We leven in een communicatiemaatschappij. ‘In the future, everyone will be world-famous for 15 minutes’, voorspelde Andy Warhol al in 1968. Robbie Williams deed daar in 2006 nog een schepje bovenop in zijn nummer The Actor: ‘In the future everybody will be anonymous for 15 minutes.’ Die toekomst is inmiddels realiteit geworden. Vaak wint niet degene met het beste product of de meest richtinggevende visie, maar hij die zijn verhaal het beste over de bühne krijgt. Het zijn zinloze emoties en verspilde energie om dit goed, slecht of onrechtvaardig te vinden; we moeten simpelweg presteren in een omgeving die er nu eenmaal is. Slimmer en ondernemender is het om je energie te richten op het enige aspect in je leven dat je volledig zelf in de hand hebt: je eigen gedrag.
Vaak wint niet degene met het beste product of de meest richtinggevende visie, maar hij die zijn verhaal het beste over de bühne krijgt.
Presenteren is een belangrijke kwaliteit in het ondernemersleven, die zowel bij de klant als binnen je organisatie verschil kan maken. Wie zijn visie goed over weet te brengen wordt vrijwel altijd gezien als inspirerend leider. Talent helpt, maar iedereen kan leren een goede presentatie neer te zetten. Een leerproces dat nooit stopt, weet ik uit ervaring. Ik doe veel presentaties, tientallen per jaar. Echt rampzalige presentaties heb ik gelukkig nooit gehad. Wel extreem goede en natuurlijk een paar mindere.
Dit artikel komt uit Sprout Magazine. Abonnement? De mindere presentaties hebben altijd dezelfde oorzaken: ik heb me niet verdiept in de doelgroep, waardoor ik op een te hoog niveau praat, of ik geef juist veel te veel uitleg terwijl de mensen in de zaal het al lang snappen. Of ik ben te druk en gehaast, waardoor ik geen rust in mijn lijf heb en geen verbinding maak met de mensen in de zaal. Meestal weet ik mezelf na vijf minuten terug te managen en rustig te worden door ‘lager’ te ademen, mijn stem te laten dalen en dat soort technieken toe te passen. Maar soms lukt dat me niet en schiet ik in de overdrive. Dan ga ik extreem veel energie in de groep pompen, waar niet iedereen tegen kan, en schrik ik een deel van de mensen af. Less is more in mijn geval…
Less is more in mijn geval…
Wat maakt een presentatie nu goed? Natuurlijk weet je al dat je nooit slides mag voorlezen, altijd oogcontact moet houden en goed moet ar-ti-cu-le-ren. Maar hoe maak je nou echt het verschil op een cruciaal moment?
Zorg voor structuur in je brein. Weet wat je wilt gaan zeggen. Maar hou het beperkt tot drie tot vijf punten waar je je verhaal omheen kunt bouwen en waar je altijd op kunt terugvallen, ook als je door vragen wordt geïnterrumpeerd. Schrijf deze punten desnoods op een whiteboard, of stiekem toch op een slide. Bedenk, jij bent de enige die weet wat je wel of niet wilt zeggen, ook als je iets vergeet! Maak je dus geen zorgen: als je iets niet meer weet, zeg je gewoon iets anders. De zaal zal het nooit weten.
Ik gebruik altijd mijn driehoek van onderbouwing, die bestaat uit een objectieve theorie die ik vervolgens op twee manieren onderbouw. De eerste onderbouwing is een ervaring van jezelf, vaak een anekdote. Extra bewijskracht volgt door bijvoorbeeld een case te beschrijven die iedereen kent, zoals van Apple, Google of KPN.
Je mag best inspiratie tanken bij andere grote sprekers, maar imiteer nooit klakkeloos iemand
Blijf ook dicht bij jezelf, durf authentiek te zijn. Laat zien dat je ergens voor staat en laat zien wie je bent. Je mag best inspiratie tanken bij andere grote sprekers, maar imiteer nooit klakkeloos iemand, al is het de beste spreker van de wereld. Dat is het verschil tussen middelmatige sprekers en succesvolle sprekers: vertel je jouw verhaal, of ben je jouw verhaal?
Nog een advies: rustig ademen en even de tijd nemen om aan de zaal te wennen voor je begint. Want één ding weet ik zeker: als ik honderd procent goed in mijn vel zit, de rust weet te bewaren en echt contact zoek met de mensen in de zaal, dan krijgen de deelnemers en ik meer energie van zo’n sessie. Dan sta ik zo in verbinding met ‘mijn’ groep dat ik precies de juiste woorden weet te vinden voor elke deelnemer, en dan gebeurt het vaak dat mensen naar aanleiding van mijn sessie spontaan een enorme stap in hun leven maken.
Hou altijd je 5 i’s in de gaten
De belangrijkste tip tot slot kreeg ik van good old Robert Benninga: hou altijd je 5 i’s in de gaten. Zorg dat je Inhoud goed is en afgestemd op de doelgroep, sta altijd met de juiste Intentie voor een zaal, zorg voor Interactie, wees Inspirerend. Maak een grapje, maak het persoonlijk, stel vragen, voorkom saai geleuter. Scoor je op al deze vier i’s een 8+, dan wordt de vijfde, allesomvattende i ook een 8+: dan heb je namelijk Impact.