“Ga toch fietsen joh,” roepen voorbijgangers nog wel eens als ik voorbij kom op mijn Segway. Mensen vinden het maar raar, vooral omdat ik op mijn Segway verticaal door het verkeer beweeg, val ik op. Ik sta hoger dan anderen, mensen snappen niet hoe dat kan. Ik neem ook regelmatig de fiets, maar met de Segway ga ik sneller, hij rijdt zo’n twintig kilometer per uur. Bovendien past hij beter in de achterbak van mijn auto.
Ik ga er ook mee naar de markt om mijn boodschappen te doen.
Voor mij is het echt een ideaal ding: praktisch, snel en compact. Ik parkeer mijn auto aan de rand van de stad, haal mijn Segway eruit, druk op de knop en rijd weg. Op mijn bestemming laad ik ‘m even op in het stopcontact. Ze zijn ook ideaal voor op beurzen waar ik vaak met mijn kokosolie sta. Ik kan me dan heel makkelijk voortbewegen en trek veel aandacht. Op die gelegenheden beplak ik ‘m met reclame.
Ik heb mijn Segway nu een jaar, toen ik er een zag wist ik: die moet ik hebben. Ze bestaan al tien jaar maar zijn nog steeds hypermodern. Je ziet ze maar weinig omdat ze zo duur zijn, ze kosten zo’n 8000 euro. Ik heb een duurdere variant met extra brede banden. Privé gebruik ik hem trouwens ook veel, ik ga ermee naar de markt om boodschappen te doen.”
Lees ook waarom voor Niels Schultz (Squla) de boot het favoriete vervoersmiddel is.
Dit artikel is onderdeel van een special uit het Sprout Magazine. Lees hier meer over de ondernemer als Road Warrior.