Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Werknemer betaalt voortaan eigen verkeersboetes

Werkgevers hoeven niet langer op te draaien voor verkeersboetes die werknemers krijgen met de auto van de zaak.

De werknemer die onder werktijd in zijn auto van de zaak te hard rijdt en daarvoor bekeurd wordt, moet de boete in alle gevallen zelf betalen. Het gerechtshof in Den Haag besliste in mei 2006 dat een werkgever in zo’n situatie de boete niet op de werknemer kan verhalen, mits hij niet meer dan 10 kilometer te hard rijdt. De Hoge Raad heeft deze uitspraak vernietigd: u als werkgever kunt zo’n verkeersboete wél in alle gevallen verhalen.

Een automobilist die een verkeersovertreding begaat, kan daarvoor bekeurd worden. Die bekeuring wordt opgelegd aan de automobilist zelf, of, als zijn identiteit niet direct kan worden vastgesteld, aan degene op wiens naam het kenteken van de auto staat.

Dat is zo geregeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV).

De zaak

De procedure die de zaak aan het rollen bracht, betrof een werknemer van TPG Post die onder werktijd in een auto van de zaak te hard reed en daarvoor bekeurd werd. Maar liefst drie keer: hij reed 4, 6 en 11 kilometer te hard, boven de toegestane snelheid van 50 kilometer per uur. De bekeuringen werden opgelegd aan de kentekenhouder: werkgever TPG Post (of de leasemaatschappij). Die verhaalde de boetes op de betreffende werknemer door inhouding op het nettoloon.

In een proefprocedure stelde vakbond Abvakabo namens de werknemer dat verhaal niet was toegestaan omdat geen sprake was van opzet of grove schuld van de werknemer. Het hof in Den Haag was het daar gedeeltelijk mee eens.

Het besliste dat bij een snelheidsovertreding van niet meer dan 10 kilometer per uur (boven de toegestane 50 kilometer per uur) géén sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, daarboven wél. De werkgever kon de bekeuringen wegens 4 en 6 kilometer te hard rijden niet verhalen, die wegens 11 kilometer te hard rijden wél. Zie ook BelastingBelangen 2006. Een beetje te hard gereden? De zaak betaalt.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft deze uitspraak vernietigd en beslist dat een werkgever verkeersboetes wegens te hard rijden in alle gevallen op de werknemer kan verhalen.

De Raad komt tot deze beslissing omdat anders een niet te verklaren verschil zou ontstaan tussen een werknemer die te hard rijdt en die zelf beboet wordt, omdat hij in zijn eigen auto rijdt of omdat zijn identiteit door de verbaliserende agent direct kan worden vastgesteld, en de werknemer die eenzelfde overtreding begaat waarbij de bekeuring aan zijn werkgever — de kentekenhouder — wordt opgelegd.

In de eerste situatie zou de werknemer altijd zelf de boete moeten betalen, in de tweede situatie zou die voor rekening van de werkgever blijven. Verder overweegt ons hoogste rechtscollege dat het bij de invoering van de WAHV (in 1989) niet de bedoeling van de wetgever was, dat een werkgever voortaan de boetes moest dragen wegens verkeersovertredingen van zijn werknemers.

CommentaarDeze uitspraak is in werkgeverskringen met gejuich ontvangen. Na de uitspraak van het gerefchtshof in Den Haag vreesden veel werkgevers dat zij in alle gevallen moesten opdraaien voor de boetes van werknemers wegens snelheidsovertredingen onder werktijd.

Dat pakt nu anders uit. De vakbeweging heeft kritiek op de uitspraak: zij stelt dat een beetje te hard rijden onder werktijd tot de normale bedrijfsrisico’s behoort, die ten laste van de ondernemer/werkgever behoren te komen. De uitspraak betekent ook voor DGA’s een verliespost: zij moeten de bekeuringen wegens een beperkte snelheidsovertreding onder werktijd voortaan zelf betalen. Verhaalt de BV de boete niet, dan gaat de boete af van het nettoloon. En dat is fiscaal nog veel duurder………

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

(Bron: Hoge Raad 13 juni 2008 BC 8791)

Hans Zwagemaker (BelastingBelangen)