Het staat als bijzin in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB. Terloops bijna, weggestopt tussen de subsidies voor elektrisch vervoer (die vervallen per 2025) en het Klimaatfonds (dat blijft overeind met minder geld). ‘De verplichting om vanaf 2026, bij het vervangen van de verwarmingsketel, een warmtepomp te moeten installeren, wordt geschrapt.’
Lees ook: Minder regeldruk, minder geld naar innovatie: dit betekent het coalitieakkoord voor bedrijven
Een klein zinnetje met grote impact. Leveranciers van warmtepompen sorteerden juist voor op deze door de coalitiepartijen van tafel geveegde wet. Het gaat om het plan om, bij het vervangen van een oude of kapotte cv-ketel, met ingang van 2026 een duurzaam alternatief te verplichten. Dat duurzame alternatief is in de meeste gevallen een hybride warmtepomp.
‘Onverteerbaar en ondoordacht’
Ondernemersorganisatie Techniek Nederland noemt het schrappen van de wet ‘onverteerbaar en ondoordacht’. De vereniging vertegenwoordigt meer dan 30.000 installatiebedrijven met een gezamenlijke omzet van 26 miljard euro. Volgens voorzitter Doekle Terpstra hebben fabrikanten en installateurs ‘tientallen miljoenen’ geïnvesteerd in opleidingen en productiecapaciteit. ‘Dit besluit brengt een complete sector in grote problemen.’
Ondernemers nuanceren dat beeld. De ISDE-subsidie voor het verduurzamen van woningen lijkt overeind te blijven (er wordt in elk geval met geen woord over gerept in het akkoord) en daarmee blijft de businesscase voor de warmtepomp volgens Sander Wapperom ‘enorm goed’. Hij is medeoprichter van warmtepompontwikkelaar DeWarmte.
‘Dankzij die subsidie kunnen we onze warmtepompen voor 3.400 euro aanbieden, met een terugverdientijd van twee tot zes jaar’, zegt Wapperom. ‘Zonder zou ons product meer dan 6.000 euro kosten en zou de terugverdientijd verdubbelen.’
Lees ook: Markt voor warmtepompen beleeft dip, maar bij DeWarmte stromen opdrachten nog steeds binnen
Een warmtepomp blijft een goede investering, vindt ook Marijn Flipse, medeoprichter en ceo van Quatt. Ook zijn klanten hebben de aanschaf van een hybride warmtepomp er binnen twee tot zes jaar uit. ‘Ik ken geen andere investering in duurzame energie met zo’n hoog rendement.’
Groei vertraagt, maar stopt niet
De vraag naar warmtepompen blijft volgens de ondernemers toenemen, al voorzien ze dat de groei in Nederland na 2026 door het schrappen van de wet wel kan vertragen. Dat dit de hele sector in het nauw brengt, zoals Terpstra schetst, verwachten ze echter niet. Flipse: ‘Ik denk dat die opmerking vooral betrekking heeft op grote producenten als Remeha, die hun productiecapaciteit fors hebben uitgebreid. Die zullen hier wel financiële schade van ondervinden. Tijdelijk, dan. Want de groei vertraagt, maar stopt niet.’
Neemt niet weg dat Wapperom wel ‘ontzettend baalt’ van het schrappen van de wet. ‘Er worden nog steeds meer cv-ketels verkocht dan warmtepompen. Dit had onze markt vanaf 2026 een enorme push kunnen geven. Net als onze ambitie om meer woningen van het gas af te krijgen.’
Hij begrijpt niet waarom de maatregel van tafel moest. ‘De coalitie zegt zich aan de bestaande afspraken over CO2-reductie te houden. Waar ga je die besparing dan vandaan halen?’
Grillig beleid
Quatt wil voor 2030 een miljoen hybride warmtepompen installeren. Flipse denkt niet dat dat streven in gevaar komt. ‘Dat komt voornamelijk omdat wij ons op de Europese markt focussen. Binnen Europa is Nederland maar een kleine speler.’
Ook DeWarmte schaalt nog steeds op, al doet het bedrijf dat in Nederland in 2026 volgens Wapperom ‘iets minder agressief dan gepland’. Versneld uitbreiden naar het buitenland is een van de opties die op tafel ligt om de groeiambities toch in stand te houden. Dat was aanvankelijk niet het plan, want in Nederland is genoeg te doen. Wapperom: ‘We kunnen hier nog zoveel gasketels vervangen.’
Het grotere achterliggende probleem is het grillige en onvoorspelbare kabinetsbeleid van de afgelopen jaren. ‘Neem bijvoorbeeld ook het invoeren van zero-emissiezones’, zegt Wapperom. ‘De coalitiepartijen gaan kijken of dat kan worden uitgesteld, terwijl wij al elektrische busjes hebben aangeschaft. Dat doen we in de eerste plaats omdat het duurzaam is en we erin geloven, maar natuurlijk ook als voorschot op die zones. Ondertussen blijft de concurrentie in goedkope dieselbusjes rondrijden.’
Klap of boost voor reputatie?
Hij maakt zich ook zorgen over de negatieve berichtgeving in de media over zijn sector. ‘Dat zorgt voor twijfel bij de consument en minder vertrouwen in de warmtepomp als oplossing. Dat zou erg zonde zijn.’
Flipse denkt dat het verdwijnen van de warmtepomp-plicht de beeldvorming juist kan helpen. ‘Mensen moeten de vrijheid hebben om eigen keuzes te maken.’ Hij ziet ook liever dat mensen er bewust en uit zichzelf voor kiezen. ‘Die verplichting heeft de warmtepomp er niet geliefder op gemaakt. Als je cv-ketel stukgaat en er móét een warmtepomp voor in de plaats komen, dan doe je geen grondig onderzoek, dan ga je gewoon voor de eerste die de telefoon opneemt. Je wilt toch warm douchen.’
Bovendien rem je met zo’n verplichting ook de innovatie, vervolgt hij. ‘Als iedereen morgen gedwongen aan de elektrische auto moet, gaan fabrikanten dan nog wel hun best doen om het beste en meest innovatieve product maken? Zo is het voor de warmtepomp ook.’