Google investeert 600 miljoen euro in de bouw van het complex, waarvoor minister Henk Kamp (Economische Zaken) dinsdag een schop in de grond stak, grond die Google kocht van Groningen Seaports. Het havenbedrijf maakt niet bekend hoeveel Google heeft betaald, maar het is al druk aan het lobbyen om nog meer datacenters aan te trekken.
Werkgelegenheid
Google zorgt op korte termijn voor behoorlijk wat werkgelegenheid. De komende jaren zullen duizend mensen met de bouw zoet zijn. Een megaklus, want alles rond het project is mega: het complex krijgt een oppervlakte van meer dan veertig voetbalvelden en wordt volgestouwd met tienduizenden servers. Alle aparatuur en de echte specialisten in de aanleg van de (deels nogal geheime) infrastructuur zal Google wel invliegen, maar Nederlandse aannemers zijn al geselecteerd en ICT’ers zullen ongetwijfeld ook omzet kunnen halen bij de internetgigant.
Weinig permanente banen
ICT’ers in de omgeving kunnen gerust zijn: Google zal op termijn niet zorgen voor een extra krappe arbeidsmarkt. Ook het waarschijnlijk grootste datacenter in zijn arsenaal is in hoge mate geautomatiseerd en levert mede daardoor maar voor een man of 100 à 150 werk op.
Klant voor energiecentrales
Nederland is een prima plek voor Google (en Microsoft en andere internetgiganten) omdat het gros van de transatlantische zeekabels bij ons aan land komt, waardoor ons land is uitgegroeid tot een wereldwijd internetknooppunt. Een van die kabels komt in de Eemshaven binnen. Maar de nabijheid van een krachtcentrale is ook nooit weg. Google is daarvan een goede klant.
Stroomverbruik
Het datacentrum van 120 megawatt zal jaarlijks namelijk zo’n 960 gigawattuur aan stroom verbruiken, vergelijkbaar met het stroomverbruik van bijna 400.000 huishoudens. In de Eemshaven staan meerdere energiecentrales die een dergelijke vraag met gemak aankunnen en die zekerheid is erg belangrijk voor een datacenter.
Opmerkelijk genoeg ging de vorige grootverbruiker van stroom in deze regio, aluminiumsmelterij Aldel, kopje onder door de een combinatie van te lage aluminiumprijzen en (volgens Aldel zelf) te hoge stroomprijzen. Een eindje verderop in Duitsland was de elektriciteit voordeliger, maar de kabel om die ook in te slaan kwam er nooit.
Relatief zuinig
Dat stroomverbruik is een teer punt. Datacenters zijn enorme stroomslurpers, maar Google loopt redelijk voorop met het zo efficient mogelijk laten draaien van zijn servers en alle randapparatuur. Zelf claimt het een gemiddelde zogenoemde PUE (Power Usage Efficiency) van 1,12, wat wil zeggen dat van elke verbruikte 1,12 wattuur energie 1 wattuur naar de computers zelf gaat. Dat is voor een datacenter relatief zuinig.
Duurzaam
Gelet op de CO2-uitstoot is de IT niet zo’n schone industrietak als veel mensen denken, minstens zo belangrijk is dus te zorgen dat de noodzakelijke elektriciteit zo groen mogelijk is. In de Eemshaven staan windmolens, maar onvoldoende om in Google’s stroombehoefte te voorzien. Google zelf investeert flink in wind- en zonne-energie, koopt groene stroom in en compenseert zijn ‘grijze’ verbruik middels projecten die elders CO2-uitstoot beperken.
Google betaalt tot slot de aanleg van een 18,5 groot natuurgebied in de Spijksterpolder. Het natuurgebied bestaat uit ‘zwak brakke natuur’ , en dat is volgens milieuorganisaties vooral goed voor de vissen in het gebied.