Open Social trok de aandacht van Peak Capital en Nimbus Ventures, die nu 1,25 miljoen euro steken in de dienst van Taco Potze (foto boven rechts) en Bram ten Hove (foto links). Het bedrijf (25 medewerkers) met kantoren in Amsterdam en Enschede, bouwt open source community-software voor non-profitorganisaties waaronder Greenpeace en UNDP, de ontwikkelingstak van de Verenigde Naties. Voor die laatste organisatie (40.000 medewerkers) maakte Open Social een platform om kennis uit te wisselen over de gevolgen van het coronavirus.
Het bedrijf ontstond als project binnen digitaal bureau GoalGorilla, waar het bouwen van online communities langzamerhand de overhand kreeg en de naam GoalGorilla vorig jaar werd verruild voor Open Social. Als bedrijf de switch maken van een servicebureau naar een onderneming rond het product is een pittige uitdaging, zegt Potze. “Veel servicebedrijven willen dat, maar het lukt maar weinig, omdat je het hele “dna” van een organisatie moet veranderen. Je gaat van een relatief kleine, lokale markt naar een wereldwijd schaalbaar product. Die stap heeft enkele jaren gekost.’
Corona
Dat vlak na die switch in februari de coronapandemie uitbrak, blijkt achteraf een zegen voor Open Social. Zo steeg het aantal aanvragen nadat evenementen ineens niet meer fysiek konden worden georganiseerd, en merkte het bedrijf dat er online structureel meer wordt gezocht op termen als ‘sociale intranetten’ en ‘communities’. De terugkerende omzet (recurring revenue) ligt volgens Potze nu 30 procent hoger dan een jaar geleden. Precieze omzetcijfers of aantallen klanten deelt het bedrijf vanuit concurrentieoogpunt niet.
Corona gaf Peak Capital en Nimbus ‘het laatste zetje’, zegt Potze. ‘Er zijn geen klanten weggegaan, omdat we ons vooral richten op de non-profit-markt en overheden. Iedereen weet dat de economie nu juist daarop draait en dat daar de komende tijd veel innovatie gaat plaatsvinden. Je ziet een enorme verschuiving naar online, en startups als wij plukken daar de vruchten van.’
Open source
Net als Gitlab en Elastic is Open Social gebouwd op open source-software. Daar bovenop maakt het bedrijf voor klanten aanpassingen en integraties met systemen van bijvoorbeeld Microsoft. Die open source-kern zorgt volgens Potze voor een combinatie van schaalbaarheid en innovatie, met tegelijk de vrijheid om bepaalde processen naar eigen inzicht vorm te geven.
Potze: ‘Open source heeft veel voordelen. We kunnen veel sneller innoveren, omdat we met een grote community werken, waaronder die van Drupal en React. Daar wordt veel kennis, maar ook code, gedeeld, ze lossen vaak bugs op en geven input over onze roadmap. Daarmee houden we bovendien de kosten laag, ten opzichte van die van de concurrenten. Daarnaast is het een heel aantrekkelijk saleskanaal, omdat veel organisaties als ze voor de keuze staan om het zelf te hosten, toch vaak kiezen voor professioneel implementeren en onderhouden.’
Verdienmodel
Open Social heeft ook een gratis versie, die nu door ongeveer 1.000 organisaties wordt gebruikt. Met de nieuwe investering van Peak Capital en Nimbus kan Open Social bouwen aan een marktplaats met betaalde extensies zoals apps, e-learning en live chat. Zo sponsor je het open source-project, zegt Potze, en ontstaat er een duurzaam verdienmodel dat volgens hem bij veel andere open source-projecten nog ontbreekt. ‘Daardoor kunnen zij zich niet zo goed ontwikkelen. Wij willen dat wel doen, blijven innoveren, de wereld veroveren en één van de tegenhangers worden van de closed source-partijen. Dan moet je wel een duurzame, langetermijnvisie hebben.’
Voor elk ‘gesloten’ systeem ontstaat uiteindelijk een open versie, ziet de ondernemer, zoals Android de open source-tegenhanger is van iOS (Apple), en Rocket.Chat ontstond als open variant op Slack. Open Social moet die speler worden in op het terrein waar nu giganten als Microsoft (Sharepoint) en Salesforce de dienst uitmaken.
Afhankelijk
Potze: ‘Het doel van deze Amerikaanse techbedrijven is om je in hun ecosysteem te zuigen. Je hoeft alleen maar Microsoft te gebruiken’, hoor je dan, en Salesforce zegt hetzelfde. Ze willen dat je van hen afhankelijk wordt. Het probleem is dat je zo steeds dominantere spelers krijgt en steeds minder keuze. Dat model willen we doorbreken.’
‘Voor ons maakt het niet uit met welke tool je werkt, of het nou CMS of CRM is. We zullen je nooit verplichten om een bepaalde techniek te gebruiken. We werken wel samen met diensten van Microsoft, zoals Office 365, maar ook met andere spelers. Zo houden organisaties de keuze en blijft de marktwerking goed. Dat gevecht is nu gaande, en dat wordt hard gespeeld. Kijk naar de grote investeringen in de VS en hoe we daar in Europa nog geen tegenwicht aan hebben weten te bieden.’
Als pleitbezorger van het ‘open web’, met meer aandacht voor privacy en de eigendom van data, staat Potze niet alleen. De Nederlandse overheid wil dat overheidsorganisaties open source als uitgangspunt nemen, bepaalde staatssecretaris Raymond Knops afgelopen april. Dat zou de overheid transparanter kunnen maken, kosten verlagen en de economie stimuleren. Dat stimulerende effect lijkt voor Open Social alvast een inkoppertje.
Foto: Open Social