Buiten gaat het kwik richting de dertig graden, maar in de VIP-ruimte van techconferentie The Next Web is het lekker koel. Matthijs Welle schenkt water in – geen champagne, zo’n VIP-ruimte is het helaas niet – terwijl hij ondertussen direct van wal steekt. Af en toe een snelle blik op de tijd, want hij moet straks het podium op.
DEI or die heet het panel waarin hij op deze zonnige vrijdagmiddag plaatsneemt, op de NDSM-werf in Amsterdam. De afkorting staat voor diversity, equity and inclusion en was tot voor kort de vlag waaronder veel bedrijven en organisaties hun diversiteitsbeleid schaarden.
Tot president Trump in de Verenigde Staten de aanval op die programma’s opende. Sindsdien, ziet Welle, is DEI ‘off-limits’. Hij vindt het extreem. ‘Een jaar geleden was dat nog ondenkbaar.’
Zo min mogelijk risico lopen
Matthijs Welle is medeoprichter en ceo van hotelsoftwarebedrijf Mews. Hij is ook openlijk homoseksueel. Dat is niet vanzelfsprekend, zegt hij. In Europa verzwijgt meer dan een derde van de lhbtqia+-founders hun geaardheid voor investeerders. Een groot deel vindt het simpelweg privé of niet relevant om te delen, maar er spelen ook andere factoren mee.
Zoals de angst dat openheid over hun seksualiteit hun kansen om geld op te halen negatief beïnvloedt. Zeker in Amerika speelt dat laatste argument volgens Welle een grote rol.
‘Perceptie is alles’, zegt hij. ‘Je bent je business aan het verkopen, je bent jezelf als founder aan het verkopen. Daarbij is het altijd de vraag: hoeveel laat je van jezelf zien? Je wilt zo min mogelijk risico lopen en dit is helaas een risico. Je weet immers niet wie je tegenover je hebt.’
Eigenlijk is het een catch 22, zegt hij. ‘Gevolg is dat je op je woorden gaat letten, er komt niets meer natuurlijk uit je mond. Daardoor kom je veel minder authentiek over. Dat merken investeerders natuurlijk ook.’
Het T-woord
Het is lastig, zo niet onmogelijk, om over diversiteit en inclusie te praten zonder het over Trump te hebben. Het T-woord valt al in de eerste minuten van het gesprek. Van de 1.300 medewerkers van Mews werken er 150 in de Verenigde Staten. Zij maken zich zorgen, merkt Welle aan de vragen die het bedrijf van medewerkers krijgt. De rode draad: zijn ze nog wel veilig?
Lees ook: Diversiteit staat onder druk, nu komt de echte test voor leiders
‘We zijn een divers bedrijf’, zegt hij. ‘We hebben mensen uit de lhbtqia+-gemeenschap in dienst, mensen die neurodivers zijn, mensen met verschillende achtergronden en nationaliteiten. Ze zijn angstig, ze voelen zich bedreigd. Daar hebben ze alle reden toe, want vooral de transrechten staan in Amerika enorm onder druk.’
Dat maakt heel machteloos, zegt hij. ‘Op wat er buiten het bedrijf gebeurt, heb ik weinig invloed. Maar ik kan wel voor mijn mensen gaan staan. Dat hebben we intern heel duidelijk gemaakt: wij vechten voor jullie. Kom naar ons toe als je je onveilig voelt, dan gaan wij je helpen.’
Let op wat je post
Mews heeft daarnaast de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen. Medewerkers die voor het bedrijf veel naar Amerika reizen, krijgen het dringende advies om goed op te letten wat ze op hun socials posten – zeker sinds het reisadvies voor lhbti’ers is aangescherpt. ‘Het is achterlijk dat we het hier vandaag de dag nog steeds over hebben’, zegt Welle. ‘Maar het is ook de realiteit waarin we leven. Daar moeten we mee omgaan.’

Vooropgesteld vindt hij het belachelijk dat de term DEI door tegenstanders onklaar is gemaakt. ‘Waar ben je dan eigenlijk boos over?’, vraagt hij zich af. ‘Dat we meer diversiteit willen, dat we iedereen gelijk willen behandelen en betalen, dat we een organisatie willen zijn waar iedereen zich thuis voelt? Dat gesprek kun je niet eens meer aangaan. Zodra het woord ‘DEI’ valt, luisteren mensen al niet meer.’
Beursgang in Amerika
Dat kan Mews ook zakelijk in de wielen rijden. Het bedrijf groeit hard in de Verenigde Staten, veel harder dan in Europa. Als de nieuwbakken unicorn – sinds vorig jaar is Mews meer dan een miljard euro waard – in de toekomst een exit gaat maken, wordt het een Amerikaanse beursgang.
Maar die ambities zijn in het huidige klimaat moeilijk te rijmen met een uitgesproken profilering op het gebied van diversiteit en inclusie. Grote Amerikaanse bedrijven als Meta en Amazon nemen nadrukkelijk afstand van hun DEI-beleid. Dat is ook voelbaar in Nederland; de bedrijven sponsoren de Amsterdamse Pride niet meer. ‘Nu zien we de ware aard van Jeff Bezos en Mark Zuckerberg’, zegt Welle. ‘Alles wat ze hiervoor op het gebied van diversiteit en inclusie deden, was dus gewoon nep.’
Om overeind te blijven in dat geweld, denkt hij dat de DEI-gemeenschap een rebranding nodig heeft. ‘We zullen een andere insteek moeten vinden. Want ons werk gaat gewoon door.’
Terug naar de kern
Zo’n rebranding heeft Mews intern ook doorgevoerd. Door diversiteit en inclusie terug te brengen tot de kern: de mensen zelf. Onder de noemer All Hands organiseert het bedrijf online bijeenkomsten, waarin medewerkers vertellen over hun achtergrond en zaken waar ze tegenaan lopen.
Welle: ‘Dat labelen we niet als DEI, dat gaat dan bijvoorbeeld gewoon over onze collega Jack. Jack heeft het moeilijk op zijn werk, hoe kunnen we hem daarmee helpen?’
Lees ook: Nederlandse bedrijven gaan niet mee in Trumps oorlog tegen DEI
Zo heeft Mews relatief veel neurodivergente medewerkers in dienst, mensen met ADHD, autisme of een brein dat op een andere manier afwijkt van de norm. Zij delen hun ervaringen, maar medewerkers vertellen in de sessies ook over leven met hiv of het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden. Voor veel mensen zijn dat vrij abstracte onderwerpen, weet Welle. ‘Maar zodra je dat een gezicht geeft, kunnen mensen zich veel makkelijker in elkaar verplaatsen.’
Inclusive 30
Welle werd in 2024 opgenomen in de MT/Sprout Inclusive30, de lijst van mensen die zich sterk maken voor diversiteit en inclusie in het bedrijfsleven. Als gezicht van Mews stelt hij zich bewust op als rolmodel. Een open bedrijfscultuur begint bij de ceo, weet hij: leiders die streven naar openheid binnen de organisatie, moeten dat zelf ook uitdragen.
Zijn belangrijkste medium? LinkedIn. ‘Daar zit iedereen.’
Foto van man en hond
Mews groeit hard. De laatste keer dat we Welle spraken, had het bedrijf duizend medewerkers, inmiddels zijn dat er alweer driehonderd meer. Elke maand vliegt hij naar Praag voor om de nieuwe collega’s toe te spreken. Die presentaties opent hij standaard met een foto van zijn man en zijn hond.
‘Gewoon heel feitelijk’, zegt Welle. ‘Kijk, dit is mijn familie. En hup, volgende slide. Dat doe ik omdat ik het belangrijk vind dat vanaf dag één duidelijk is: ik ben homo, ik ben daar open over en je mag me alles vragen.’
Lees ook: Matthijs Welle (Mews): knetterharde werker en co-founder van Nederlands nieuwste unicorn
Hij doet het ook om te ondervangen wat lhbti’ers doorlopend gebeurt: in een wereld die is ingericht op heterorelaties, moeten ze steeds opnieuw uit de kast komen. ‘Wat zeg je als een relatie vraagt of je je vrouw meeneemt naar een zakelijk event? Dat je single bent of dat je een man hebt? Of kom je gewoon niet? Die afweging moet je steeds opnieuw maken’, zegt Welle.
Zelf kan hij daar goed mee omgaan. ‘Ik maak er een soort grap van. Dan word ik weer eens uitgenodigd om naar de Formule 1 te komen. Bel maar zodra je tickets voor Beyoncé hebt, zeg ik dan. Maar niet iedereen kan dat of wil dat.’
Genderneutrale toiletten
Welle vindt dat hij geluk heeft gehad. ‘Ik vecht niet voor mezelf, maar voor anderen. Voor de transgender vrouwen die in het Verenigd Koninkrijk niet meer naar het vrouwentoilet mogen, omdat ze gebruik moeten maken van de toiletten die bij hun geboorte op hun paspoort stonden. Eén van onze medewerkers is transgender en woont in het VK, zij overweegt om te verhuizen. En die mensen hebben het al zo moeilijk. Dat vind ik zó zwaar.’
Soms moet hij capituleren. De kantoren van Mews hebben genderneutrale toiletten. ‘Maar in Tsjechië zijn die verboden, dus toen de inspectie na een verbouwing bij het kantoor in Praag langskwam, hadden we stickers met een mannelijk en vrouwelijk poppetje op de deuren geplakt. Dat vond ik verschrikkelijk. Zo’n moment kan ik aangrijpen om een statement te maken. Maar is dat het waard? Waarschijnlijk niet.’
Dus doet hij het op deze plek. En in het DEI-panel van The Next Web, want Welle moet weer door. ‘Ik vind het moeilijk om te zien dat mensen niet dezelfde kansen krijgen. En ik ben de eerste die op het podium gaat zitten om daarover te praten.’