Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De route naar de top van Karien van Gennip (VGZ): ‘Het is verleidelijk je te omringen met mensen die zeggen wat je goed doet’

Als vrouw ben je nooit ‘one of the guys’. En dat is prima, leerde Karien van Gennip (53), ceo van verzekeraar VGZ. 'Ik heb moeten leren vertrouwen op mijn intuïtieve buikgevoel, om mezelf te kunnen zijn als vrouw.'

karien van gennip vgz

HET BUITENMEISJE | Werk hard om de volgende generatie de beste kansen te geven

‘Door de weeks was ik het Haagse meisje, het meisje van Grieks en Latijn, van hockey en de feestjes. Maar in de lange weekenden vond je me eindeloos buiten, rond de boerderij van mijn opa en oma in Nuenen. Hutten bouwen. Slootjespringen. Ezeltje rijden.

Binnen knisperde de open haard, zaten we uitgebreid te tafelen en leerde mijn opa me boerenbridge en pest-patiencen. Erover vertellen geeft me altijd een warm gevoel, ook nu weer. Zijn overlijden was voor mij dan ook ontzettend heftig. Zestien jaar was ik, mijn eerste ervaring met de dood. Lag-ie daar, opgebaard in die nette huiskamer, normaal gesproken het centrum van onze gezelligheid.

Route naar de top
In de serie Route naar de top vragen we topbestuurders naar de weg die ze aflegden – van basisschool tot boardroom. Op zoek naar de lessen, blunders en adviezen die hen gevormd hebben. Lees hier alle gesprekken in de reeks »

Ik vond het helemaal niets, dat koude lichaam. Jaren later erkende mijn moeder dat ze zich te weinig had gerealiseerd dat mijn opa zo’n grote rol in ons gezin had gespeeld. Nuenen was ons tweede thuis en opa een constante vaderfactor voor mij en mijn twee jongere zussen, zeker omdat mijn vader veel op reis was (Jos van Gennip was toen directeur Cebemo, later topambtenaar op Ontwikkelingssamenwerking en senator namens het CDA – red.).

Aan de TU Delft zat ik op mijn plek, tussen gelijkgestemden die ook in cijfertjes dachten

Mijn opa’s verhalen draag ik nog altijd met me mee. Als oudste van zestien kinderen moest hij op zijn elfde van school om te werken. Samen met mijn oma Frieda – trouwens ook een krachtige vrouw, naar wie een van mijn dochters vernoemd is – heeft hij enorm hard geknokt om die boerderij op te bouwen en hun grote droom uit te laten komen: dat mijn vader kon studeren.

Van hen, maar natuurlijk ook van mijn ouders, kreeg ik het geloof mee dat je hard moet werken om de volgende generatie de beste kansen te geven, dat je hier bent om een betere wereld te maken en vooral ook: hoe je de kaarten deelt die je van huis uit hebt ontvangen.’

STUDENT TECHNISCHE NATUURKUNDE | Het leven kan zo over zijn, haal alles eruit wat erin zit

‘Als het in Nuenen hard regende en buitenspelen er niet in zat, ging ik regelmatig met de neef van mijn vader en zijn kinderen naar het Evoluon, in Eindhoven. Geweldig vond ik dat, al die knopjes om dingen uit te proberen. Daar is mijn liefde voor techniek geboren.

Later bracht een vriend van mijn ouders een boek mee over de vierde dimensie, en dat greep me zo dat een boek over zwarte gaten volgde. Het fascineerde me mateloos, het idee dat je zoiets ongrijpbaars in een wiskundige formule kon vangen. Bij Technische Natuurkunde aan de TU Delft zat ik meteen op mijn plek, tussen gelijkgestemden die ook in cijfertjes dachten en presteren niet raar vonden. Het waren mijn meest vormende jaren en in huis- en clubgenoten vond ik vrienden voor het leven.

Van al die Delftse jaren is er één moment dat vlijmscherp op mijn netvlies staat, alsof het gisteren gebeurde. De telefoon ging, een clubgenootje. Ze had slecht nieuws. Ekki, een andere clubgenoot van ons, had een bergongeluk gehad en het niet overleefd. Trillend van schrik belde ik de rest van mijn jaarclub en na het laatste telefoontje ben ik huilend op bed gestort.

Jij bent niet hetzelfde als die mannen, zei hij, omdat ik je als eerste als vrouw zie

Dat ongeluk kwam heel hard aan, bij ons allemaal. Vlak na mijn studie overleed ook nog een middelbareschoolvriend aan kanker, waardoor ik keihard besefte dat het leven zomaar over kan zijn. Dat besef versterkte helemaal toen mijn zusje dertien jaar geleden zwaar getroffen op de IC belandde. Ze is er gelukkig weer uitgekomen en schreef zelfs een boek over haar ervaringen. Dus haal alles uit het leven wat erin zit. Nu, op dit moment, en denk niet: dit of dat doe ik over tien jaar wel. Die tijd is niemand beloofd.’

ASSOCIATE PRINCIPAL BIJ MCKINSEY | Als vrouw ben je nooit ‘one of the guys’ (en dat is prima)

‘Ik ga net zo hard werken als al die kerels, want ik ben net zo slim als zij – zo niet slimmer, dacht ik in die beginperiode bij McKinsey. Totdat een opdrachtgever, een ceo die met een emancipatieprogramma bezig was, me met mijn neus op de feiten drukte. “Jij bent niet hetzelfde als die mannen,” zei hij, “omdat ik je als eerste als vrouw zie.”

Ik was in shock, maar ben ‘m nog steeds dankbaar voor zijn eerlijkheid. Wat een eyeopener. Vooral in die laatste jaren bij McKinsey is het zaadje geplant om meer op mijn intuïtieve buikgevoel te vertrouwen, om mezelf te kunnen zijn als vrouw.

Bij McKinsey liep ik keurig in een donkerblauw mantelpakje. Als ik nu zin heb in een knalrode jurk, met gympen eronder, doe ik dat. Who cares?

De reis van het wiskundige denken, het intellect, naar mijn emotionele intelligentie is de belangrijkste ontwikkeling van mijn leven geweest. Dat doet me denken aan een beroemde uitspraak van Richard Feynman, een ware held in de natuurkunde, zo’n klassieke einzelgänger en denker. What do you care what other people think?

De verhouding met deze uitspraak vouwt zich naar de situaties in mijn leven. Distantieerde ik me er eerst volledig van, omdat ik juist leerde om de drijfveren van anderen te begrijpen, inmiddels omarm ik ‘m ook. Bij McKinsey liep ik keurig in een donkerblauw mantelpakje, maar als ik nu zin heb in een knalrode jurk, dan trek ik die aan. Desnoods met gympen eronder, who cares? Zo in het leven staan voelt als een soort bevrijding voor mij.’

DIRECTEUR AFM | Je kunt een plan voor 112,7 procent op papier finetunen, maar je bent al veel verder als je tachtig procent gerealiseerd krijgt

‘Arthur Docters van Leeuwen, de beste baas die ik ooit gehad heb. Ik was de directeur die in 2002 deze nieuwe organisatie mocht bouwen, hij de bestuursvoorzitter. En bovendien toen vader van drie tienerdochters en zo’n man is, zoals ik van mijn eigen vader weet, de beste manager die je als jonge, ambitieuze vrouw kunt hebben.

Trotse vaders geloven tenslotte dat hun dochters álles kunnen worden – hersenchirurg, dirigent, VN-afgezant – en die overtuiging nemen ze mee naar de werkvloer. Maar Arthur was natuurlijk ook een icoon, alleen al zijn imposante postuur maakte indruk. Ik vond het fijn om mezelf aan hem op te trekken, aan zijn rijke ervaring en levenswijsheden.

Lees ook: De route naar de top van David Knibbe (NN Group): ‘Hoe hoger je klimt, hoe argwanender mensen worden’

Al in die eerste weken drukte hij me twee lessen op het hart, gebaseerd op zijn ervaring met oud-consultants. Les één: leer roeien met de riemen die je hebt. Inderdaad, bij McKinsey had ik voor elk project de allerbeste mensen in mijn team, allemaal tot in hun tenen gedreven. Maar hoe zorgde je hier, in ‘een gewone baan’, dat collega’s zich senang voelen en willen presteren? En zijn tweede les: je hebt er meer aan om een project voor tachtig procent geïmplementeerd te krijgen dan het tot drie uur ’s nachts naar een perfecte papieren versie van 112,7 procent te smeden.’

STAATSSECRETARIS ECONOMISCHE ZAKEN | Stel jezelf de vraag: ‘Ben ik vandaag nog flink tegengesproken?’

‘Toen Arthur hoorde dat ik staatssecretaris werd, heeft-ie me een middag apart genomen om me over zijn Haagse belevenissen te vertellen en wat me zoal kon overkomen – het gebeurde allemaal. In de politieke arena loop je blauwe plekken op, dat hoort erbij, maar die maken je ook sterker.

Dankzij die ervaringen bouwde ik de veerkracht op die ik later, bij ING, goed kon gebruiken. Los van allerlei kabinetscrisissen is er één blauwe plek waar ik nog regelmatig aan terugdenk. Cancún, Mexico, mijn eerste grote WTO-conferentie (World Trade Organization).

Ik was net een paar maanden staatssecretaris. Er hing een gespannen sfeer, de opkomende landen wilden meer invloed en voorkomen dat ook deze conferentie zou uitmonden in een Europees-Amerikaans onderonsje. Achteraf gezien was dat precies waar we mee bezig waren. We holden van hot naar her, onderling onderhandelend met alle Europese handelsministers om het gezamenlijke Europese standpunt aantrekkelijker te maken. Opeens ging de telefoon. De centrale zaal, met een kort bericht: stop maar, de conferentie is mislukt.

Het is verleidelijk om gaandeweg een klein cirkeltje intimi op te bouwen dat alleen maar zegt wat je goed doet

Ik was verbijsterd. Verweesd liepen we door de wandelgangen, al napratende op zoek naar verklaringen. Later realiseerde ik me dat je je nooit mag blindstaren op je interne kring, zoals wij aan die onderhandelingstafels hadden gedaan, maar altijd de connectie met de buitenwereld moet blijven opzoeken.

En dat brengt me bij een andere les. Toen ik na drieënhalf jaar het staatssecretarisschap voor de Tweede Kamer verruilde, had ik het gevoel van een hoog paard af te stappen. Ik moest landen. Thuis zat ik midden in de poepluiers, in de Kamer moest ik weer uitvinden wie ik was en waar ik voor stond.

Lees ook: Reverse mentoring: de mentor van Randstad-bestuurder Chris Heutink is pas 30 jaar oud

Of je nu een hoge positie in de politiek bekleedt, of ceo van een groot bedrijf bent: het is verleidelijk om gaandeweg een klein cirkeltje intimi op te bouwen dat alleen maar zegt wat je goed doet. Pas daarvoor op. Verzamel juist criticasters om je heen, wat mij betreft een van de belangrijkste drivers voor langetermijnsucces.

Heel eerlijk, dat is me als staatssecretaris gedeeltelijk gelukt, maar dus niet helemaal. Sindsdien stel ik mezelf minstens een keer per week de vraag: heeft iemand me nog flink tegengesproken, over mijn standpunten of persoonlijke stijl? En zo niet, heb ik de ander daar wel genoeg de ruimte voor gegeven?’

CEO FRANKRIJK BIJ ING | Je kunt samen ver komen als je oprecht naar mensen luistert

‘2015, Parijs. Eén groot avontuur voor ons gezin. Wennen moesten we wel, zeker het eerste jaar was zwaar. Ook voor mij. Bedrijfsmatig trof ik een veel complexere situatie aan dan ik aanvankelijk voor ogen had. De medewerkerstevredenheid was extreem laag en er moest een grote reorganisatie plaatsvinden, terwijl ik nog hard aan mijn Frans werkte.

Wat nu, dacht ik regelmatig, de meiden zitten hier net op school en vinden voorzichtig hun draai (Karien en haar man hebben vier dochters; inmiddels zeventien en elf jaar en een tweeling van vijftien – red.). Serieus heb ik mezelf afgevraagd of ik in deze baan verder was gegaan als ik in Nederland had gezeten.

Alles begint met luisteren, maar ook: met het geloof in ‘het kunnen’ van mensen

Aan de andere kant, geef mij tegenwind en ik fiets juist harder. Zo ook nu, ik voelde me nog gecommitteerder om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. De medewerkerstevredenheid, die moest sowieso omhoog. Zowel in kleine groepjes als één-op-één zijn we met medewerkers gaan praten. We hebben aan de gezondheid van de organisatie gewerkt, aan werkgeluk.

De beslissingen voor de nieuwe organisatie bleven natuurlijk pijnlijk, maar werden toen wel begrepen. Uiteindelijk kregen we de engagement boven de tachtig procent en geloofden medewerkers weer in de koers van het bedrijf, in ‘het waarom’ van hun werk en meerwaarde.

Alles begint met luisteren, dat heb ik daar wel geleerd, maar ook: met het geloof in ‘het kunnen’ van mensen. Als je maar goed naar ze luistert, naar hun drijfveren en verlangens, dan kun je samen ver komen.’

CEO VGZ | Laten we zorgen dat we de echte connectie weer terugvinden

‘Een jaar of twee, drie geleden zat ik in een Frans panel en zei: “Na de financiële crisis en de duurzaamheidscrisis zie ik de volgende crisis in de gezondheidszorg.” Omdat de kosten gigantisch stijgen, terwijl we allemaal wel in goede gezondheid 104 willen worden.

Dat gaat gewoon niet, we moeten de zorg zo organiseren dat kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid hand in hand gaan. Dat zie ik als mijn volgende opgave, handelend op mijn sweet spot van maatschappelijke uitdagingen en bedrijfsmatige uitvoeringen.

In mijn huidige rol bij VGZ komt dit allemaal samen. Mijn eerste dag op kantoor was de dag van de premiestelling, donderdag 12 november vorig jaar. Het bleek mijn een na laatste dag daar, daarna moest voorlopig alles digitaal. Zit je daar, achter je scherm, de nieuwe strategie te presenteren. Normaal loop je een zaal rond, zie je of mensen enthousiast raken. Of juist in verwarring. Die emoties moest ik nu uit de chat halen, voor zover dat ging.

We moeten nu veel beter begrijpen waar anderen vandaan komen. Wat hen beweegt

Dit voorjaar had ik het helemaal gehad met het thuiszitten. Ik ben meer werkbezoeken fysiek gaan doen, vanzelfsprekend op anderhalve meter, en als ik met de hond wandel pleeg ik bewust drie of vier telefoontjes – dan hoor je me af en toe “Joeeeey!” roepen, maar dat moet dan maar.

Toch blijf ik het lastig vinden, het thuiswerken. Je kunt op het scherm nog zo goed je best doen en de allerlaatste online vergadertechnieken tot in de finesses beheersen, maar er ontbreekt iets. De echte connectie. Daar worstel ik nu mee, want hoe zorgen we in de organisaties van de toekomst voor verbinding? Welke bedrijfscultuur hoort daarbij?

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In een half uurtje achter de webcam kan iedereen zich wel goed houden, maar hoe weet je dan hoe het écht met iemand gaat? Op dit soort vragen heb ik nog niet één-twee-drie antwoord, maar ze doen me wel weer denken aan die ene uitspraak van Richard Feynman. What do you care what other people think?

In deze situatie denk ik juist: nee Richard, we moeten nu veel beter begrijpen waar anderen vandaan komen. Wat hen beweegt. De verbinding terugvinden, dat is dé grote zoektocht van dit moment. Voor ons als mensen, voor de maatschappij, maar ook voor het bedrijfsleven.’

Lees ook: De route naar de top van Matthijs Storm (Wereldhave): ‘Ik word geregeld voor debiel uitgemaakt’