De wereld digitaliseert steeds verder, en zo ook ons muziekgebruik. De verkoop van cd’s neemt al jaren af, terwijl streaming de Nederlandse muziekindustrie vorig jaar een omzetgroei opleverde van tien procent. Toch maken al die ontastbare enen en nullen van de digitale wereld ons ook wel eens nostalgisch: waar blijft het fysieke? Zie daar de hernieuwde interesse in de stokoude elpee, tegenwoordig beter bekend als de vinylplaat. Net als de cactus en de racefiets is de vinylplaat uitgegroeid tot een symbool van de hipstercultuur.
Groeicijfers
En dat zie je terug in de marktcijfers. De vinylsector groeit al jaren, en liet onlangs in Nederland zelfs een verdubbeling zien in verkoopcijfers. Door de stijgende vraag vergroten artiesten de oplage van hun platen. Zij lopen echter tegen een muur op van lange wachttijden; Europa kent maar een paar serieuze vinylfabrieken.
Nederland heeft er op dit moment slechts één: het decennia-oude Record Industry in Haarlem. Wie hier een bestelling plaatst, wacht al snel acht weken. Helemaal vervelend voor underground-artiesten; aangezien hun aanvraag bescheidener is, moeten zij het langst op hun bestelling wachten. Record Industry besloot hierdoor zijn persencapaciteit uit te breiden, maar het ontbrak tot nu toe aan Nederlandse ondernemers die de concurrentie aan wilden gaan met de Haarlemmers. Het financiële risico bleek te groot, want persen zijn duur. Wat als de vinylrevival een hype blijkt te zijn, die uiteindelijk als een pudding ineenzakt?
Deepgrooves
Ondernemers Roorda (foto boven, rechts) en Thulin (foto boven, links) uit Leeuwarden durven het risico wel aan. Onder de naam Deepgrooves werken zij aan een vinylfabriek in de Friese hoofdstad, speciaal gericht op kleine artiesten die vinylplaten willen persen. In augustus moet de fabriek operationeel zijn. Thulin gaat zich bezighouden met het zakelijke gedeelte: het it-werk en de personeelszaken. Roorda fungeert als het gezicht van de fabriek. Zelf komt hij ook uit de muziekwereld; de ondernemer runt platenhandel Deeptrax en geeft zelf muziek uit van dance-artiesten. In de jaren ‘90 werkte Roorda als dj in de allang teloor gegane Leeuwardense housetempel Rock It. Indertijd gold dit als het Friese alternatief voor de legendarische RoXY uit Amsterdam.
“We lopen al heel lang rond met het idee een eigen vinylfabriek te openen”, zegt Roorda, als we hem over dit project opbellen. Hij heeft een typisch Friese nuchterheid in zijn stem. “Met mijn eigen label moest ik uitwijken naar een vinylfabriek van het bedrijf GZ in Tsjechië. De kwaliteit was echter teleurstellend. De platen hadden scherpe randen, en er zat dikwijls zand op. Hierdoor kwamen we op het idee om het dan maar zelf te doen.”
Lening van gemeente
De Friezen investeerden zelf een bedrag in de fabriek. Hoeveel, dat willen ze niet zeggen. Het was in ieder geval niet genoeg om de fabriek mee op te starten. Het duo week daarom uit naar de gemeente Leeuwarden, die de Friezen 50.000 euro leende. Leeuwarden is in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa, en een vinylfabriek past mooi in dit plaatje. Toch geven de ondernemers zelf aan dat er geen directe link is tussen de lening en dit evenement. De ondernemers konden tevens 50.000 euro lenen van kapitaalverstrekker Doefonds Fryslân.
De gemeente had volgens Roorda niet helemaal door welke impact deze operatie heeft. “Ze vinden het mooi dat zo’n fabriek er komt, want het zorgt voor werkgelegenheid. Als je deze fabriek echter in Amsterdam neer zou zetten, zou het een grote hype opleveren.” Roorda had de fabriek natuurlijk ook in de hoofdstad kunnen openen, maar kiest uiteindelijk voor Leeuwarden omdat hij iets wil bijdragen aan de lokale cultuur. Hij hoopt dat het project navolging krijgt, maar geeft ook toe: de lage huren in Leeuwarden hadden tevens invloed op de keuze voor zijn thuisstad.
Kleine labels
Roorda erkent dat hij een financieel risico neemt met zijn initiatief, maar is er zeker van het gaat slagen. Juist door zich te richten op kleinere platenlabels, denkt Roorda het verschil te gaan maken. “Vanuit ons platenlabel hebben we veel contact met kleine labels”, zegt de ondernemer. “Van hen horen we continu dat er vraag is naar zo’n initiatief.” Roorda wil het liefst dingen persen die ze zelf leuk vinden. Zijn smaak is echter breed, en reikt van dance tot indie en jazz. Daarnaast wil Roorda investeren in platen met een hoge kwaliteit. “Denk hierbij aan special editions, mooi uitgesneden hoezen en gekleurd vinyl.” Roorda biedt labels bovendien aan zelf het – analoge – mixproces voor zijn rekening te nemen.
Ook de vinylpers zelf is van een hoge kwaliteit, stelt Roorda. “Het is de Rolls-Royce onder de vinylpersen”, zegt hij. De ondernemers bestelden de pers, een dubbel model, bij het Duitse bedrijf Newbilt. Het apparaat is gebaseerd is op een oud model, waardoor het analoog aanvoelt. Toch zit de pers vol met nieuwe apparatuur, waardoor de platen volgens de laatste standaarden gemaakt worden. Voor de dubbelpers moesten de ondernemers 2,2 ton neertellen.
De fabriek komt te staan in de Blokhuispoort te Leeuwarden.
Flinke investering
Naast de pers moeten de ondernemers investeren in stroom en waterkoeling, waardoor het kostenplaatje alleen maar verder oploopt. Aangezien de lening vanuit de gemeente en de NOM in totaal ‘slechts’ 100.000 euro bedraagt, lijkt het dus aannemelijk dat de ondernemers een behoorlijk bedrag aan eigen vermogen in dit project hebben gestopt.
Dat moet ook weer terugverdiend worden. Dit willen de Friezen doen door “nagenoeg dezelfde prijs” te vragen als hun Haarlemse concurrenten, maar meer te bieden door hun hoge kwaliteitseisen. “In Haarlem gebruiken ze oude persen, waarbij de kwaliteit kan schommelen”, zegt Roorda. “Zie het als een stoomtrein, die met kolen werkt en precies op temperatuur moet zijn. Met onze nieuwe machines kun je de productie wat nauwkeuriger afstellen.” Wat voor marge de ondernemers gemiddeld genomen over hun product rekenen, houdt Roorda geheim. Wel benadrukt hij dat dit per partij verschilt.
Epicentrum van de markt
Roorda wil van de vinylfabriek een bescheiden banenmotor maken voor de Friese hoofdstad. Voor de start mikt hij op 9 fte, met personeel achter de persen, inpakkers, salesmedewerkers en een DTP’er.
Binnen een jaar wil hij de fabriek al winstgevend hebben. Klinkt als een gewaagde uitspraak, maar de Fries heeft er een theorie voor: “We zitten precies in het epicentrum van de markt. Om ons heen liggen Engeland, Duitsland, België en Denemarken. Daarnaast zijn wij op dit moment het enige Nederlandse alternatief voor Record Industry. Door onze hoge kwaliteitseisen mik ik erop dat we ook kunnen concurreren met GZ in Tsjechië. Op die manier heeft onze fabriek bestaansrecht.”