Bijna een jaar geleden won SusPhos de Challenger-award, de prijs voor ondernemingen die de grootste uitdagers zijn van de gevestigde orde. Ceo en medeoprichter Marissa de Boer liet in november in een sterke pitch de founders van AquaBattery en Nicolab achter zich.
De uitdaging die ze met haar groene chemiebedrijf aangaat, is dan ook behoorlijk: als het aan De Boer ligt, blijft geen korrel meer ongebruikt van het slibas dat resteert als we ons rioolwater zuiveren.
Wat is de Challenger50?
De Challenger50 is de jaarlijkse lijst van MT/Sprout met daarop de meest uitdagende ondernemers van Nederland. Ze dagen de gevestigde orde uit door te laten zien hoe zaken anders, sneller, beter, goedkoper of duurzamer kunnen. De Challenger50 wordt mede mogelijk gemaakt door EY, Vodafone Business, Gapstars, Unique en B. Amsterdam.
Ze is met haar startup SusPhos hard op weg om te bewijzen dat dat ook kan, daarvan overtuigde ze de jury. ‘Ze heeft haar wetenschappelijke onderzoek knap omgezet in een bedrijf en pakt slim een rol in de keten op plekken die cruciaal zijn voor het slagen van haar businessmodel’, aldus het juryrapport.
Lees ook het interview met Challenger50-winnaar Marissa de Boer: ‘Ik wist gelukkig niet waar ik aan begon’
In de aanloop naar de Challenger50 van 2024 zijn we benieuwd hoe het De Boer en SusPhos sinds de awarduitreiking is vergaan.
Circulaire fosfaatwinning uit rioolslibas
Destijds draaide al een pilotfabriek bij een rioolwaterzuivering in Leeuwarden, de plek waar haar bedrijf is gevestigd, met de technologie van SusPhos. Het Friese bedrijf heeft een gepatenteerde chemische technologie ontwikkeld waarmee zuiver fosfaat wordt teruggewonnen uit rioolslibas. Wat daarna nog resteert aan vaste stof, kan worden toegepast als alternatief voor cement. ‘We maken twee producten en er is geen afvalstroom, dat onderscheidt ons van de rest’, aldus De Boer.
Circulaire fosfaatproductie in Nederland heeft niet alleen milieuvoordelen, het verkleint de afhankelijkheid van (fosfaat)mijnen in landen als China, Marokko en Rusland. Bovendien komt er in veel landen wetgeving aan die verplicht om fosfaat uit rioolslib te halen. Duitsland is daarmee in 2029 een van de eerste, samen met Oostenrijk en Zwitserland.
Dat er ook voor een cementvervanger een markt is, moge duidelijk zijn: cement en beton zijn CO2-intensieve bouwmaterialen met een behoorlijke negatieve impact. Hier behaalt SusPhos potentieel flinke klimaatwinst met zijn product.
Lees ook: Paebbl haalt 25 miljoen euro op om CO2 voor altijd vast te leggen in beton
SusPhos bouwt fabriek met slibverwerker SNB
De fosfaatfabriek op volledige schaal kon er dus niet snel genoeg komen. En wat dat aangaat, heeft De Boer grote stappen gezet. ‘Het was natuurlijk een groot feest om zo’n prijs te winnen en ik kreeg verrassend veel reacties, ook uit het buitenland. Maar het feest is daarna eigenlijk tot vandaag doorgegaan. We zijn nog steeds on track. Maar vergeleken met vorig jaar zitten we nu in de fase dat we het echt doen, in plaats van te vertellen wat we willen gaan doen.’
De grootste mijlpaal kwam namelijk afgelopen voorjaar. SusPhos sloot een overeenkomst voor de bouw van een eerste circulaire fabriek met SNB, de Brabantse slibverwerker die de grootste is van Nederland. Die fabriek, SusPhos One, komt op het terrein van SNB op de Moerdijk te staan. De partners worden dus letterlijk buren en er hoeft niet met slib hoeft te worden gezeuld.
Klap van investeerders in Q2 2025
Samen met SNB en ingenieursbureau Bilfinger Engineering wordt nu de fabriek ontworpen, die SNB straks gaat managen en onderhouden. Als alles volgens plan gaat, kan eind dit jaar de vergunning worden aangevraagd voor de bouw. En dan wordt het echt spannend: krijgen SusPhos en partners de financiering rond?
‘Daar moet in het tweede kwartaal van 2025 een klap op van de investeerders’, zegt De Boer. Met redelijk wat zelfvertrouwen: ‘We kijken welke het beste bij dit project passen. Het mooiste is als partijen ook zelf kennis en ervaring kunnen inbrengen. Daarbij houden we er rekening mee dat dit onze eerste fabriek is, waarmee, als die goed draait, de wereld voor ons opengaat. Met name in de DACH-landen (Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, red.) liggen kansen door de aankomende wettelijke verplichting daar. Maar de grootste gemene deler zal een focus op impact en duurzaamheid zijn.’
EIC tekent deels voor fabriek van 50-100 miljoen
Het helpt dat al een belangrijke eerste partij heeft getekend voor een deel van de 50 tot 100 miljoen euro die de fabriek gaat kosten: de Brusselse deeptechinvesteerder European Innovation Council. Die verschaft een mix van subsidie en kapitaal.
Wat financiering betreft, was een tweede hoogtepunt sinds de Challenger50 de lening die SusPhos in september kreeg van NWB Waterinnovatiefonds, waarachter de Nederlandse waterschappen staan. ‘Daar zijn we ontzettend blij mee en ook trots op. Het zijn onze klanten, en ook zij zijn actief op zoek naar duurzame oplossingen.’
Voor een sterke investeringscase moet SusPhos vanzelfsprekend wel hard kunnen maken dat er afnemers zijn voor de producten die uit de nieuwe fabriek komen. ‘Die business development is alweer een stuk verder gevorderd dan vorig jaar’, zegt De Boer.
Circulair fosfaat en cementvervanger
Wat het fosfaatproduct betreft, wordt er met genoeg partijen gesproken. Of klanten straks een hogere prijs voor het duurzame circulaire fosfaat betalen dan voor het doorsnee fossiele spul, daarover laat De Boer niet het achterste van haar tong zien. ‘Maar het is hoe dan ook een ontzettend mooie storyline voor de klant: je sluit de keten, je hebt een mooi product dat in Nederland lokaal wordt gemaakt. Niet in mijnen ver weg, maar via urban mining.’
De duurzame cementvervanger ontmoet ook grote interesse in de markt, al moet die nog bewijzen dat het voldoet aan de eisen die de bouwwereld aan cement en beton stelt. ‘Daarin steken we enorm veel tijd en energie, en er zijn partijen die voor ons testen hoe een stuk beton met ons materiaal zich houdt onder twintig jaar zure regen en andere invloeden.’
SusPhos van startup naar ‘echt’ bedrijf
Al met al, zegt de SusPhos-oprichter, is haar bedrijf geëvolueerd van een startup naar een ‘echt bedrijf’. ‘Betrouwbaar, gedegen, bezig een fabriek te realiseren. We zijn een stuk groter geworden en mijn dagen zien er anders uit dan eerst. Ik ben veel meer manager geworden, ook dankzij de sterke mensen die erbij zijn gekomen die veel dingen van me overnemen. Vroeger was ik bij alles betrokken en dat moest natuurlijk ook wel. Nu vind ik het eigenlijk wel leuk als ik zie dat andere mensen iets beter kunnen dan ik.’
Legt een groter bedrijf dat dichter bij grootschalige productie is ook meer druk op een leider? ‘Het zou niet goed zijn als ik nu vaker wakker zou liggen. Mijn werk is anders, maar mijn team neemt ook verantwoordelijkheid over en je groeit mee met je bedrijf. Lange dagen, die blijf ik weleens maken uit enthousiasme, dat is niet veranderd. We knalden in het begin, maar nu knallen we nog steeds, met meer mensen, meer financiering en meer slagkracht.’
Gesprekken over volgende fabrieken
‘Of ik die tijd mis? Het zijn fases, net als de periode daarvoor dat we alleen maar in het lab zaten. Nu vind ik het leuk om die fabriek gedegen neer te zetten, slagkracht te creëren voor de toekomst en de strategie te ontwikkelen. We hebben niet alleen de focus op deze fabriek, we spreken ook al met partijen over de volgende fabrieken.’
Het is een langetermijnspel. Maakt dat je als ondernemer met zo’n veelbelovende technologie in handen niet af en toe ongeduldig? ‘Jawel. Ik kan daardoor soms best vervelend zijn, want mijn geduld kent zijn limieten. Ik ben nu eenmaal enthousiast, ik wil dat dit gerealiseerd wordt en kan niet tegen bureaucratie. Maar we werken nu eenmaal samen met grote, soms publieke partijen aan een chemische fabriek, dat is niet iets wat je even snel in elkaar zet. Dus jammer Marissa: jij wil wel snel, maar af en toe moet je even op je handen zitten.’
Begin november publiceert MT/Sprout de Challenger50 van 2024.