Wanneer je op dit moment als startup aandelenopties geeft aan je werknemers, als aanvulling op hun gangbare loon, zadel je hen op met een forse potentiële belastingaanslag.
Op het moment dat die opties worden omgezet in aandelen beschouwt de Belastingdienst die aandelen namelijk als een vorm van salaris, waarover rücksichtslos 52 procent belasting wordt geheven. Probleem daarbij is dat die aandelen vaak alleen nog op papier waarde hebben, omdat er nog geen markt is waar de aandelen verhandeld kunnen worden.
Een werknemer die bijvoorbeeld voor 10.000 euro opties krijgt, ter waarde van 100.000 euro omzet in aandelen, moet over die 90.000 euro papieren winst 46.800 euro belasting betalen. Geen bedrag wat de meeste mensen zomaar voorhanden hebben. Je zou het kunnen lenen bij een bank of je werkgever, met het risico dat je met een forse schuld zit op het moment dat het bedrijf ten onder gaat.
Nederland loopt hiermee uit de pas met andere landen, waarschuwen organisaties als Dutch Startup Association, StartupDelta en EY al lange tijd.
Uitstellen
Na jarenlang aandringen lijkt het kabinet nu te bewegen, door te onderzoeken “of het mogelijk en voor deze medewerkers ook aantrekkelijker is om de belastingheffing uit te stellen naar een later moment, wanneer er wél geld beschikbaar is om de belasting te betalen”, schrijft staatssecretaris Menno Snel. Wat “een later moment” precies behelst, is nog niet duidelijk. Snel noemt in ieder geval een beursgang als voorbeeld.
“Iedereen moet belasting betalen om bij te dragen aan onze samenleving, maar we kunnen wel kijken of we dat zo slim mogelijk kunnen doen, zodat we de groei van jonge bedrijven stimuleren”, aldus Snel.
Als het lukt om het nieuwe voorstel “aantrekkelijk vorm te geven”, wil het kabinet op Prinsjesdag in 2020 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te sturen.
Laat
Tikkie laat, zegt Dutch Startup Association-adviseur Pieter Veldhuizen tegen Sprout. “Het mag allemaal wel wat sneller. Dit had ook bij de aankomende Prinsjesdag gepresenteerd kunnen worden.”
Hij vindt het kabinetsvoorstel een stap in de goede richting, “maar we zijn er nog niet”. Om het voorstel compleet te maken, zou de belastingheffing wat de DSA betreft moeten worden verschoven van box 1 (loon) naar de gunstigere box 2 (aanmerkelijk belang). “Daar moeten we nog achteraan. Maar dat het hele pakket nu op een later moment wordt belast, lijkt alvast een verbetering.”
Weer een stap in de goede richting! Voor gepleit sinds 2013 (StartupNL), maar nu toch eindelijk beweging in de zaak! Smaakt naar meer @Menno_Snel@DSA_NL en @StartupDelta voor het blijven benadrukken van dit belangrijke punt! https://t.co/VgmghTpEnR
— Anne-Wil Lucas (@annewillucas) 28 mei 2019
Ook StartupDelta-directeur Nils Beers spreekt op radiozender BNR van een goed begin, “Maar het kan beter. Je ziet dat landen om ons heen betere regelingen hebben.” Ook StartupDelta zou graag zien dat de belastingtarieven omlaag gaan.
De voorgestelde regeling maakt Nederland “nog niet even competitief” als andere landen, zegt EY-partner Erik de Heer op LinkedIn:
Lees ook:
Into Venture Capital: werknemersparticipaties voor iedereen
Startupwereld teleurgesteld over alternatief plan dividendbelasting
Ter illustratie stuurt het kabinet ook dit rekenvoorbeeld mee:
Sanne besluit te gaan werken voor MazTalk, een scale-up die zich richt op innovatieve communicatiemiddelen. In plaats van te kiezen voor een jaarlijks vast salaris van € 50.000 krijgt ze een vast loon van € 35.000 en een aandelenoptierecht met een prijs waartegen de aandelenopties op enig moment kunnen worden omgezet in aandelen van € 10.000 (de zogenoemde uitoefenprijs). Na een paar jaar is de waarde van de scale-up flink gestegen, wat betekent dat de waarde van haar aandelenpakket is gestegen naar € 200.000. De belasting wordt geheven over het verschil tussen de waarde van de aandelen op dat moment (€ 200.000) en de uitoefenprijs (€ 10.000), wat neerkomt op € 190.000. Bij een belastingtarief van 50% is dan een belasting verschuldigd van € 95.000. De aandelen zijn op dat moment alleen nog niet verhandelbaar en zowel de onderneming als Sanne hebben te weinig geld in kas om deze belasting te kunnen betalen. In een nieuwe situatie zou de belastingheffing pas plaatsvinden op het moment dat er voldoende geld in de kas is of kan zijn, of als de aandelen verhandelbaar zijn.