Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dutch Startup Association: ‘De politiek moet eindelijk eens gaan denken als een startup’

De Dutch Startup Association (DSA) lanceerde donderdagmiddag bij startupbroedplaats B. Amsterdam. Sprout sprak met voorzitter Roland Sars over wat deze lobbyclub in de politiek voor elkaar wil krijgen.

Nu de Verenigde Staten onder Donald Trump aan het strooien zijn met handelsbelemmerende importheffingen, hoor je in Europa steeds vaker: we moeten het zelf doen. Maar hoe floreert je economie, terwijl je links de hete adem van Silicon Valley in je nek voelt en rechts China als een bulldozer vol namaakonderdelen over je economie komt walsen? Door te investeren in startups, zullen ze bij de DSA zeggen. De startups van vandaag zouden immers zo eens de beursgenoteerde, mondiale ondernemingen van morgen kunnen worden. Kijk maar naar Adyen!

Roland Sars is medeoprichter en boegbeeld van de kersverse DSA, dat als brug tussen politiek en startups zal fungeren. Sars is zelf ondernemer en richtte ooit softwarebedrijf BackupAgent op. Tegenwoordig werkt hij als ceo bij The Media Distillery. Deze lobby-organisatie voor startups begon hij al in februari en sindsdien heeft Sars honderd leden verzameld, de helft afkomstig van startups en de helft van scaleups. Startupondernemers betalen jaarlijks 250 euro en wie een scaleup – meer dan een miljoen omzet, volgens de regels van de DSA – heeft, telt 1.250 euro neer. Maar goed, dan steun je wel de vakbond voor startupondernemers, zullen we maar zeggen.

30 procent-regeling

Een heilige, maar bedreigde verworvenheid die telkens weer ter sprake komt is de zogeheten 30 procent-regeling. Dit houdt in dat expats 30 procent van hun bruto loon onbelast vergoed kunnen krijgen. De regeling is bedoeld om huisvesting-, onderhoud- en reiskosten te vergoeden. Op dit moment mogen expats  8 jaar lang van dit fiscale voordeel genieten, maar het kabinet wil dit per 1 januari 2019 terugbrengen naar 5 jaar.

Het kabinet doet dit omdat het gros van de expats (80 procent) zich niet langer dan 5 jaar in Nederland zou vestigen. Degenen die de regeling wel voor 8 jaar gebruiken, blijven vaak nog langer hangen in Nederland. Landen in de regio met vergelijkbare regelgeving passen de regel doorgaans ook maar 5 jaar toe. Vakbonden, waaronder de FNV, zijn tegen de 30 procent-regeling, omdat deze jaarlijks 900 miljoen euro zou kosten en Nederlandse werknemers van de arbeidsmarkt zou verdringen. Nederlandse techbedrijven, zoals Booking en Adyen, vrezen daarentegen dat het verkorten van de regel expats zal wegjagen uit de Lage Landen.

Talent uit het buitenland aantrekken is cruciaal voor startups

De DSA deelt die mening. “Het is een harde cut”, vindt Sars. “Ook voor expats die nu al van de regeling gebruik maken. Wij pleiten daarom voor een overgangsregeling.” Het liefst behoudt Sars echter de 8 jaar durende regeling, vertelt hij: “We merken in het Nederlandse startupklimaat dat het aantrekken van getalenteerde buitenlandse mensen cruciaal is. Zij hebben soms vaardigheden die je niet in Nederland vindt. De helft van mijn eigen personeel komt uit het buitenland. Een reden voor hen om voor Nederland te kiezen, kan het belastingvoordeel zijn.”

Banengroei

Wat maakt Sars van het argument van de vakbonden, dat Nederlandse werknemers van de arbeidsmarkt verdrongen zouden worden? Sars stelt het argument te begrijpen, maar wijst erop dat er door innovatie – van, jawel, startups – steeds meer nieuwe banen bijkomen. “60 procent van de nieuwe banen wordt binnen startups, scaleups en nieuwe bedrijven gecreëerd”, stelt hij.

Dit cijfer heeft Sars deze middag al eerder laten vallen en als we later via de e-mail navragen waar dit cijfer vandaan komt, stelt Sars dat het om een “vrije interpretatie” gaat van dit onderzoek van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD). Dit blijkt een internationaal uitgevoerde studie uit 1997 waarin staat dat het midden- en kleinbedrijf goed is voor zo’n 60 tot 70 procent van de nieuwe banen. Het aantal banen dat daadwerkelijk voortvloeit uit startups in Nederland anno 2018 bijft daarmee onduidelijk.

Lees ook: Startups aan kabinet: nieuw miljardenfonds Invest-NL moet criterium ‘financieel gezond’ laten vallen

Maar er moet meer gebeuren, meent Sars. De politiek zou aanbestedingen volgens de DSA sneller aan startups en scaleups moeten geven, in plaats van telkens maar weer aan grote partijen. De visumregelingen voor expats zouden daarnaast vergemakkelijkt moeten worden en het moet eenvoudig mogelijk worden om nieuwe medewerkers deels in aandelen te betalen. In Silicon Valley wordt dit weleens toegepast door veelbelovende startups met nog weinig kapitaal voor hoge salarissen. Wordt een bedrijf groot, dan kan zo’n aandelenpakket je als medewerker miljonair maken.

Startupminister

Tijdens paneldiscussies krijgen bekende ondernemers, politici en lobbyisten deze middag stellingen voorgeschoteld over de startupscene in Nederland. Een opvallende: Nederland heeft een startupminister nodig. Volgens Charlotte van der Straten van oppasstartup Charly Cares zou dat zo’n gek idee niet zijn. “Zo krijg je de startupmindset meer in de politiek, want ik denk dat ze elkaar daar niet goed genoeg begrijpen.”

Nederland heeft al een startupminister en die heet Constantijn

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lobbyist Bart de Liefde, die jaren voor de VVD in de Tweede Kamer zat, heeft er weinig vertrouwen in: “Het kan alleen nuttig zijn als zo iemand mandaat heeft en beslissingsbevoegdheid. In Nederland zou zoiets al snel een greenwashing-ding worden. Dat een politicus die titel heeft maar geen geld, waardoor zoiemand de hele tijd aan het bedelen moet.” Ondernemer Samir Saberi (Node1, StartupDelta): “We hebben in Nederland eigenlijk al een startupminister en die heet Constantijn.”

Weinig verrassend natuurlijk, maar het begrip ‘Silicon Valley’ valt deze middag geregeld. Hoe kunnen we nu ooit concurreren met dit techmekka, dat 20 procent van al het mondiale VC-geld opstrijkt en ook nog eens geniet van een veel grotere thuismarkt dan de Nederlandse? De aanwezige ChristenUnie-politicus en startupkenner Peter Ester komt met een wijs advies, een tikje op zijn Nederlands: probeer te concurreren met de Valley, maar doe het op je eigen kracht. “Vergeet ook niet dat er een keerzijde zit aan het succes van Silicon Valley. Kijk maar naar de enorme ongelijkheid in San Francisco met zijn torenhoge huren. Zo’n samenleving zou ik ook niet willen hebben.”