MAXAM Medical is eind 2008 opgericht door de twee studenten Jeroen Voorham (26) en Fiebke op de Macks (23) van de TU Delft. Voorham legt momenteel de laatste hand aan zijn studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en Fiebke heeft nog anderhalf jaar te gaan met zijn opleiding tot industrieel ontwerper. Sinds afgelopen november zijn ze gestart bij YES!Delft, de incubator van de TU Delft. MAXAM Medical claimt een innovatief meetsysteem te ontwikkelen waarmee bekkenbodemfysiotherapeuten hun patiënten sneller en beter kunnen behandelen (onder meer tegen incontinentieproblemen).
Hoe komen een vormgever en luchtvaarttechneut in de wereld van de bekkenfysiologie terecht?
Voorham: “Het idee is ontstaan aan de eettafel bij mijn ouders thuis. Mijn moeder is als specialist werkzaam in het Leids Universitair Medisch Centrum. Die vertelde me dat er een geavanceerd meetapparaat was uitgevonden, dat eigenlijk maar lag te verstoffen in de kast. Was er maar iemand die de technische uitvinding kon vertalen naar een bruikbaar systeem en een uitvoerbaar businessplan. Dat hebben Fiebke en ik toen dus opgepakt. We zijn een cursus businessplan schrijven gaan doen. We vullen elkaar goed aan. Ik neem al het rekenwerk en data-analyse voor mijn rekening. Fiebke richt zich op het ontwerp en de vormgeving.”
Wat is precies het innovatieve aan jullie product?
“De bekkenbodem is een soort black box. Het is een heel complex gebied van allerlei spieren waarvan het functioneren objectief lastig te meten is. Daarin maken wij met ons product een slag in. Ons apparaatje heeft bijvoorbeeld meer dan twintig meetsensoren in plaats van de gebruikelijke twee tot drie sensoren bij andere apparaten op de markt. Therapeuten kunnen dankzij ons dus makkelijker en accurater een diagnose vaststellen. Ook zijn we een uitleessysteem aan het ontwikkelen waarmee de bekkenbodemfysiotherapeut makkelijk kan werken.”
Wat is jullie doel?
“Het plan is om over vijf jaar tien procent van de markt in de bekkenbodemmeetapparatuur in handen te hebben en dan een omzet van in de miljoenen euro’s te kunnen gaan draaien. Natuurlijk hebben we ook de ambitie om marktleider te worden. We denken begin 2012 te kunnen lanceren in Nederland, maar we willen kort daarna de wereldmarkt op. Zoals het er nu naar uitziet eerst in Europa en daarna Noord-Amerika.”
Waar staan jullie op dit moment?
“Binnenkort hopen we een deal met het LUMC te hebben over de wereldwijde exclusieve licentierechten. We zijn nu ook opzoek naar een Nederlandse partner met ervaring op het productievlak en overwegen om de productie in China te laten doen om zo de kosten laag te houden. Daarnaast hebben we ook toestemming gehad van de medisch ethische commissie van het LUMC voor een belangrijk klinisch onderzoek. We testen op 250 gezonde personen. In dit onderzoek zijn we op zoek naar de spierspanning van de gezonde bekkenbodem. Pas als deze these bewezen is, kunnen we grote stappen maken richting ons doel om begin 2012 actief de markt op te gaan.”
Hoe lastig is het eigenlijk om de markt te betreden?
Voorham: “De wereld van de medisch specialisten is een conservatieve wereld waarin men niet gemakkelijk overstapt op een nieuw product. Daar ligt dus onze uitdaging. We hebben allereerst een uitgebreide survey gedaan onder bekkenbodemfysiotherapeuten om te kijken of er daadwerkelijk vraag naar is in de markt en welke specificaties gewenst zijn. Ook willen een peer group van fysiotherapeuten onze apparatuur laten toepassen in de praktijk. Zodra de definitieve testresultaten binnen zijn, willen we deze communiceren in medische vakbladen en op internationale congressen. Zo willen we de markt rijp maken.”
Hoe financieren jullie het?
“We hebben vermoedelijk zo’n twee tot drie miljoen euro aan kapitaal nodig, maar over de exacte investeringsbehoefte zijn we nog druk aan het rekenen. Tot we onze eerste voorlopige onderzoeksresultaten hebben, zijn externe financiers terughoudend. We voeren natuurlijk al wel verkennende gesprekken met mensen uit de life sciences. Tot nog toe hebben we de kosten gedekt met eigen geld. Er ligt ook een aanvraag voor een Life Science Pre-Seed Grant waarvan een eerste tranche kan oplopen tot 250.000 euro. Om zelf rond te komen, werk ik er ook nog naast in de horeca. Over verschillende werelden gesproken dus.”
Benchmark
Sprout vroeg Dinko Valerio van Aescap Venture om een commentaar op de plannen van MAXAM Medical. Valerio is medeoprichter van het beursgenoteerde biotechbedrijf Crucell en geldt als één van de eerste succesvolle biotechondernemers in Nederland.
Valerio: “Ik word er erg enthousiast van. Ze hebben een frisse en enthousiaste zakelijke instelling. Hun plan lijkt hout te snijden.” Wel nuanceert hij: “Om echt de potentie van hun bedrijf te beoordelen, vanuit de optiek van een investeerder, is het nu nog wat te vroeg. Ze zitten in een te premature fase van het formeel opzetten van een bedrijf. Veel dingen kunnen nog fout gaan.”
Hun onbevangenheid zou ook parten kunnen gaan spelen. Een van de spanningsvelden zou de noodzakelijke samenwerking zijn met het LUMC. “Als ze nu holder-de-bolder allerlei zaken in een te vroeg stadium onomkeerbaar met partijen vastleggen kun je uiteindelijk marktsucces verspelen.”
MAXAM zou niet de enige gegadigde zijn om een nieuw product te lanceren. Het zal daarom zaak zijn zo snel mogelijk de weg naar de markt te vinden. Valerio: “De onderzoekers die de klinisch studie gaan doen willen meestal uitgebreid wetenschappelijk interessant onderzoek doen met als doel dat te publiceren. Voor Maxam is het daarentegen van levensbelang zo snel mogelijk alleen die gegevens te verkrijgen waarmee ze naar de markt kunnen. Dat is een voorbeeld van wat hen mogelijk in de weg kan gaan zitten.”
Volgens Valerio, die ‘een aantal keren met de ondernemers van gedachten heeft gewisseld’, is het een verstandige zet om al in een vroeg stadium investeringsgesprekken te voeren. Valerio: “Zonder zakelijke coaching zie je nog al eens biotechstartups stranden in deze wereld.”
