Weer een nieuw record voor Buienradar: bijna vijf miljoen bezoekers stemden tijdens het noodweer eind juni af op de populairste weersite van Nederland. Gemiddeld heeft Buienradar vijftig miljoen bezoeken per maand, maar op piekmomenten kan het aantal pageviews oplopen tot dertig miljoen per dag. Rijkaart: “Bij slecht weer moeten we alle zeilen bijzetten; het is voorgekomen dat we ‘s nachts zelf bij het hostingbedrijf een extra server zijn gaan plaatsen.”
Dat hoeft inmiddels niet meer. In maart nam RTL de site over voor een onbekend bedrag. Rijkaart heeft tot aan de zomer de overdracht begeleid en tot april 2012 verzorgt hij begeleiding op afstand, maar strategische beslissingen worden in Hilversum genomen en niet meer in Arnhem, waar Rijkaart de site vanuit zijn woning aanstuurde.
Broers Edwin, Stefan en Wijnand Rijkaart gaan zich voortaan richten op buitenlandse weersites als Sat24.com en Niederschlagsradar.de, die zelfstandig blijven. “Duitsland is een land met een ander type weer en een heel andere advertentiemarkt. Technisch is het ook een uitdaging. Wij verzamelen gegevens van wel zestien radarinstallaties.”
Auto-industrie
Er lag geen businessplan aan Buienradar ten grondslag, zegt Rijkaart terugkijkend. “Dat is het aardige van internet. Het is echt nog een snoepwinkel. Je kunt voor weinig geld iets uitproberen, en als het niks wordt, haal je het weer weg.”
De huidige tijd van internet is goed te vergelijken met het begin van de auto-industrie, zegt Rijkaart. Inmiddels is zo’n beetje alles gestandaardiseerd, maar in de begintijd bloeide ook daar de innovatie. “We zijn met internet nog lang niet waar de auto-industrie nu is. Ik vermoed dat we de komende vijfentwintig jaar nog volop kunnen experimenteren.”
Zelf kwam hij al vroeg met het internet in aanraking. Eind jaren tachtig had Rijkaart al e-mail, dankzij een abonnement bij Hacktic, de voorloper van XS4all. Hij begreep de potentie van het web, maar beschouwt zich niet als een visionair. “Ik verbaas me wel eens over al die advieskantoren die precies weten waar het naar toe gaat. Wie had vijf jaar geleden het succes van tablets kunnen voorspellen?”
Geluk
Zijn eerste onderneming FIBBS Financiële Databank, die koersdata van de AEX en diverse Europese en Amerikaanse beurzen leverde aan gebruikers van beleggingssoftware, beperkte zich aanvankelijk zelfs tot bulletin boards. Toen er een website moest komen, leek het Rijkaart een aardig idee om Beurs.nl als domeinnaam te registreren. “Een heel gedoe, want de naam vond men te algemeen. Het kon pas toen we een merk hadden bedacht. Beurs stond voor Bedrijfs Economisch Universeel Reportage Systeem.”
Op de site stond aanvankelijk alleen maar informatie over FIBBS, maar Rijkaart merkte dat er veel aanloop was van mensen die dachten dat er beurskoersen te vinden waren. Omdat FIBBS voor gestage inkomsten zorgde, besloot Rijkaart daarom een extra datafeed in te kopen voor beursinformatie. Achteraf gezien heeft hij daarmee veel geluk gehad, zegt Rijkaart nu. “Het was in de tijd van de internetbubbel, geen bedrijf investeerde meer in internet, anders hadden we veel sneller meer concurrenten gehad.” €
Jaartallen
1988
Edwin Rijkaart start met een aantal mede-studenten FIBBS financiële databank, dat koersdata van de AEX en diverse Europese en Amerikaanse beurzen leverde aan gebruikers van beleggingssoftware. Het systeem draait dan nog op een bulletin board system.
1996
Er moet een internetsite komen voor FIBBS. Rijkaart lijkt de domeinnaam Beurs.nl daarvoor goed geschikt. Na een hoop gedoe – de naam werd te algemeen bevonden – kan hij de domeinnaam krijgen omdat het merk registreert als Bedrijfs Economisch Universeel Reportage Systeem (BEURS). Rijkaart merkt dat veel bezoekers naar Beurs.nl komen voor beurskoersen. Hij koopt daarom een extra datafeed over beursinformatie in.
2006
Rijkaart zag bij zijn broer – die in Chicago gedetacheerd was – een buienradar op de Amerikaanse televisie. Hij regelt via het KNMI dat hij voor 200.000 euro per jaar buienradargegevens van Nederland krijgt. Duur, maar omdat Beurs.nl goed draait, kan hij de investering doen. Vlak voor Koninginnedag gaat Buienradar.nl de lucht in.
2008
Buienradar lanceert de eerste Nederlandse iPhone-app.
2011
Buienrader Nederland wordt verkocht aan RTL. Edwin Rijkaart gaat zich met zijn broers Stefan en Wijnand voortaan richten op buitenlandse weersites als Sat24.com en Niederschlagsradar.de, die zelfstandig blijven.
Edwin Rijkaart start met een aantal mede-studenten FIBBS financiële databank, dat koersdata van de AEX en diverse Europese en Amerikaanse beurzen leverde aan gebruikers van beleggingssoftware. Het systeem draait dan nog op een bulletin board system.
1996
Er moet een internetsite komen voor FIBBS. Rijkaart lijkt de domeinnaam Beurs.nl daarvoor goed geschikt. Na een hoop gedoe – de naam werd te algemeen bevonden – kan hij de domeinnaam krijgen omdat het merk registreert als Bedrijfs Economisch Universeel Reportage Systeem (BEURS). Rijkaart merkt dat veel bezoekers naar Beurs.nl komen voor beurskoersen. Hij koopt daarom een extra datafeed over beursinformatie in.
2006
Rijkaart zag bij zijn broer – die in Chicago gedetacheerd was – een buienradar op de Amerikaanse televisie. Hij regelt via het KNMI dat hij voor 200.000 euro per jaar buienradargegevens van Nederland krijgt. Duur, maar omdat Beurs.nl goed draait, kan hij de investering doen. Vlak voor Koninginnedag gaat Buienradar.nl de lucht in.
2008
Buienradar lanceert de eerste Nederlandse iPhone-app.
2011
Buienrader Nederland wordt verkocht aan RTL. Edwin Rijkaart gaat zich met zijn broers Stefan en Wijnand voortaan richten op buitenlandse weersites als Sat24.com en Niederschlagsradar.de, die zelfstandig blijven.
Extreem weer
Rijkaart zocht destijds regelmatig zijn broer op, die in Chicago bij Deloitte gedetacheerd was. Daar zag hij voor het eerst een buienradar op televisie. “Het weer in de VS is extremer dan in Nederland, maar toch dachten we er al gelijk aan om zoiets ook hier te beginnen.” Rijkaart kwam erachter dat de Amerikaanse overheid weergegevens gratis ter beschikking stelde aan bedrijven om een weermarkt te creëren, maar in Nederland was men nog niet zover. “Toen ik de KNMI belde, werd mij diverse malen nadrukkelijk gevraagd of het wel serieus was. Uiteindelijk hebben ze ons geweldig geholpen.” Toch viel Rijkaart de prijs voor de gegevens aanvankelijk fors tegen: een kleine 200.000 euro per jaar. “Omdat advertentieopbrengsten de kosten moesten dekken, hebben we het hele idee maar op de lange baan geschoven.”
Toen in 2006 Beurs.nl een uitstekend jaar had gedraaid, kon Rijkaart zich niet langer bedwingen. “We zouden 1 mei live gaan, maar toen het een zeer slechte Koninginnedag leek te worden, hebben we de site iets eerder gelanceerd. Dat leverde meteen enorm veel publiciteit op.”
Marktverstorend
Binnen een half jaar hadden ook Meteoconsult en KNMI een buienradar, hoewel beiden wat bezoekersaantallen betreft nooit aan Buienradar hebben kunnen tippen. “Het KNMI heeft zich sowieso ingehouden, want het mag als overheidsinstantie niet marktverstorend werken”, weet Rijkaart. “Wij zijn natuurlijk zelf ook niet stil blijven zitten en hebben er steeds meer elementen aan toegevoegd.” Zo ontstond een renderende onderneming, die Rijkaart vijf jaar lang zonder al te veel bonje met zijn twee broers runde. “Zolang we niet in elkaars vaarwater zaten, ging het goed.”
Wel is Rijkaart steeds minder gaan programmeren, zijn grootste passie. “Voor mij werd het de laatste tijd steeds meer managen. Je wilt niet weten hoeveel vragen en opmerkingen er op je af komen. Onze verantwoordelijkheid is toegenomen omdat ook professionele gebruikers zich oriënteren op Buienradar. Grote chemiebedrijven, telers en organisatoren van evenementen gebruiken steeds vaker Buienradar. Dat betekent dat we extra zorgvuldig moeten zijn.”
Een andere uitdaging was het opvangen van piekmomenten. Buienradar draaide aanvankelijk volledig op de servers van Beurs.nl. “We hebben dagen meegemaakt dat de beurs daalde en het ook nog slecht weer was, dan raakten de servers echt van de kook.” Met de verkoop van Beurs.nl (ook weer voor een onbekend bedrag) was er in elk geval genoeg geld om de capaciteit uit te breiden, maar volgens Rijkaart ontbreekt het aan flexibiliteit bij hostingbedrijven. “Het liefst kopen we per dag de capaciteit in, afhankelijk van de drukte.”
Buitenlandse expansie
Actief hebben de broers nooit kopers voor Buienradar gezocht. Belangstellenden waren er in overvloed, maar ze wilden Buienradar niet zomaar uit handen geven. Met RTL lag dat anders. Daar kregen de Rijkaarts een goed gevoel bij.
Met de verkoop hebben de broers in elk geval de handen vrij voor buitenlandse expansie en nieuwe uitdagingen. Hoewel er nog geen concrete plannen in die richting zijn, heeft Rijkaart onder meer naar file-informatie gekeken. “Ik zou willen weten of de file zich oplost op de plaats van bestemming. Nu stuurt een TomTom je meteen een andere richting op.” Ook de combinatie met meteo-informatie zou tot innovatieve concepten kunnen leiden. “Een auto is eigenlijk een rijdend weerstation met temperatuur- en regenmeters, ik zou die informatie best willen verzamelen.”
Voor het eerst hebben de broers nu maar eens aparte kantoorruimte gehuurd, met koffieautomaat. Al die jaren heeft Buienradar op minimale middelen gedraaid. “Mijn tip voor starters is: ga niet meteen een dure auto of een duur kantoor kopen. Al realiseer ik me dat het erg moeilijk om die verleiding te weerstaan. Mensen van mijn leeftijd, begin veertig, hechten doorgaans erg veel waarde aan status. Ze vinden dat ze niet in een weinig representatieve auto kunnen rijden. Maar als je voortdurend de schijn van succes wilt wekken, neem je eigenlijk al de verkeerde beslissingen.”