Het Amerikaanse Storefront is sinds de start in 2012 snel gegroeid, mede dankzij geld van grote namen uit Silicon Valley. De afgelopen jaren breidde het zijn aanbod in de VS uit, maar in Europa kwamen de Amerikanen de Franse ondernemers Mohamed Haouache en Adrien Kerbrat tegen, die met Oui Open en een vergelijkbaar businessmodel al vanuit Parijs in Europa aan de weg timmerden.
In september zijn beide startups gefuseerd, waarbij ze niet openbaar maakten wie de overnemende partij was. Feit is wel dat de combinatie onder de vlag van het (sterkere merk) Storefront verdergaat, met Haouache als ceo. Storefront heeft overigens ook een Nederlands tintje: Arthur Kosten, die naam maakte met Booking.com, is als investeerder aan boord.
250 plekken in Amsterdam
Amsterdam staat bij Storefront met Londen, Parijs, New York, Los Angeles, San Francisco en Hongkong in het rijtje van belangrijkste steden voor de winkelbemiddelaar, maar tot nu toe richtte het zich nog niet op de lokale markt, zegt landendirecteur Jort Duijnker. “We wilden eerst de markt testen en met een goed aanbod komen. Bovendien wilden we ook niet te veel aandacht trekken waar concurrenten door wakker worden. Maar we hebben nu rond de 250 locaties, dus is het een logische stap om ook officieel in Nederland te lanceren.”
Geïnspireerd door Airbnb
Storefront heeft voor zijn website héél goed gekeken naar Airbnb: veel wit, fraaie plaatjes en een uitgebreide beschrijving van het vastgoed dat wordt aangeboden. Zelfs de reviews en hartjesknoppen ontbreken niet.
Het grote verschil: het betreft hier geen tijdelijke slaapplekken, maar winkelruimte. Van een compleet pand tot een plek in het schap van een gedeelde winkel, en van een galerie tot ruimte voor events: Storefront brengt verhuurders in contact met bedrijven die het publiek willen laten kennismaken met hun merk en waren. Bekende namen als Samsung, Google, Nike en Kanye West doen zaken via de site.
Sneller en goedkoper
Storefront claimt dat inmiddels duizenden merken gebruikmaken van de pop-upstores op zijn platform. Een winkel openen kost gemiddeld een ton in dollars, stelt het, terwijl een pop-upje boeken volgens de regels van de deeleconomie rond de 2 mille kost. Sneller is het ook: gemiddeld kun je in 12 dagen up en running zijn, vergeleken met twee maanden op de traditionele manier. Daarbij helpt het, dat de verhuurders kunnen werken met standaardcontracten en dat in de verzekering wordt voorzien door de bemiddelaar.
1700 euro per dag
Zo’n enorm volume als Airbnb zal Storefront nooit bereiken, maar per transactie gaat het wel om heel andere bedragen: een boetiekje in het centrum van Amsterdam doet meer dan 1700 euro per dag. Dat tikt aan, als je weet dat Storefront (anders dan Airbnb) huurders een ‘conciergemodel’ aanbiedt met persoonlijk advies en andere extra diensten, tegen een fee van 20 procent.
Van grote merken tot startups
Duijnker verzekert dat startups en kunstenaars ook bij hem terechtkunnen voor een plek in een fysieke winkel. “Al leveren de grote merken voor ons meer op per transactie, Maar onze kracht is dat onze oplossing werkt voor iedereen,van kleine startups tot grote merken. We helpen zo lokale initiatieven om eerst op eigen bodem voet aan de grond te krijgen en vervolgens met ons te kunnen doorgroeien naar internationale markten.”
Zodra Amsterdam goed draait, wil hij uitbreiden naar andere steden. “Voornamelijk in het Westen van het land, en afhankelijk van de vraag die we krijgen. We zoeken naar een balans tussen de internationale merken die door heel Europa op-upstores zoeken en lokale klanten. “
Concurrentie
Dat klinkt alsof er nog plaats is in de markt voor een partij die zich richt op kleinere ondernemers en verhuurders in de rest van Nederland. De enige veelbelovende concurrent in Nederland, Rockstart-startup Chasing Spaces, is na anderhalf jaar gestopt met zijn activiteiten. “Ik raad iedereen van harte aan met zo’n marktplaats te beginnen: altijd goed als je met meer partijen de markt opvoedt.”