Smeenk zag haar oom uit Tanzania worstelen met zijn BTW-teruggave. “Hij kocht hier kinderboeken en computers, maar kreeg bij de Belastingdienst nul op het rekest als hij de BTW wilde terugvragen.” Volgens de Belastingdienst is de transactie een aangelegenheid tussen klant en winkelier.
Service
Winkeliers die consumenten belastingvrij willen laten winkelen, moeten dit regelen met de accountant. Winkeliers kunnen zich ook aansluiten bij administratiekantoor Tax Refund Agency. Al heeft ook dat nadelen volgens Smeenk. “De klant moet minstens voor 50 euro per dag per winkel kopen en betaalt 10 procent administratiekosten. Dat is al de helft van de 19 procent BTW die je terug vraagt.”
Zes weken
De jonge ondernemer vindt beide constructies te ingewikkeld. In november 2006 richtte Smeenk VATfree.nl op. Een web-based service die klanten in staat stelt om op naam van haar bedrijf overal in Nederland belastingvrij te kunnen winkelen. Enige vereiste is een uitgedraaide BTW-bon van de winkelier op naam van VATfree.nl en een stempel van de douane. Binnen zes weken wordt de betaalde omzetbelasting weer teruggestort tegen een tarief van 4 procent.
Staatskas
Zonder VATfree.nl wordt de staatskas jaarlijks met 380 miljoen euro gespekt . Een bedrag dat juridisch gezien aan consumenten toebehoort. Zo creeër je als overheid ondernemerskansen.
Mond-tot-mond reclame
De beoogde doelgroep bestaat uit expats, geëmigreerde landgenoten en internationale studenten. Zeker geen gemakkelijk te bereiken doelgroep. “VATfree.nl is op zoek naar een partnership met reisorganisaties of andere internationale bedrijven.” Tot die tijd teert Smeenk vooral op mond-tot-mond reclame. Niet zonder succes. Op dit moment groeit de omzet van haar bedrijf 200 procent per maand.
Ondernemers
Ook Nederlandse ondernemers in het buitenland kunnen bij VATfree.nl terecht. ” Smeenk werkt hiervoor samen met Forvat.eu. De ondernemer overweegt een het opzetten van een buitenlandse vestiging. “Als je je indenkt dat het BTW-tarief in Zweden 25 procent bedraagt, is Nederland nog maar het begin.”