De Dow-Jonesindex eindigde de handelsdag 1,5 procent lager op 17.533,15 punten. De S&P 500 daalde 1,6 procent tot 2026,14 punten en de Nasdaq gaf 1,7 procent prijs tot 4684,03 punten.
Oliekartel OPEC had een groot aandeel in de malaise op de beursvloeren. Het verlaagde de prognose voor de vraag naar olie volgend jaar. Die komt naar verwachting uit op 28,9 miljoen vaten per dag, wat ruim 1 miljoen vaten minder is dan het productiedoel waar de olie-exporteurs vorige maand nog aan vasthielden. De vraag naar OPEC-olie zou hiermee op het laagste niveau van de afgelopen twaalf jaar komen.
Brentolie
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 3,9 procent tot 61,31 dollar. Brentolie kostte 64,65 dollar per vat, een daling van 3,3 procent.
Logischerwijs had de olieprijs gevolgen voor bedrijven die direct gelieerd zijn aan de sector. Zo verloor oliemaatschappij ExxonMobil 3 procent, terwijl concurrent Chevron 2 procent inleverde. Dienstverleners aan de olie- en gasindustrie Schlumberger (min 2,7), Baker Hughes (min 2,4 procent) en Halliburton (min 3,5 procent) deden eveneens een stap terug. Aan de andere kant profiteerden de luchtvaartmaatschappijen; zo dikte het aandeel American Airlines 1,3 procent aan.
Voedselschandaal
Yum! Brands stond 6,2 procent in het rood na een nieuwe winstwaarschuwing. Het moederbedrijf van fastfoodketens KFC, Pizza Hut en Taco Bell blijft last houden van de gevolgen van een voedselschandaal bij restaurants in China. Twitter verloor 1,9 procent. Het bedrijf werd in het aantal gebruikers voorbijgestreefd door Instagram, onderdeel van Facebook. Instagram heeft nu meer dan 300 miljoen gebruikers, tegen 284 miljoen voor Twitter. Het aandeel Facebook noteerde 0,9 procent lager.
De euro werd voor 1,2444 dollar verhandeld, tegen 1,2423 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.