Van Deuren (26, de krullenbol in het midden) kwam op het idee van zijn bedrijf toen hij zelf in 2008 als Erasmus-student op zoek was naar een kamer in Singapore en later in Portugal. Die zijn moeilijk te vinden als je de connecties in het land waar je – tijdelijk – wilt wonen nog mist.
In 2009 is het idee van een website waar kamerzoekende studenten vraag en aanbod kunnen plaatsen omgezet in een bedrijf. HousingAnywhere.com is een platform waar studenten hun eigen kamer te huur kunnen zetten, terwijl ze er tegelijkertijd een kamer kunnen vinden in de stad waar ze gaan studeren. Zo vermijden ze dubbele huur.
Het platform verschilt van andere kamerzoeksites doordat het zich uitsluitend richt op uitwisselingsstudenten die aan elkaar een kamer willen verhuren: zonder mailadres van een universiteit kom je er niet in. HousingAnywhere.com heeft partnerships gesloten met universiteiten over de hele wereld en is actief in steden als Rotterdam, Parijs, Barcelona, Stockholm, Los Angeles en São Paulo.
Lees ook:
Rocket Internet lijft Nederlandse ‘Airbnb’ voor huurders Nestpick in
Airbnb voor tijdelijke studentenkamers lift mee op Facebook
Universiteiten betalen, afhankelijk van hun omvang, duizend tot vierduizend euro voor zo’n deal. ‘Ze hebben zelf meestal wel tijdelijke woonruimte via een lokale woningaanbieder, maar dat is nooit genoeg. Als ze met ons zaken doen, worden ze zelf niet meer platgebeld door kamerzoekers,’ zegt Van Deuren, die in de auto zit. ‘Ik kom net van Universiteit 2 in Lille, en ben op weg naar Lille 3, voor een contractbespreking.’
Groei
Henq Invest geldt bij deze investeringsronde als lead investor, samen met twee andere fondsen, die in ruil een minderheidsbelang in het bedrijf nemen. Eerder stak Heuvelrug, een ‘vriendenclub’ van oud-geldinvesteerder Frederik van Beuningen, al kapitaal in de startup. Met deze investering zet HousingAnywhere.com in op verdere internationale expansie, het doorontwikkelen van zijn platform en nieuwe mogelijkheden waarop studenten op een betrouwbare en laagdrempelige wijze aan elkaar kamers kunnen verhuren.
In Azië en Zuid-Amerika reizen studenten vaker op en neer, of ze kunnen juist op enorme campussen terecht. Maar in West-Europa is meer dan voldoende groei te halen, zegt Van Deuren. De Europese Unie heeft onlangs een budget van 15 miljard euro beschikbaar gesteld voor het Erasmus+ programma, waarbij studentenmobiliteit centraal staat. Met Erasmus+ zal tegen 2020 een vijfde van de Europese studenten minstens een deel van de opleiding in het buitenland volgen. ‘We gaan dus meer steden in, en in bestaande steden gaan we ook meer aan marketing doen. Zodat niemand zich meer hoeft af te vragen: waar vind ik een kamer?’
Ambassadeurs
Voor die marketing heeft HousingAnywhere ambassadeurs in alle steden, bij elkaar zo’n 200, die via Facebook en andere kanalen het platform onder de aandacht brengen. Daardoor kan Van Deuren nog steeds vanuit zijn kantoor in Rotterdam werken, waar toch al 17 man rondlopen. Hij heeft ook nog nieuwe inkomstenbronnen op stapel staan, naast de factuurtjes die jaarlijks naar de universiteiten uitgaan. ‘We willen dat studenten ook de betalingen via ons kunnen doen, à la Airbnb, inclusief inboedelverzekering. Niets is verplicht, maar als ze dat handig vinden kan het, en vragen we er natuurlijk een fee voor voor.’
Nog een idee: Ikea-dekbedden en andere spullen aanbieden die verse uitwisselstudenten nodig hebben zodra ze uit het vliegtuig stappen. ‘Er zijn leuke mogelijkheden voor cross selling te bedenken, maar eerst gaan we die betaalfunctie introduceren en testen.’
Binnenkort voegt Colombia zich als land nummer 22 bij het netwerk van HousingAnywhere. ‘Het was eigenlijk niet de bedoeling om in nóg meer landen aan de slag te gaan,’ verontschuldigt Van Deuren zich, ‘maar de universiteit van Colombia wilde zó graag, dat we hebben gezegd: vooruit dan maar.’