Het oosterse bedrijfsmodel is doorgedrongen in het Westen – als alternatief voor het Angelsaksische en Rijnlandse model. Welke van de drie kies jij?
Chinees model
• Het Chinees model is doordrongen van verantwoordelijkheid. Het is weliswaar paternalistisch en autoritair, maar van leiders wordt in hoge mate verwacht dat ze rekening houden met hun ondergeschikten en andere belanghebbenden. Er is aanmerkelijk minder overleg dan in Europa.
• Langetermijngerichtheid maakt plaats voor een hoge mate van pragmatiek. Het topmanagement kan á la minute beslissen om de koers te verleggen, als het elders nieuwe kansen ziet.
• Zakendoen draait om relaties. Bedrijven hebben bijvoorbeeld een ‘manager overheidsrelaties’ in de directie, die zorgt voor een soepele omgang met wetgevers en belastinginners. Relatiebeheer (inclusief aanzitten aan copieuze diners) is een cruciale eigenschap van succesvolle managers.
Angelsaksisch model
• Marktwerking is het leidend principe. Om de economische krachten hun werk te laten doen, zijn zo min mogelijk belemmeringen nodig. De aandeelhouderswaarde staat voorop en daarmee, in de praktijk, kortetermijnwinst.
• Op de werkvloer domineren hiërarchische verhoudingen. Ook tussen werknemers onderling wordt openlijke concurrentie getolereerd of zelfs aangemoedigd. Werknemersbescherming komt weinig voor.
• Het bestuur van de onderneming wordt in het Angelsaksisch model gevormd door één almachtige board, in plaats van aparte raden van bestuur en commissarissen. In de Angelsaksische board zitten zowel actieve als toezichthoudende bestuurders.
Rijnlands model
• In het Rijnlandse (of ‘Europese’) bestuursmodel staat consensus van álle betrokken partijen voorop. Dat wil zeggen dat rekening wordt gehouden met de verschillende stakeholders, naast aandeelhouders ook werknemers, klanten en omwonenden van het bedrijf.
• De nadruk ligt op het middellange- en langetermijndenken. Continuïteit van de onderneming is belangrijker dan snelle (koers-)winsten. Er is veel overleg, wat processen langzaam en stroperig maakt.
• Ondernemingen hebben vaak een meer gesloten structuur dan in de Angelsaksische variant, waar de financiering hoofdzakelijk via de beurs verloopt. Bij de Rijnlandse onderneming gaat de financiering vaker via families en banken.
Lees ook het boek “Angelsaksen versus Rijnlanders”.