Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dit zijn 3 alternatieven voor de nationale CO2-heffing waar de Tweede Kamer vanaf wil

Een motie van CDA-leider Henri Bontenbal om de nationale CO2-heffing te schrappen is woensdag aangenomen door een meerderheid in de Tweede Kamer. Als de CO2-heffing hierdoor inderdaad verdwijnt, blijft er wel een belangrijke vraag liggen: hoe kan de Nederlandse industrie het best gesteund worden om tempo te maken met de reductie van CO2-emissies?

co2 heffing bedrijven nederland
CDA-leider Henri Bontenbal wil de nationale CO2-heffing schrappen. Foto: Getty Images

Nederland heeft voor de zware industrie een extra CO2-heffing ingevoerd om verduurzaming van productieprocessen te stimuleren, maar deze belasting ligt zwaar onder vuur. Een motie van CDA-leider Henri Bontenbal om de nationale CO2-heffing te schrappen kreeg deze week steun van de VVD en werd woensdag aangenomen door een Kamermeerderheid.

Dat roept de vraag op welke alternatieven er zijn voor een nationale CO2-heffing en of die voldoende zijn om reductiedoelen voor de uitstoot van broeikasgassen door de zware industrie te behalen.

Europese CO2-prijs versus nationale CO2-heffing

De Nederlandse industrie heeft via het Europese ETS-systeem al te maken met het beprijzen van CO2. Geselecteerde bedrijven moeten jaarlijks zogenoemde emissierechten inleveren bij de Nederlandse Emissieautoriteit, op basis van de hoeveelheid CO2 die ze uitstoten. Een deel daarvan krijgen ze gratis, maar een deel moeten ze kopen via een veilingsysteem of via de secundaire handelsmarkt voor emissierechten.

De kosten van CO2-emissies worden hiermee bepaald door de prijzen van het Europese handelssysteem. In de grafiek hieronder is te zien dat de Europese CO2-prijs dit jaar schommelt tussen de pakweg 60 en 80 euro per ton CO2, met recent prijzen die iets boven de 70 euro per ton liggen.

europese co2 prijs ets

De nationale CO2-heffing is afgestemd op het Europese systeem van emissierechten. Dit betekent dat de Nederlandse industrie alleen het verschil tussen de nationale en Europese CO2-heffing betaalt, als de nationale heffing hoger is dan de Europese CO2-prijs. In de tabel hieronder is te zien hoe de Nederlandse CO2-heffing oploopt in de komende jaren.

co2 heffing nederland

In 2024 bedroeg de nationale CO2-heffing 74,17 euro per ton en dit jaar is dat gestegen naar 87,17 euro per ton. Gegeven het niveau van de Europese CO2-prijzen betekent dit dat de nationale heffing pas sinds vrij kort echt pijn begint te doen voor de Nederlandse industrie, wat de aanzwellende roep om afschaffing mede verklaart.

Vanaf 2026 komt er jaarlijks 12,84 euro bij, zodat de nationale heffing in 2030 op 152,10 euro uitkomt. Aangezien voor de Nederlandse industrie het verschil tussen de nationale heffing en de Europese CO-prijs relevant is, wordt het voor de Nederlandse industrie vooral een uitdaging, als de Europese prijs bijvoorbeeld rond de 70 euro per ton blijft hangen, terwijl de nationale heffing gestaag oploopt.

Kritiek op nationale CO-heffing

De nationale CO2-heffing is in 2021 ingevoerd en was vooral bedoeld als extra prijsprikkel om verduurzaming van de industrie te stimuleren. De zware industrie klaagt echter al een tijd over hoge energiekosten en waarschuwt voor de risico’s van grootschalige sluitingen en/of vertrek uit Nederland.

CDA-leider Bontenbal heeft zich gevoelig getoond voor deze kritiek, vooral met het argument dat de randvoorwaarden om verduurzaming van de industrie te realiseren niet goed zijn uitgewerkt. Voor elektrificatie van industriële processen speelt bijvoorbeeld mee dat het stroomnet aangepast en verzwaard moet worden. Daarnaast zijn er vragen over bijvoorbeeld de beschikbaarheid van groene stroom voor de industrie en het optuigen van de infrastructuur voor blauwe en groene waterstof.

Als de nationale CO2-heffing inderdaad verdwijnt, hebben Nederlandse industriebedrijven alleen nog te maken met het Europese emissiesysteem, wat in ieder geval een gelijker speelveld oplevert.

Alternatieven voor nationale CO2-heffing

Feit blijft intussen dat verduurzaming van de industrie de komende jaren tractie moet krijgen om nationale reductiedoelen van de uitstoot van broeikasgassen te realiseren.

In het Klimaatakkoord van 2019 is afgesproken dat de industrie in 2030 de CO2-emissies moet hebben teruggebracht naar een niveau van iets minder dan 36 miljoen ton. Ter vergelijking: in 2023 zat de industrie op een uitstootniveau van 46,1 miljoen ton. De komende jaren moet onder meer de afvang van CO2 via het opslagproject Porthos extra vaart geven aan emissiereducties.

Om het tempo erin te houden bij de ‘decarbonisatie’ van de industrie blijft ondersteuning vanuit de overheid waarschijnlijk hard nodig. In een afgelopen jaar verschenen analyse gaf het Planbureau voor de Leefomgeving alvast drie alternatieven voor de huidige nationale CO2-heffing.

#1 Nationale CO2-heffing koppelen aan de ontwikkeling van de Europese CO2-prijs

De huidige CO2-heffing van Nederland loopt de komende jaren op met een absoluut bedrag van jaarlijkse zo’n 13 euro per ton. Een variant hierop kan zijn dat de nationale CO2-heffing een beperkte procentuele opslag is boven op de Europese CO2-prijs.

Stel dat je 10 procent doet en de Europese CO2-prijs bedraagt 70 euro per ton, dan hef je 7 euro extra. Zakt de prijs naar 60 euro, dan hef je 6 euro extra, enzovoorts. Op die manier geef je nog wel een extra prijsprikkel tot verduurzaming, maar loopt de nationale heffing minder uit de pas met de Europese beprijzing.

#2 Maatwerkafspraken

De overheid kan ook zwaarder inzetten op zogenoemde maatwerkafspraken met grote uitstoters. Deze week werd bijvoorbeeld bekend dat suikerbedrijf Cosun een akkoord heeft gesloten voor CO2-reductie op zes productielocaties door te investeren in verduurzaming van het productieproces. De overheid legt daar dan een bedrag bij dat kan oplopen tot 105 miljoen euro. Dergelijke maatwerkafspraken kunnen dus op bedrijfsniveau worden gemaakt.

#3 Onrendabele top subsidiëren

Een derde route is dat de overheid investeringen in verduurzaming stimuleert door de zogenoemde onrendabele top te vergoeden. Dat wil zeggen: als een duurzamere productiemethode met zich meebrengt dat een bedrijf hogere marktprijzen moet vragen om rendabel te blijven, vergeleken met de prijzen die CO2-intensieve concurrenten rekenen, dan kan de overheid het verschil vergoeden.

Met het afschaffen van de nationale CO2-heffing, komt de bal dus al snel weer bij de politiek te liggen. Als het CDA in beeld komt om na de verkiezingen van oktober mee te doen aan een nieuw kabinet, mag voorman Bontenbal gaan uitleggen welke maatregelen hij voor ogen heeft om ervoor te zorgen dat de Nederlandse industrie tempo kan maken met emissiereducties.

Dit artikel is eerder verschenen op Change Inc. , platform om de duurzame transitie te versnellen.