Doodnerveus was Fred Boot, producent van de musical Soldaat van Oranje, voor het oordeel van Karin Hazelhoff Roelfzema. Jarenlang was Boot bezig geweest om de oorlogservaringen van haar echtgenoot Erik zo integer mogelijk in de vorm van een musical te gieten. De weduwe kwam een week voor de première in oktober 2010 kijken naar het eindresultaat. Boot wist dat het goed zat op het moment dat ze haar hand op zijn arm legde. “In de scène die op dat moment gespeeld werd, zie je hoe Hazelhoff belt met zijn vader en vraagt hoe het met ‘mama’ gaat. Karin Hazelhoff fluisterde me toe: ‘Hij noemde zijn moeder altijd ‘moesje’. Toen dacht ik twee dingen. Eerst: bedankt voor de tip, die gaan we gebruiken. En daarna: geweldig, ze zit helemaal in het verhaal.”
Het is moeilijk om onberoerd te blijven tijdens Soldaat van Oranje, de Musical. De belevenissen van Hazelhoff tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn op zichzelf al indrukwekkend. De combinatie met goed acteerwerk, verbluffende techniek en een aantal grote verrassingen zorgt ervoor dat de musical veel meer een emotionele belevenis dan een voorstelling is. Bezoekers worden geraakt door wat ze zien en horen. “Na de try-outs kwamen mensen naar me toe om mijn hand te schudden en me te bedanken”, vertelt Boot. “Ik zie ouders met puberkinderen in de pauze druk met elkaar in gesprek over wat ze hebben gezien. Onze manier van vertellen zorgt ervoor dat zelfs de jeugd het cool vindt.”
Totaaltheater
‘Een ongekende vorm van totaaltheater’ kopte de recensie in de Volkskrant. Soldaat van Oranje is een spektakel, maar met voldoende ruimte voor gevoel. Dat het publiek op een grote draaischijf zit en zo van scène naar scène wordt meegenomen, is nog niet eerder vertoond. Laat staan het gebruik van een echte Dakota in een theatervoorstelling.
Het moest anders worden dan wat tot nu toe in Nederland op musicalgebied gedaan was, vond Boot. Dat was ook inherent aan het verhaal dat hij wilde vertellen. “Soldaat van Oranje kun je maar op twee manieren goed doen”, zegt hij. “Als solovoorstelling, of als een grootse voorstelling. Er is geen middenweg. We wilden geen concessies doen en niet iets maken wat al gemaakt wordt. We hebben al een Van den Ende en een Albert Verlinde. Die doen hetgeen ze doen al hartstikke goed. Wij wilden onderscheidend zijn.”
Investeerder
Daar zat ook een prijskaartje aan. Met de productie van de musical en de inrichting van de locatie, TheaterHangaar op vliegveld Valkenburg, is een investering van negen miljoen euro gemoeid. De grootste financier is Amerborgh, de investeringsmaatschappij van Alex Mulder. “Hij had nog niet eerder in podiumkunsten geïnvesteerd, maar na ons eerste gesprek zei hij direct: dat doe ik.”
De musical moet een jaar volle zalen trekken om de investering er uit te halen. “Het zou geweldig zijn als we dat ongelooflijke vertrouwen van onze investeerder kunnen terugverdienen”, zegt Boot. Dat lijkt te gaan lukken. De speelperiode is inmiddels al drie keer verlengd en onlangs gingen de kaarten voor de periode tot en met oktober in de verkoop. De zaal, die ruimte biedt aan 1103 bezoekers, is zeven keer per week volledig gevuld. Sinds de première zijn er zo’n 200.000 bezoekers geweest. De kaartverkoop zat half april rond de 270.000 stuks. Ook qua merchandising heeft Boot niets te klagen. De programmaboeken, mokken, T-shirts worden volop verkocht, net als de in april uitgebrachte cd met liedjes uit de musical.
Broadway
De weg naar de productie was lang. Fred Boot speelde al jaren met het idee. Als kind al was hij gegrepen door de film en het boek (‘ik weet niet meer waarmee ik het eerst in aanraking kwam’). Hij werkte vanaf 1991 voor Joop van den Ende Theaterproducties, waar hij publiciteit en marketing verzorgde van grote producties als The Phantom of the Opera, Miss Saigon en Cyrano. Toen hij in 1993 in New York was en zag wat er te doen was op Broadway, vroeg hij zich af of er ook ruimte zou zijn voor een Nederlands verhaal. “Ik dacht meteen: Soldier of Orange, the Musical. Het werd een soort running gag. Maar toen ik terugkwam, heb ik wel een scènelijst gemaakt en zelfs een liedtekst geschreven.”
Andere zaken gingen voor. In 1999 startte Boot samen met Daniel Koefoed talentenbureau Montecatini. Boot gaf toen wel al aan dat als hij ooit de kans kreeg om zelf te produceren, hij daar de ruimte voor wilde krijgen. Eind 2003 diende die kans zich aan. “Mijn broer, die in Atlanta woonde, belde op en zei: ik ga je held ontmoeten. Erik Hazelhoff Roelfzema kwam een lezing geven voor de Nederlandse club in Atlanta. Ik zei voor de grap dat ie meteen even de rechten moest regelen voor het maken van een musical van Soldaat van Oranje. Een paar dagen later kreeg ik van hem het e-mailadres van Hazelhoff.”
De soldaat in cijfers
Producenten: Fred Boot (45), Robin de Levita (52)
Investering: € 9 mln
Première: 30 oktober 2010
Aantal voorstellingen per week: 7
Aantal verkochte kaarten (medio april 2011): 270.000
Prijs toegangskaarten: €35-€75
Acteurs: 29
Overige medewerkers: 103
Derde leven
Hazelhoff bleek geïnteresseerd en Boot mailde hem een eerste opzet van de muziektheaterproductie die hij voor ogen had. “Ik maakte meteen duidelijk dat ik er een moderne voorstelling van wilde maken, met pop/rockmuziek, iets wat een nieuwe generatie zou aanspreken. Ik wilde na de film en het boek ‘Soldaat van Oranje’ een derde leven geven.” Hazelhoff vond het de moeite waard om over door te praten. Hij stuurde een kennis langs om te polsen wat voor vlees hij in de kuip had. Toen Hazelhoff niet lang daarna naar Nederland kwam voor de doop van prinses Amalia, nodigde Boot hem uit om samen te kijken naar de EK-voetbalwedstrijd Nederland-Duitsland. “Ik was oprecht zenuwachtig om hem te ontmoeten”, herinnert Boot zich. “Hij had nog altijd die haviksblik, was scherp en geestig en hij praatte nog steeds als een student.” Boot maakte gebruik van het bezoek van de verzetsheld aan Nederland om een anderhalf uur durend interview op te nemen. “Misschien om te gebruiken in de musical, als een proloog van de ‘oude’ Erik. Maar ook gewoon om het vast te leggen.” Het was spannend om zo met het leven van iemand anders bezig te zijn, erkent Boot. “Maar ik ben een oprechte bewonderaar. Ik vond het belangrijk om het op zijn manier te kunnen vertellen, om dat op een integere manier te doen.” Boot kreeg van Hazelhoff drie jaar de tijd om het plan verder te ontwikkelen en investeerders te vinden.
Netwerk
De totstandkoming van Soldaat van Oranje is voor een groot deel te danken aan het uitgebreide netwerk van niet alleen Fred Boot en zijn collega’s, maar ook van Hazelhoff zelf. Via een vriend van Hazelhoff kwam Boot in contact met investeerder Alex Mulder. Samen met Amerborgh vormde Volterra, moedermaatschappij van Montecatini, speciaal voor Soldaat van Oranje een nieuwe productiemaatschappij, New Productions.
Zelfs na zijn dood in 2007 bracht Hazelhoff nog de juiste mensen bij elkaar. Na de herdenkingsbijeenkomst rond de geboortedag van de verzetsheld ontmoette Fred Boot generaal Dick Berlijn en raakte met hem aan de praat over de musical. “We waren op zoek naar een locatie en dachten daarbij aan bijvoorbeeld een oude kazerne. Berlijn bracht ons in contact met Jack de Vries en via hem kwamen we aan twee locaties: Soesterberg of Valkenburg. Die hangaar op Valkenburg vonden we meteen perfect.”
Daar, in die hangaar, ontstond het idee voor de draaiende theaterzaal. Boot had inmiddels producent Robin de Levita zover gekregen om mee te doen (‘zolang we de Duitse soldaten maar niet zouden laten dansen’) en die had al eerder met het idee gespeeld. “Een gewoon theater van de hangaar maken zou veel te duur worden. Dit was het ei van Columbus. We hebben ons rot gezocht, maar nergens was het eerder gedaan. Het enige dat we tegenkwamen was een buitentheatertje uit de jaren dertig in Tsjechië dat met een draaischijf werkte.”
Een musical over het verzet in de Tweede Wereldoorlog, een draaiend publiek, motoren die over het toneel rijden, extreme emoties die in liedteksten gevangen moeten worden: het had een draak van een voorstelling kunnen worden. Maar het werd een groot succes. “Het had inderdaad helemaal mis kunnen gaan”, erkent Boot. “Tussen de try-out en de première hebben we alles wat ‘drakerig’ was onderkend en eruit gehaald. Nu is het behoorlijk in balans.” Dat vinden ook de recensenten en collega’s uit het vak. Boot: “Robin zei laatst tegen me: ‘er is iets raars aan de hand met deze voorstelling. Er is niemand die het stom vindt.’”
Met Soldaat van Oranje heeft New Productions voor de toekomst de lat ongelooflijk hoog gelegd. “Maar een volgende productie hoeft niet opnieuw zo groots te worden”, zegt Boot. “Het is het verhaal dat ertoe doet. We willen ook geen producent zijn die voortdurend moét produceren. We werken veel met zzp’ers, daarom zijn we ook flexibel en hopen we het lang vol te kunnen houden.” Maar de eerste ideeën voor een nieuwe productie zijn er wel al. “We zijn al aan het filosoferen”, zegt Boot.
Roergebied
‘Soldier of Orange, The Musical’ op Broadway begon misschien als running gag, maar zou zomaar werkelijkheid kunnen worden. “Ik geloof dat het verhaal ook in Amerika en Engeland zou kunnen werken”, zegt Boot. “De hele wereld was tenslotte bij die oorlog betrokken. Bovendien zijn de thema’s universeel en van alle tijden.” En hij durft zelfs nog verder, en tegelijkertijd dichterbij, te denken. “Als je ziet hoe Duitse filmmakers tegenwoordig bezig zijn met hun oorlogsgeschiedenis, kan ik me zelfs Soldaat van Oranje in het Roergebied voorstellen.”