Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hebbedingen – What’s new?

Skiën met de wentelwiek


Is met de meute de piste af u iets te gewoontjes?
En gaat u liever where no man has gone before, door de verse poedersneeuw? Dan is heli-skiën minstens één keer een must. Maar in voor de hand liggende wintersportbestemmingen is het te vol, en Canada, Chili en India zijn weer zo ver weg. Dan is IJsland een fijne best-nog-dichtbijbestemming. De fjorden, gletsjers en steile wanden van het noordelijke schiereiland Troll bieden, zoals dat heet, voor elk wat wils. En in plaats van de verplichte fakkelafdaling schijnt het noorderlicht de skiërs bij. Bijkomen gebeurt in een flink verbouwde schapenhut. Geen goedkope hobby, maar wel een garantie voor foto’s waar de collega’s met afgunst naar zullen kijken.

Nach beneden hangen

De weg vragen doe je niet op de piste. En dat hoeft ook niet, als je goed voorbereid op weg gaat. Met de Oakley Airwave skibril dus. Voor het rechteroog biedt die een head up-display, waarin snelheid, hoogte, coördinaten, routeaanwijzingen of skimaten te vinden zijn. De slimme skibril maakt namelijk via bluetooth contact met de iPhone, die zich laat bedienen via de bijgeleverde polsband. Dat de muziekbilibiotheek of binnenkomende telefoontjes ook in de bril verschijnen, spreekt dan vanzelf. 

www.oakley.com, 599 euro

Nagenieten

Niet iedereen gaat mee hors-piste. Dan is het fijn nagenieten en, vooruit, een beetje opscheppen, dankzij de beelden die de Contour +2 schiet. Helmcamera’s zijn er in soorten en maten, maar aan de top zijn het GoPro en Contour die armpje drukken om de fijnproevers voor zich te winnen. Deze Contour schiet niet alleen in hd-kwaliteit zijn beelden, ze beschikken ook
over gps en staan draadloos in contact met de smartphone, die dan als monitor dienst kan doen. Wordt geleverd inclusief waterdichte ombinddoos.
www.contour-europe.com, 399 euro

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Groene sneeuwzoemer

Vast heel duurzaam, zo’n elektrische scooter, maar sexy? Tot je er een skisetje op monteert. Slim bekeken van de Nederlandse zoemfietsleverancier Govecs: lekker raggen in de sneeuw met de Go!Snow, en nog een schoon geweten ook. In de overdekte ski-oorden in ons land ziet de scooterboer een ander gaatje in de markt. Die kunnen de elektrische sneeuwscooter verhuren zonder dat de hal blauw komt te staan.
www.rrmobility.nl, vanaf 4.000 euro
 

>> Dit artikel komt uit MT MagazineAbonnement?

De toekomst van vastgoedfinanciering: waarom ondernemers vaker voor ‘non-bancair’ kiezen

In samenwerking met Bufr: Zakelijk vastgoed financieren met aandacht - Wel of niet aflossen op je bedrijfspand? Of tóch die ene extra medewerker aannemen? Voor de gemiddelde mkb’er zijn dit terugkerende vraagstukken. Steeds vaker valt de keuze op non-bancaire financiering om door te groeien. ‘We willen ondernemers helpen vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja’, stelt Diederik Jongema, operationeel directeur van Bufr.

diederik jongema bufr
Diederik Jongema is operationeel directeur van Bufr, dat ondernemers en investeerders samenbrengt in financieringen voor zakelijk vastgoed.

Het aandeel non-bancaire financieringen in Nederland blijft gestaag groeien. Uit recent onderzoek van Stichting MKB Financiering blijkt dat in 2023 zo’n 36 procent van de financieringen tot 1 miljoen euro buiten de traditionele banken om werd geregeld. In 2022 was dat percentage nog 29 procent. Alles goed voor zo’n 5,1 miljard euro aan financieringen in het afgelopen jaar.

De belangrijkste oorzaak van deze groei? ‘Banken hebben het moeilijk met alle regelgeving en vinden het lastig winstgevend te zijn op kleine financieringen’, legt Jongema van Bufr uit. ‘Het beeld dat alternatieve financiering duur of ondoorzichtig is, klopt niet meer. De rentes zijn marktconform en veel voorwaarden zijn gunstiger dan bij banken. Non-bancaire financiering is vaak niet alleen toegankelijker, maar ook beter afgestemd op de behoeften van de ondernemer.’

Geen ‘alternatieve’ financiering meer

In Nederland wint non-bancaire financiering dus langzaam terrein, maar de vergelijking met de Verenigde Staten laat zien dat er nog veel meer ruimte is voor groei. ‘In Amerika wordt non-bancaire financiering al niet meer als alternatief gezien, maar als één van de primaire opties’, zegt Jongema. ‘Die ontwikkeling komt ook hierheen. Het label ‘alternatief’ mag er wat mij betreft af, want dit is de toekomst van financiering.’

‘Te vaak laten ondernemers zich ontmoedigen door een ‘nee’ van de bank’, merkt Jongema op. ‘Een afwijzing betekent niet dat je een slecht plan hebt. Het kan ook liggen aan sectorbeperkingen of andere factoren waar je als ondernemer helemaal niks aan kunt doen.’

Financiering als groeiversneller

Jongema ziet financiering niet als een last, maar als een krachtig middel om groei te stimuleren. ‘Ik kom uit de private equity- en venture capital-wereld’, legt hij uit. ‘Daar wordt financiering gezien als een essentieel instrument om bedrijven te laten groeien. Voor ondernemers geldt hetzelfde: geld lenen is niet ‘vies’, zolang het een gezond doel dient. Ik geloof sterk dat een ondernemer altijd meer rendement moet halen uit het geleende geld dan de rente die hij of zij betaalt.’

Hij moedigt ondernemers aan om kritisch naar de financieringsstructuur van hun vastgoed te kijken. ‘Veel mkb’ers lossen bijvoorbeeld af op hun pand, zonder na te denken over alternatieven. Stel dat je 100.000 euro per jaar aflost, terwijl je dat geld kunt inzetten om een extra medewerker aan te nemen. Misschien genereert die medewerker wel meer winst dan de aflossing kost. Dan creëer je verdiencapaciteit in je organisatie.’

‘Aflossen omdat het kan, niet omdat het moet’

Toch snapt Jongema de crux bij ondernemers. ‘Het begint bij het in kaart brengen van je financieringslasten. Wat is je pand waard, en wat kost het je? Meer dan alleen rente, ook de aflossingen. Als je bijvoorbeeld in twintig jaar aflost, stop je jaarlijks zo’n 5 procent van de waarde in aflossing. Maar dat geld kun je misschien beter inzetten in je bedrijf. Hij benadrukt: ‘Het gaat erom dat je aflost omdat het kan, niet omdat het moet.’

Vooruitkijken is volgens Jongema essentieel. ‘Wat wil je komend jaar bereiken en hoe kan vastgoed daarbij helpen? Door op tijd plannen te maken, kun je rustig nadenken over je opties. Kom je echter in het nauw, dan loop je het risico terecht te komen bij partijen met woekerrentes van 20 of 30 procent, puur omdat je geen uitweg meer ziet. Dat gebeurt vaak als je inzet op groei, maar de resultaten tegenvallen en je liquiditeitsplanning niet uitkomt. Door vooruit te kijken, voorkom je dat je in de hoek van de kamer belandt.’

Samen op zoek naar de ‘ja’

Bufr brengt ondernemers, vastgoedbeleggers en vastgoedontwikkelaars samen met investeerders in financieringen voor zakelijk vastgoed, zónder tussenkomst van een bank. ‘We beginnen altijd met een brede blik’, legt Jongema uit. ‘We hebben toegang tot diverse financieringskanalen, zoals peer-to-peer lending, family offices, institutionele fondsen én onze eigen middelen. Voor elke ondernemer zoeken we de oplossing die het beste past bij zijn of haar situatie.’

Maar soms is de oplossing er simpelweg niet meteen. ‘Het liefst help ik iemand aan een financiering, maar ik vind het net zo belangrijk om de ondernemer eerlijk mee te nemen in het proces. Waarom niet? Wat kan wél? Wat past binnen de kaders? Soms is het beter om even te wachten, bijvoorbeeld tot de nieuwe jaarrekening klaar is. Dat kan betere voorwaarden opleveren. We willen ondernemers helpen om vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja.’

De vraag achter de vraag

Hoewel digitalisering steeds meer grip krijgt op de financiële sector, signaleert Jongema een belangrijke paradox: ondernemers hebben júist behoefte aan persoonlijk contact. ‘Veel dienstverleners gaan volledig online, maar dat werkt niet voor altijd. Bij sommige aanbieders wordt bijna 9 op de 10 van de online aanvragen afgewezen. Dat betekent dat 90 procent van de ondernemers tijd en energie steekt in een proces dat vaak niet eens uitlegt waarom hun aanvraag niet past. Dat frustreert.’

‘Met Bufr willen we niet alleen financiering bieden, maar ook een sparringpartner zijn’, stelt Jongema. ‘Ik vind het belangrijk om ondernemers écht te horen. Toen ik een provinciaal fonds in de markt zette, zag ik hoeveel ondernemers vastliepen: ze konden nergens meer terecht met hun financiële vragen. Het begint met een simpel gesprek en een kop koffie. Dat eerste contact, waarin je luistert naar de vraag achter de vraag, maakt alles daarna tien keer sterker. Dat element van écht luisteren wil ik terugbrengen in dit vakgebied. Als je belt, krijg je iemand aan de lijn die met je meekijkt en oplossingen zoekt.’

‘Ondernemers blijven terugkomen’

Bufr is tweeënhalf jaar geleden gestart als dochteronderneming onder de vlag van de Rotero Groep. Deze groep, al actief sinds de jaren 80, staat bekend om concepten als Huis & Hypotheek en heeft een breed netwerk in de vastgoedmarkt.

‘Bufr is een integraal onderdeel van deze groep, die naast vastgoedconcepten ook expertise heeft in default management voor grootbanken en over een landelijk taxateursnetwerk beschikt. Die samensmelting van vastgoed- en financieringskennis vormt de kern van Bufr.’

Die filosofie werpt inmiddels dan ook haar vruchten af, ziet Jongema. ‘We bouwen elke dag verder. Bijna op een startup-, scaleup-achtige manier, ondanks het feit dat we al meer dan dertig jaar ervaring hebben in het speelveld van vastgoedfinancieringen. Ondernemers die bij ons een financiering hebben afgesloten, blijven terugkomen. Hetzelfde geldt voor investeerders. Onze beste reclame is mond-tot-mondreclame, en dat krijg je alleen als mensen het gevoel hebben dat ze er beter van worden.’

Meer weten? Benieuwd wat Bufr voor jou kan betekenen? Neem dan direct contact op via telefoonnummer 0513 – 644466 of download hier de whitepaper.

Vergeet diploma’s – dit is wat je echt moet weten van nieuwe medewerkers

In samenwerking met TNO - Het grootste personeelstekort in vijftig jaar vraagt om nieuwe oplossingen. TNO start daarom een uniek experiment dat de arbeidsmarkt op zijn kop kan zetten. 'Als we kunnen aantonen dat deze aanpak werkt, kan dat een katalysator zijn voor de hele Nederlandse arbeidsmarkt.'

tno skills paspoort joost van genabeek
Joost van Genabeek is senior research scientist work & health bij TNO. Foto: Getty Images / TNO

Voor het eerst sinds de jaren 70 zijn er structureel meer vacatures dan werkzoekenden. Deze situatie is uniek in de geschiedenis van de Nederlandse arbeidsmarkt. ‘2021 was het kantelpunt’, zegt Joost van Genabeek, senior research scientist work & health bij TNO. ‘Sindsdien is er een absoluut arbeidstekort: minder mensen dan het aantal vacatures. De context van de arbeidsmarkt is dus ineens erg anders geworden.’

‘Je kunt niet meer denken vanuit een teveel aan mensen. Lange tijd werd bijvoorbeeld gedacht dat een beetje frictiewerkloosheid nuttig zou zijn voor de arbeidsmarkt, omdat mensen vaak niet direct een nieuwe baan vinden na een ontslag. Die ruimte zorgt dan voor een beetje ruimte in vraag en aanbod. We hebben nu echter te weinig goed inzetbare werklozen, waardoor het vastloopt.’

Van diploma’s naar skills

De oplossing ligt volgens Van Genabeek in een transitie naar een ‘skills-based arbeidsmarkt’, waarbij niet diploma’s maar kennis en vaardigheden centraal staan. ‘Het gaat erom dat we precies in kaart brengen welke kennis, vaardigheden, competenties en gedragsaspecten nodig zijn om werk uit te voeren. Dit klinkt abstract, maar is juist heel concreet. Door te kijken naar wat mensen daadwerkelijk kunnen in plaats van alleen naar diploma’s, kunnen we de arbeidsmarkt efficiënter maken.’

Die benadering kan de personeelskrapte op drie manieren aanpakken. ‘Je kunt meer mensen voor meer uren aan het werk krijgen, ook degenen die nu aan de kant staan. Daarnaast kun je technologie inzetten om processen te optimaliseren. Maar de grootste winst zit in het verbeteren van de match tussen mens en werk.’

Digitaal reisdocument voor de arbeidsmarkt

Een belangrijk instrument in het creëren van betere en diepere matches is het skills-paspoort, een soort digitaal reisdocument voor de arbeidsmarkt. ‘Werkgevers willen meer weten dan alleen of iemand een diploma heeft’, zegt de TNO-expert. ‘Een skills-paspoort laat zien welke vaardigheden iemand beheerst én op welk niveau. Dit moet wel gevalideerd worden. Werkgevers willen zien dat een professional bepaalde skills echt onder de knie heeft.’

Een concreet voorbeeld van de transitie naar een skills-based arbeidsmarkt is te vinden in de technieksector. ‘De metalektro-sector kampt met enorme arbeidstekorten, nóg groter dan in andere branches’, vertelt Van Genabeek. ‘Na langdurige onderhandelingen tussen cao-partijen is vorig jaar besloten om een grootschalig experiment op te zetten met skills-paspoorten.’

Grootste skills-ontwikkeltraject in Nederland

TNO heeft eerst een verkennend onderzoek uitgevoerd om de mogelijkheden in kaart te brengen. ‘We hebben verschillende aanbieders van skills-paspoorten geanalyseerd en ontwerpprincipes opgesteld dat we met hen hebben besproken. Voor de tweede fase, die dit jaar van start gaat, gaan we drie verschillende technische concepten uitproberen bij een flink aantal bedrijven, werknemers en leidinggevenden.’

Het project is volgens Van Genabeek uniek in zijn omvang. ‘Dit is momenteel het grootste implementatie- én ontwikkeltraject in Nederland op het gebied van skills-paspoorten. We gaan verschillende vormen van validatie testen, van ‘zachte’ validatie via online tests tot ‘harde’ validatie van aantoonbare vaardigheden.’

Katalysator voor bredere implementatie

De eisen voor het skills-paspoort zijn streng. ‘Het moet interoperabel zijn, wat betekent dat gegevens gemakkelijk uitwisselbaar zijn tussen verschillende systemen. Daarnaast moet er een sterke validatiekant zijn, waarbij kennis en vaardigheden betrouwbaar kunnen worden beoordeeld. Eigenaars van het paspoort moeten ook hun gegevens op een veilige manier kunnen delen met werkgevers en andere belanghebbenden.’

Het succes van dit project kan grote gevolgen hebben, ziet Van Genabeek. ‘We zien dat andere sectoren met personeelstekorten, zoals de zorg, defensie en de politie, met grote belangstelling kijken naar dit experiment. Als we kunnen aantonen dat deze aanpak werkt, kan dat een katalysator zijn voor bredere implementatie in de hele Nederlandse arbeidsmarkt.’

Stevige databasis

Om de transitie naar een skills-based arbeidsmarkt mogelijk te maken, werkt TNO aan een stevige databasis. ‘We zijn betrokken bij CompetentNL, een samenwerkingsverband met onder meer UWV, SBB en CBS’, legt Van Genabeek uit. ‘Hierin ontwikkelen we een skills-ontologie: een gestructureerd overzicht van vaardigheden en kennis die nodig zijn voor beroepen en opleidingen in Nederland. CompetentNL vormt hiermee een gefundeerde basis voor het verwezenlijken van betere matches op de arbeidsmarkt.’

De rol van artificial intelligence is hierbij volgens Van Genabeek van groot belang. ‘We gebruiken AI-gerelateerde methodes om data te verwerken én te analyseren. Maar we zorgen ook voor kwaliteitsborging: het is essentieel dat deze AI-systemen uitlegbaar en eerlijk zijn.’

Unieke expertise TNO

De rol van TNO in deze transitie is bijzonder, benadrukt Van Genabeek. ‘We hebben een unieke kennis- en marktpositie. We zijn niet alleen goed op de hoogte van de relevante data en kennis over arbeidsmarkt en opleidingen, maar weten ook hoe deze toegepast kunnen worden in de praktijk. Met de drie ankers van data, kennis en implementatie, zijn er weinig partijen die een integrale innovatie aanpak van arbeidstekorten kunnen organiseren.’

‘Voor de buitenwereld hebben we een hele duidelijke rol te spelen. Het combineren van technische én sociale innovatie: dat is onze kracht. TNO ontwikkelt zelf geen tools. Wel helpen wij marktpartijen om hun tooling effectief te maken. We gaan niet iets concreets bouwen, maar kunnen wel aangeven waaraan het moet voldoen.’

Technologie alleen is niet genoeg, stelt Van Genabeek. ‘Je kunt alles technisch goed regelen, maar dan weet je nog niet of het goed gebruikt wordt. De sociale innovatiekant wordt vaak onderschat. Het gaat erom dat werknemers en leidinggevenden deze skills-benadering daadwerkelijk in de praktijk gaan toepassen.’

Kansen voor nieuwkomers

De skills-based benadering biedt ook nieuwe kansen voor arbeidsmigranten en andere nieuwkomers op de arbeidsmarkt. ‘Als je alleen maar kijkt naar diploma’s, hebben deze mensen vaak geen kans’, zegt Van Genabeek. ‘Door te focussen op skills kun je hun capaciteiten beter benutten en voorkomen dat ze onder hun niveau werken.’

Hij wijst op succesvolle initiatieven zoals SkillLab, een startup die zich richt op het in kaart brengen van vaardigheden van nieuwkomers. ‘Dit soort innovatieve bedrijven laat zien dat een skills-based aanpak werkt. Ze groeien snel omdat ze een reëel probleem oplossen.’

‘Haal geen oud functieprofiel uit de la’

Voor bedrijven die willen beginnen met skills matching, heeft Van Genabeek een duidelijk advies. ‘Start met een grondige analyse van je eigen functies. Kijk niet alleen naar kennis, maar ook naar houding, gedrag en aanvullende vaardigheden. Wees kritisch en haal niet zomaar een oud functieprofiel uit de la. Kijk naar het huidige en toekomstige werk en gebruik beschikbare data om dit te objectiveren.’

Daarnaast is het belangrijk om een lerende organisatie te worden. ‘Mensen leren continu tijdens het werk, formeel én informeel. Zorg voor afwisselend werk, want dan leren mensen meer én beter. Als je van een bedrijf een lerende omgeving maakt, hoef je je minder zorgen te maken over het vinden van goede mensen, zelfs in een krappe arbeidsmarkt.’

Kopieergedrag

De urgentie van een skills-based benadering wordt versterkt door internationale ontwikkelingen, ziet van Genabeek. ‘We zitten in Nederland in een riante positie: mensen met talent komen vanuit heel Europa hier naartoe vanwege het hoge loonniveau. Maar die positie kan snel veranderen als je het hen moeilijk maakt hier aan de slag te gaan. Heel Europa vergrijst en andere landen kampen met vergelijkbare arbeidstekorten.’

Van Genabeek is desondanks voorzichtig optimistisch. ‘Het gaat niet van de ene op de andere dag, maar ik zie dat er beweging komt. Vooral in sectoren met grote tekorten groeit het besef dat het anders moet. Als we kunnen laten zien dat de skills-based benadering werkt, zullen anderen volgen.