnen dus goed werken, maar het gebruik ervan ‘moet wel gepast zijn en binnen de marges van het betamelijke.’ En dat gepaste en betamelijke is voor iedereen anders. Net zoals de impact van emoties, iedereen verwerkt die op een andere manier.
Dat maakt het wel uitdagend, maar leiders hebben vanwege hun machtspositie ‘meer bandbreedte om emoties te tonen’. Ze zijn minder afhankelijk, hebben meer controle over hun werkleven, worden ook niet zo snel ontslagen als ze een keer in woede uitbarsten. Maar ook hier is een verschuiving gaande, merkt Van Kleef op. En die gaat snel.
Lees ook: Waarom het zo eenzaam is aan de top (en wat je daaraan kunt doen)
Vuist maken tegen wangedrag
‘Mensen hebben meer manieren gevonden om een vuist te maken tegen wangedrag. Ze hebben meer platformen gekregen en ze vinden meer gehoor als ze dit soort dingen aan de kaak stellen. En dat verkleint ook de bandbreedte van gedrag waar leiders nog mee wegkomen.’
‘We hebben bovendien een toenemende aversie, of wantrouwen, tegen macht en machthebbers. Vroeger keken mensen echt met meer respect naar leiders. Nu lijkt het erop dat ervan wordt uitgegaan dat hij of zij niet zal deugen. En dus moeten leiders nog meer oppassen.’
Het koord waarop leiders dansen wordt dus steeds slapper? ‘Ja, want je hebt verschillende mensen met verschillende toleranties tegenover je. En onder hen zijn ook mensen die een hele lage drempel hebben voor wat zij grensoverschrijdend gedrag vinden. Bovendien hebben ze de kanalen om hun ongenoegen te ventileren. Dat maakt het voor leiders al veel lastiger om af en toe eens boos te worden.’
Emotionele intelligentie
Hoe kun je dit dan het beste managen? Met emotionele intelligentie, zegt Van Kleef. ‘Het begrijpen van je eigen en andermans emoties is een set vaardigheden die voor leiders heel belangrijk is. Waar komen ze vandaan en wat voor impact hebben die emoties? Daarbij horen ook het reguleren en het doelbewust inzetten van emoties om dingen voor elkaar te krijgen.’
‘Mensen die hoger scoren op emotionele intelligentie zullen ook beter doorhebben wanneer het gepast is om een bepaalde emotie te tonen. Wanneer het kansrijk of minder kansrijk is om dat te doen, afhankelijk van wie ze tegenover zich hebben. Zeker in het speelveld van vandaag met dat hele dunne lijntje waarover je moet navigeren.’
‘We zitten vandaag in een tijdsgeest waarin as we speak onderhandeld wordt over wat er nog wel en niet kan. Sommige leiders komen nog met dingen weg, anderen niet. Door de reacties op wat er gebeurt, wordt collectief bepaald waar de nieuwe grenzen liggen.’
Lees ook: Gezellig of grensoverschrijdend? Hier moet je op letten