De laatste tijd kom ik in commercials de X weer tegen. Bij Eiffel, en bij xs4all.
De X is in de afgelopen jaren flink uitgebuit door de tv-industrie en Henkjan Smits heeft er zelfs een fout boekje over geschreven. Het X-stofje is zeldzaam en wordt op één lijn gezet met talent en oorspronkelijkheid.
De X-factor is een onderzocht fenomeen in de paardensport, zo ook het zogenaamde carrière maken, een andere term in die sport. Het stofje is gekoppeld aan het X-chromosoom bij paarden. En zij die in volle ren gaan (carrière maken) hebben het.
Nu vraag ik mij af of zij die in onze arbeidsmarkt carrière maken, ook in het bezit zijn van de X-factor. Velen zijn in volle ren, dat wel. Zij rennen zo hard dat, al zouden zij struikelen over talent – hetzij een eigen talent of dat van een ander, zij het niet als zodanig zouden herkennen. Omdat vooruitkomen belangrijker is dan ontwikkeling en uitstraling.
Kortom, carrièrejagers missen vaak de X-factor. Terwijl die factor toch zorgt voor herkenning en erkenning, dat heeft de ‘Yes We Can'-campagne van Obama maar weer bewezen. Daarom hoop ik dat recruiters in het voor ons liggende jaar 2009 meer aandacht zullen besteden aan het herkennen van talent, en het zullen koesteren. Klonen van onszelf aannemen kunnen we allemaal. Het is juist die getalenteerde ‘dorpsgek', die absolute creatieveling die het verschil maakt en bedrijven scherp houdt. Medewerkers met de X-factor maken soms geen of onverwachte carrières. Zij maken de winkel.
Lilian Bakker werkt al twintig jaar in de wondere wereld van HR