Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Iedereen is man, tenzij anders wordt vermeld

Organisaties zijn van oudsher opgericht door en voor mannen. En als de man als nulmeting wordt genomen, wijken vrouwen logischerwijs af van de geldende norm binnen organisaties. Dat is geen reden voor vingerwijzen, stelt diversiteitsonderzoeker Roos van Dalen.

Diversiteit inclusie roos van dalen

Eind januari won tennisser Rafael Nadal voor de 21e keer een grandslamtoernooi. Media in binnen- en buitenland hadden het over ‘de eerste tennisser met 21 grandslamzeges’.

Wat ze vergaten, is dat Nadal de eerste mannelijke speler is met minimaal 21 grand slams op zijn naam. Bij de vrouwen gingen Margaret Court (24 overwinningen), Serena Williams (23) en Steffi Graf (22) hem voor. Een onschuldige fout maar wel een die onderstreept dat iedereen man is, tenzij anders is vermeld.

Organisaties van oudsher opgericht voor mannen

Ook in het bedrijfsleven duikt dit fenomeen vaak op. Hedendaagse organisaties zijn namelijk nog altijd gebaseerd op het zogeheten male model in plaats van genderneutraal. De oorzaak hiervan is dat organisaties van oudsher zijn opgericht door en voor mannen. Hier plukken wij in de eenentwintigste eeuw nog altijd de vruchten van, zij het zure vruchten.

Ik heb onderzoek gedaan naar genderongelijkheid in de top van het Nederlandse bedrijfsleven door de ogen van de Nederlandse topvrouw. Daarvoor heb ik ruim 20 topvrouwen geïnterviewd, van onder andere Rabobank, NS, DSM en Talpa.

Uit die gesprekken blijkt dat in het bedrijfsleven mannen vaak de spelregels bepalen omdat zij – vooral in de top – in de grote meerderheid zijn. Hierdoor is het fundament van de bedrijfscultuur masculien. Logischerwijs passen mannen hierdoor beter in het malletje.

Als de man als nulmeting wordt genomen, wijken vrouwen logischerwijs af van de geldende norm binnen organisaties

Andere werknemers, vrouwen, leren om zich naar deze geldende gedragingen en norm te conformeren. Ze kopiëren langzaamaan gedrag om niet buiten de boot te vallen. Dat is een overlevingsstrategie: pas je er niet tussen, dan red je het niet in de (sub)top. Het gevolg is uniformiteit in plaats van diversiteit en dus wordt de situatie in stand gehouden.

Lees ook: Leiderschapsles Karien van Gennip: als vrouw ben je nooit ‘one of the guys’ (en dat is prima)

De universele werknemer

De Amerikaanse sociologe Joan Acker stelde in haar onderzoek dat organisaties op zoek zijn naar de ‘universele werknemer’. Iemand die leeft om te werken, met zo min mogelijk verplichtingen daarnaast.

Lange tijd werd in studies beschreven dat deze universele werknemer genderneutraal is.

Onder meer Acker liet zien dat dit hypothetische figuur meer kenmerken heeft van een man dan een vrouw. Van deze mannelijke werknemer wordt nog altijd zijn lichaam, seksualiteit, rol in het gezin en werkethos als nulmeting genomen binnen organisaties. Als de man als nulmeting wordt genomen, wijken vrouwen logischerwijs af van de geldende norm binnen organisaties.

Andere prioriteiten

Onder andere qua sociale verwachtingen zijn de verschillen onweerlegbaar aan te wijzen. Vrouwen worden geacht andere prioriteiten te hebben naast hun baan, zoals de verzorging van hun kinderen en het draaiende houden van het huishouden. Deze verwachting wordt geschept bij elke vrouw, of zij nu een kinderwens heeft of niet.

Zo krijgt een 32-jarige vrouw ongetwijfeld de vraag waarom zij voor promotie zou gaan. Ze wil immers binnenkort vast aan kinderen beginnen. En dan is de verwachting dat zij – en niet de man – minder gaat werken.

Een topman met kinderen wordt gezien als topman, terwijl een topvrouw met kinderen in eerste instantie wordt gezien als moeder

Een van de topvrouwen in mijn onderzoek kreeg een kind en besloot samen met haar partner elk vier dagen per week te gaan werken. Haar werd gevraagd of zij dat nou wel zou doen, zoveel blijven werken. Hem werd gevraagd of hij dan niet ambitieus was. Het is goed om even stil te staan bij deze verschillende reacties die de man en vrouw ontvangen op een en dezelfde ondernomen actie.

Minder werken als er kinderen komen, gaat voor de meeste topvrouwen niet op. Zij blijven vaak (minimaal) vijf dagen per week werken, maar hebben wel met vooroordelen over moederschap te maken.

Van vrouwen wordt namelijk verwacht dat de kinderen de hoogste prioriteit hebben en zo wordt er binnen organisaties ook tegen hen aangekeken. Een topman met kinderen wordt gezien als topman, terwijl een topvrouw met kinderen in eerste instantie wordt gezien als moeder. Om over de kritieken vanuit de maatschappij op een fulltime werkende moeder nog maar niet te beginnen Een werkende moeder lijkt het dus nooit helemaal goed te kunnen doen.

Lees ook: Is de aangeboden functie te mooi om waar te zijn? Pas op voor de glazen klif!

Ommekeer

Hoe komen we uit deze situatie? Niemand die nu leeft heeft invloed gehad op ongelijkheid die in het verleden is ontstaan. Vingerwijzen is dan ook niet wenselijk en werkt mijn inziens zelfs averechts. Laten we in plaats daarvan die energie gebruiken om gezamenlijk naar een oplossing toe te werken.

Belangrijk is om bewustzijn te creëren over de oorzaak van ongelijkheid. En daarbij duidelijk te maken dat veel van dit soort gedrag onopzettelijk gebeurt. De verwachtingen die we als maatschappij hebben van een goede man of goede vrouw zijn het resultaat van diepgewortelde sociale patronen waar we ons vaak niet bewust van zijn.

De komende maanden neem ik jullie graag mee langs de verschillende aspecten van dit onderwerp en in mijn overtuiging hoe we verandering teweeg kunnen brengen.