Roy Thurik (56), hoogleraar economie en ondernemerschap aan de Erasmus Universiteit Rotterdam:
“Als je heilig in je plan gelooft en je je daar onverzettelijk aan vasthoudt, heb je geen kans van slagen. Want de wereld verandert en ook je idee moet dus steeds veranderen. Je komt de markt binnen met een bepaald plan. Dat pakt altijd anders uit dan je denkt. Je plan is dus versie één, het product waarmee je de markt op gaat is versie twee en dan moet je je product aanpassen voor weer de volgende versie enzovoort. Je moet dus constant flexibel zijn.
Fouten
Opportunisme heeft een negatieve klank in het Nederlands. Het staat voor korte termijn denken. Met opportunisme al te gericht op de korte termijn kun je wel een challenger zijn, maar het is de vraag of je daarmee overleeft. Het leven is daar te lang voor, er doen zich te veel mogelijkheden voor om het fout te doen en er zijn gewoon te veel mensen die hetzelfde zullen aanbieden zonder opportunistisch te zijn.
Kansen
De positieve benadering van opportunisme vindt je in het Engelse ‘opportunities’. Kansen zien. Besluiten kun je vanuit twee optieken nemen. Denkend ‘ik weet dat ik dit kan dus dit ga ik doen’. Of je gaat van de kansen uit. Dingen buiten wat je kunt, waarvan je niet zeker weet of je het kan maar die je doet. Of je het waar kunt maken zie je later wel. Dat typeert ondernemers. Die kijken meer in de richting van kansen dan het tellen van zegeningen. Opportunisme in die positieve zin is de essentie van ondernemerschap. Het maakt dat je dingen ziet die anderen niet zien.”
Bart Stomphorst (40), oprichter Sandd:
“Zeker voor jonge challengers is het in de eerste fase belangrijk weloverwogen opportunistisch te zijn. Die combinatie klinkt een beetje tegenstrijdig. Maar de gevestigde orde is vaak een stevige partij, met veel geld en positie in een branche. Om zo’n partij te lijf te gaan moet je als nieuwkomer die autoriteit zien te breken. Als je dat zeer weloverwogen gaat doen, verlies je tijd. Nu moet je ook niet alles ad hoc gaan doen. Het is goed opportunistisch, dus ad hoc, gaten te zoeken maar doe het wel vanuit common sense. Dus wetende dat je dat aan het doen bent. Wees je er bewust van. Er moet lijn in zitten, anders loop je weg van je authenciteit. Als je voor de aanvalstrategie kiest, moet je weten wat je wilt bereiken. Aanvallend ben je heel zichtbaar en dus ook makkelijk onderuit te halen. Het eerste jaar kun je dat doen. En dan mag je natuurlijk ook genieten van je succes, maar het tweede jaar moet je heel duidelijk weten waar je heen wilt en kun je niet meer constant alleen maar vanuit de heup schieten. De scheidslijn bij gepland opportunisme is dun.
Broos succes
Vaak zie je dat, op het moment dat challengers denken dat ze er zijn, ze toch heel broos blijken te zijn. Dat is heel logisch, want die volgende fase van volwassen worden is voor veel challengers echt een uitdaging. Als je dat opportunistisch doet, dus zonder lijn, moet je oppassen dat je geen los zand wordt.”
Droom
“Het eerste jaar was Sandd echt een droom. Een plan waarmee ik van hot naar her rende. Ik had een verhaal en het maakte niet uit of ik een heel gedetailleerde strategie liet zien of alleen de grote lijnen. Het ging er om dat ik het verhaal heel enthousiast vertelde en daarmee mensen voor het idee wist te winnen. Pas in het tweede jaar raakten ze geïnteresseerd in de strategie. Voor die tijd had ik wel een kapstok in mijn hoofd. De postmarkt was log en monopolistisch, niemand had er interesse in. De gedachte was dat als wij die markt wilden openbreken, we dat met een heel andere cultuur moesten. Met een vernieuwend product – twee keer in plaats van zes keer in de week postbezorging -, bovenop onze klant zittend en met prikkelende communicatie. Die gedachte is altijd de lijn geweest.”
Lees ook:
- Challengers hebben meer lef dan anderen
- Challengers weten zich goed te profileren
- Challengers hebben een perfect gevoel voor timing
- Challengers zijn creatieve geesten
Door: Karin Husslage en Ellen Nap