Wie aan Rotterdam denkt, zal in gedachten afdwalen naar de haven, het brede palet aan hoogbouw, de impossante Erasmusbrug en het speelse beeld Santa Claus, beter bekend als Kabouter Buttplug. ‘Tech’ is een term die wellicht minder snel in je hoofd oppopt bij het denken aan de arbeidersstad. Toch willen drie bewezen ondernemers nu van Rotterdam de techstad bij uitstek van Europa maken. Een ambitieus doel, maar daar zijn Scheffer (printbedrijf HelloPrint), Gilad en Don (beiden 42workspace) ondernemers voor, stellen ze.
Sinds: 2018
Oprichters: Hans Scheffer, Ohad Gilad en Martijn Don
Is: nieuw platform en belangenorganisatie voor de Rotterdamse techscene.
Wil: van Rotterdam de techstad van Europa maken.
Met het deze week gelanceerde platform WeTech Rotterdam willen de ondernemers technologie promoten middels evenementen en door het uitbrengen van sectorrapporten. Daarnaast willen ze lobby’en bij de lokale overheid, zodat de gemeente meer gaat investeren in de Rotterdamse techgemeenschap. Er moet bijvoorbeeld beter technologisch onderwijs komen, menen de ondernemers. Sprout spreekt Scheffer en Gilad over wat er nog ontbreekt aan Rotterdam.
Rotterdams techhart
Het begon allemaal een klein jaar geleden. In de lente van 2017 merkte Scheffer dat er aan het pand tegenover zijn HelloPrint-kantoor in het Rotterdamse centrum een bordje werd vastgeschroefd. ‘42’, stond er in hoekige cijfers geschreven. Het bleek om 42workspace te gaan, de nieuwe co-working space die Keadyn-investeerders Gilad en Don hadden opgezet voor techbedrijven.
“Wij dachten: mooi dat het culturele hart van Rotterdam nu ook een techhart krijgt”, zegt Scheffer, voorzien van een karakteriserende Rotterdamse tongval. Scheffer besloot maar eens biertje te drinken met Gilad en Don. Het klikte, waarop Scheffer in de zomer besloot een deel van zijn team naar de overkant te verplaatsen, naar 42workspace.
De mannen achter WeTech Rotterdam (v.l.n.r.): Ohad Gilad (42workspace), Hans Scheffer (Helloprint), Frédéric Bärtels (projectmanager WeTech Rotterdam) en Martijn Don (42workspace).
Talent
Het is moeilijk om talent aan te trekken in Rotterdam
De ondernemers merkten dat ze allen tegen dezelfde problemen opliepen. “Rotterdam heeft veel gedaan aan citymarketing”, zegt Scheffer. “Daardoor komen meer mensen naar onze stad toe, maar voornamelijk om te recreëren. Rotterdam is echter vaak niet aantrekkelijk genoeg om je te vestigen als snelgroeiend bedrijf. Ook is het moeilijk om talent in de stad te houden, want men trekt toch sneller naar Amsterdam toe. Talent uit het buitenland halen, is ook niet makkelijk.”
Om te beginnen, besloten de ondernemers maar eens een lijst op te stellen met techstartups en -scaleups uit Rotterdam. Dat kostte de grootste moeite, volgers Scheffer. “En dat terwijl je in Amsterdam met het grootste gemak honderdvijftig lokale techbedrijven op kunt noemen. Doordat het aanbod in die stad groter is, trekt talent er sneller naartoe en ontstaan er weer nieuwe bedrijven. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, waarbij er minder talent overblijft voor Rotterdam.”
Toch bewijzen 42workspace en de in 2015 geopende startuphub Cambridge Innovation Center (CIC) in het Groothandelsgebouw dat er in Rotterdam wel degelijk iets gebeurt. Of kijk maar naar het succes van retailer en miljoenenbedrijf Coolblue. Wat er echter nog miste, was een overkoepelend orgaan, meent Gilad: “Londen heeft Tech.London en Amsterdam heeft StartupAmsterdam, maar in onze stad bestond nog niet een platform dat techstartups en -scaleups met elkaar in aanraking liet komen.”
WeTech Rotterdam
De ondernemers hopen met WeTech Rotterdam de lokale startupscene “inzichtelijker” te maken, legt Scheffer uit. “We willen daarvoor eerst laten zien wat er speelt in de stad, welke startups er zijn, waar je een investeerder kunt vinden en wat er gebeurt op onderwijsgebied.” Met het creëren van een digitale kaart doen de ondernemers een eerste aanzet hiertoe. Gilad: “Vanuit die kaart komt er uiteindelijk een database, zodat we kunnen laten zien hoeveel techbedrijven er zijn en hoe de groei eruit ziet.”
De Rotterdammers spreken continu met startups die het wel aandurven om zich in de Maasstad te vestigen. Uit deze gesprekken proberen ze naar eigen zeggen problemen te destilleren, die uiteindelijk moeten leiden tot een heus techmanifest, met zaken waar startups aan moeten werken. Het idee is dat Rotterdamse startups allen hun best doen om deze in het manifest opgestelde uitdagingen op te lossen. “We willen samenwerking bevorderen”, zegt Scheffer.
Hij wil uiteindelijk zelfs dat WeTech Rotterdam een “spreekbuis naar de overheid” wordt. Na het eerder deze maand gelanceerde Dutch Startup Association zou Nederland er op deze manier dus opnieuw een belangenorganisatie voor startups bij krijgen, zij het op lokaal niveau.
Rotterdam moet aantrekkelijker worden voor techbedrijven. ‘Wij pleiten voor een startupvisum.’
Startupvisum
“We willen dat Rotterdam aantrekkelijker wordt voor techbedrijven”, zegt Scheffer. “Zo pleiten we voor een startupvisum, waardoor buitenlandse bedrijven en talenten zich hier gemakkelijker kunnen vestigen. In het buitenland doet men meer om talent te trekken. Bijvoorbeeld met subsidies of gratis vervoer.” In Nederland voeren bedrijven volgens Scheffer een “war on talent”, maar de strijd mag wat hem betreft ook meer op stadsniveau worden gestreden.
We wilden niet wachten op de overheid
De ondernemers hebben – naast zichzelf – momenteel één werknemer op het project gezet, fulltime-projectmanager Frédéric Bärtels. Zelf hebben ze er al “honderden uren” ingestoken. Ze financieren het met kapitaal van hun eigen bedrijven, vertelt Scheffer: “We wilden niet wachten tot we iets bij de overheid konden neerleggen, dus we doen alles zo bootstrapped als het kan. Wel kijken we nu ook of we financiële steun kunnen ontwikkelen van de overheid, financiële instellingen en het bedrijfsleven.” Hoeveel geld er in het initiatief zit en hoeveel kapitaal er nog nodig is, willen de heren niet vertellen.
Wel stelt Scheffer: “Steden zoals Amsterdam en Londen investeren miljoenen in het startupklimaat. Voor alle ondernemers is het belangrijk dat je innovatie najaagt.” Dus hebben ze miljoenen nodig? Scheffer moet lachen, waarna hij de vraag behendig ontwijkt met een praatje over de “vooruitstrevendheid” van de stad, de “gesprekken” die ze aangaan en hoe ze de startupgemeenschap meer “inzichtelijk” willen maken – een inventieve manier van ‘geen commentaar’.
Tech-minded
De ondernemers richten zich zo nadrukkelijk op techondernemerschap, aangezien het hun eigen branche is. “We merken dus dagelijks de behoefte, omdat we worden geconfronteerd met het feit dat het ondernemerschap hier te weinig tech-minded is. Er wordt niet genoeg in geïnvesteerd.”
Zijn ze hierdoor niet bang een grote groep niet-techbedrijven uit Rotterdam van zich te vervreemden? Bijvoorbeeld de circulaire ondernemers in Bluecity, gevestigd in het voormalige zwembad Tropicana? “Ook deze bedrijven betrekken we”, zegt Gilad. “Zij zeggen: we hebben genoeg circulaire ondernemers, maar te weinig developers. Daar gaan we hen bij proberen te helpen.” Scheffer: “Bijna alles is tech. Zo hadden wij vier jaar geleden nog allemaal marketeers in dienst, die we moesten vervangen door mensen met een meer technische achtergrond. De wereld gaat sneller dan we ons soms beseffen.”
Zelfs het icoon van Rotterdam, de haven, is “tech”, stelt Gilad: “75 procent van de bedrijven van PortXL (havenaccelerator van Rotterdam, red.) is software-gedreven. 3D printing komt bovendien enorm op in de haven.” Wie dan ook stelt dat Rotterdam vooral een klassieke havenstad moet blijven, heeft volgens Scheffer “oogkleppen op”. “De haven heeft tech hard nodig.”
Techstad van Europa
Scheffer en Gilad willen van Rotterdam de techstad van Europa maken. Dat klinkt als een ietwat onhaalbaar doel, maar Scheffer stelt: “Als je geen grote doelen hebt, moet je niet ondernemer worden. Mooie dingen doen die onmogelijk lijken, is wat ons drijft. We willen impact maken met onze bedrijven, maar ook met dit initiatief. Aim for the moon and shoot voor the stars, is wat ze dan zeggen.”
Maar goed, eerst maar eens Amsterdam verslaan. Om dat te doen, moet je in ieder geval met een eigen verhaal komen. Hoe typeren de ondernemers de Rotterdamse manier van zakendoen? Scheffer beschrijft een bescheiden ondernemersstijl: “In Rotterdam gebeuren mooie dingen, maar ze blijven vaak wat onder de radar. We zijn iets minder goed in het mooie verhaal vertellen dan Amsterdam. Wat trotser zijn met zijn allen, dat moeten we leren.” Hij is een seconde stil en zegt dan lachend: “We hebben heel mooie daken, hè.”
Scheffer stelt zelfs: “Eigenlijk zijn we altijd stiekem wat jaloers geweest op hoe het ondernemersklimaat in Amsterdam zich heeft ontwikkeld. In Amsterdam schreeuwt men harder van de toren.”
50 miljoen
Dat je als techonderneming ook in Rotterdam kunt groeien, bewijzen Scheffer en Gilad. Scheffers printonderneming HelloPrint heeft bijvoorbeeld honderdvijftig mensen op de loonlijst en een omzet van 50 miljoen euro. Hoe kreeg hij dit voor elkaar? Scheffer legt uit dat het een combinatie is van een schaalbaar businessmodel, snel internationaliseren en de “allerbeste” mensen vinden. HelloPrint biedt werknemers bovendien vrijheid; het bedrijf werkt met onbeperkte verlofdagen en werknemers mogen te allen tijde thuiswerken.
“We zijn altijd gefocust op cultuur, cultuur, cultuur”, zegt Scheffer. “Wij willen een werkgever zijn waar mensen kunnen werken aan uitdagingen in plaats van taken. We willen dat mensen betrokken zijn en bieden een stukje aandelen aan. Werknemers zoeken in 2018 niet meer naar het hoogste salaris, ze willen impact maken. Werk is geen 9 to 5-gebeuren, maar een way of living.”
Hij voegt er in alle eerlijkheid aan toe: “Misschien is het ons wel gelukt omdat we een van de weinigen in Rotterdam zijn die zoeken naar talent.” Is deze hele WeTech-lobby dan wil handig voor de ondernemer? Straks loopt lokaal talent massaal over naar nieuwe concurrenten. “Concurrentie is goed”, meent Scheffer vastberaden. “De taart moet gewoon groter.”
Extra verdieping
Hopelijk hebben we straks meer startupkantoren nodig in Rotterdam
Ook Gilad en Don gaat het voor de wind met 42workspace. Zo goed zelfs dat hun co-working space er een verdieping bij krijgt; een significant teken dat er meer animo is voor techondernemerschap in Rotterdam. Al de helft van de toekomstige ruimte is verhuurd, vertelt Gilad, die geen omzetcijfers wil noemen om de financiële staat van zijn onderneming te onderbouwen. Zijn co-working space biedt nu een thuis aan zo’n 125 ondernemers, maar dat moeten er na de uitbouw tweehonderdzeventig worden.
Gilad heeft een gat in de markt gevonden, zoveel is duidelijk. Maar ook hij kijkt vooruit. “Hopelijk hebben we straks meer van dit soort gebouwen nodig in Rotterdam.”