Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

We zijn verwikkeld in een strijd om status: kunnen we daaraan ontsnappen?

Columnist Remco Claassen heeft een haat-liefdeverhouding met status. Mooie spullen, een sterrendiner of aandacht op het podium: is dat niet gewoon een platte zucht naar meer aanzien? Tot hij het boek 'The Status Game' las van Will Storr. Dat werpt een heel ander licht op het fenomeen status.

the status game will storr

Leiderschap is onlosmakelijk verbonden met status. Een leider moet status hebben om überhaupt als leider geaccepteerd te worden.

Toch heb ik zelf status altijd een beetje een vervelend woord gevonden. Eigenlijk klinkt het een beetje vies. Het voelt een beetje als laten zien dat je meer bent dan anderen. Maar het moedwillig etaleren van rijkdom, positie, mandaten of zelfs aantallen volgers schept afgunst en verschil.

Van kippen tot Ferrari

Je kunt er niet omheen. Het is ongrijpbaar, alomtegenwoordig en niet te vermijden. Status is overal. En het is zelfs niet alleen aan mensen voorbehouden. Waar dacht je dat het woord ‘pikorde’ vandaan kwam? Precies: dat gaat dus over kippen.

Waar je ook bent, het straalt je overal tegemoet. Auto’s, huizen, kleding, horloges, alles vertegenwoordigt op één of andere manier een bepaalde status. In onze maatschappij is status vaak verbonden aan geld, maar het gaat verder dan dat. Ook het aantal volgers op TikTok, VIP-toegang tot een club, hoe mindful je wel niet bent of juist hoe weinig je bezit (dan heb je hoge minimalisten-status).

Je kunt het zo gek niet verzinnen of het heeft het uiterlijk van de pikorde-show.

Het toppunt is wel dat je in bijzondere gevallen zelf status moet hebben om een statussymbool te mógen kopen. Een verbolgen Nederlandse boer sleepte Ferrari voor de rechter omdat hij het nieuwste model nog niet mocht kopen.

Status zit in ons brein

Schrijver Will Storr verdiepte zich in het fenomeen status, in zijn boek The Status Game. Als je er samen met hem dieper induikt, dan is het niet verwonderlijk dat status overal aanwezig is. Want het zit diep ingebakken in onze hersenen. Het had namelijk een belangrijke functie voor overleven. Met nadruk op had.

Honderdduizenden jaren evolutie hebben gemaakt dat het ‘statusdeel’ van ons brein werd gevormd. Status is zo’n beetje dé oervaluta. Het bepaalde de verhoudingen in de groep voordat geld uitgevonden was. Het was ook een prima systeem in zo’n overzichtelijke groep jager-verzamelaars. Voordat iedere flapdrol met dollars en euro’s status kon kopen moest je daadwerkelijk wat nuttigs kunnen. Status als indicatie van je nut naar anderen.

Hoe kreeg je toendertijd dan een hogere status? Dat was eigenlijk heel simpel: goed honing of schuilplekken kunnen vinden, of eetbare knollen, of een bijzonder effectieve manier uitvogelen van mammoet knuppelen. Iets waar jij en je stam echt iets aan hadden dus. Status was direct gekoppeld aan meerwaarde.

Waarde toevoegen is verdwenen

Die koppeling met meerwaarde is helaas vaak verdwenen. Je hoeft tegenwoordig niet eens echt iets te kunnen om toch status te krijgen. Ik ken diverse zogeheten influencers die te dom zijn om te poepen, maar toch miljoenen volgers hebben. En met de volgers aan hun zijde denken ze ook nog eens een bewijs te hebben gevonden dat hun influencing waardevol is.

Want wat in een groep van hooguit 100 tot 150 mensen prima functioneert, is een regelrechte ramp in een geglobaliseerde, compleet über-connected wereld. Die kleine groep waar jij je mee kunt verhouden en vergelijken, is nu in zeer korte tijd gegroeid tot een massa van miljarden mensen. En daar is je brein totaal niet op gemaakt.

Binnen twee swipes zie je de absolute top (of flop!) van de wereld in ‘wat dan ook’ voor je neus. Het is dus heel moeilijk om jezelf niet gek te laten maken. En waar is er nog een bühne voor jouw waardevolle bijdrage als iedereen enkel kijkt naar diegene met meer dan een miljoen likes?!

Mijn niet-wetenschappelijke overtuiging is dat ‘waarde toevoegen’ aan de basis ligt van eigenwaarde. Dat eigenwaarde letterlijk in lineair verband staat met de hoeveelheid waarde die jij toevoegt aan je omgeving.

Ik ken meerdere rijkaards die er vroeger nog toe deden en waardevol waren naar hun klanten en medewerkers. Maar na het cashen van hun bedrijf enkel nog maar schreeuwen met spullen. Hun eigenwaarde raakt dan verstrengeld met hetgeen ze allemaal kopen. Als iemand tegen ze zegt ‘wat heb jij een mooie auto’, dan horen ze in hun hoofd ‘wat ben ik toch geweldig’.

Status op de werkvloer

Trek dat eens door naar de werkvloer van vandaag. Ook daar is hiërarchie en status wel een dingetje. Storr maakt duidelijk dat het niet slim is om status te belangrijk te maken.

Een beetje competitie is prima om nét even dat stapje extra te doen en die klant binnen te halen. Maar ga je structureel elke drie maanden de slechtst presterende 15 procent eruit knikkeren (en ja, er zijn bedrijven waar dat standaard is), dan creëer je een giftige sfeer waar ellebogen een veel grotere rol krijgen dan de schouderklopjes. Niet doen dus.

Maar ook buiten de kantoortuin zorgt statusdrang voor problemen. De hele maatschappij lijkt ingelogt in The Status Game. Maar let op, er is hoop. Want het spel blijkt regels te hebben.

De winnende tactiek voor The Status Game

Storr heeft het spel goed geanalyseerd en geeft de twee belangrijkste tactieken. De eerste is dat je moet zorgen dat je een aantal verschillende spellen speelt, maar niet te veel. Zo spreid je het risico, zodat als het bij het ene spel wat minder lekker loopt je nog een ander hebt om te compenseren. Want status verliezen doet altijd pijn (ook dat is keihard ingebakken in je brein).

Maar pas op! Een gewone sterveling heeft eenvoudigweg niet genoeg tijd om in tien spellen tegelijk steeds beter te worden. Dus beperk het aantal.

De tweede tactiek is dat je ervoor moet zorgen dat je status geleidelijk blijft stijgen, ieder jaar een beetje. Perfect voor je geluksgevoel. En lukt het echt helemaal niet, dan is er een uitweg: begin dan gewoon aan een ander spel.

Speel de spellen van jouw keuze

Ook al zou je het willen, ontsnappen is dus onmogelijk. Status is hard-wired in je brein. Dus wat je er ook van vindt, het is er. Wat je ermee moet? Daar komt het neer op keuzes maken.

Merk je dat je omgeving je meesleept in spelletjes waar je helemaal niet aan mee wilt doen? Verander dan die omgeving. Soms betekent dat dat je afscheid moet nemen van mensen. Het getuigt van persoonlijk leiderschap door scherpe keuzes te maken in welke spelletjes je meespeelt.

Het allerbelangrijkst advies is dan ook: speel alleen mee in The Status Game waar jij energie van krijgt, of je nu wint of niet. Want als je de spelletjes speelt die op jouw koers liggen, dan is verliezen onmogelijk.

Lees meer columns van Remco Claassen: