Geen producten in de winkelwagen.
Elektrische bussen zijn nu nog maar een fractie van de 1,4 miljoen bussen die nu in Europa en de VS rondrijden, Maar dat aantal groeit snel, afkomstig van producenten als Proterra (VS), BYD (China) en het Nederlandse VDL Bus & Coach.
Om die elektrische bussen – en steeds vaker ook vrachtwagens – verder te laten rijden en de laadmomenten zo goed mogelijk te kunnen plannen, startte het Amsterdamse ViriCiti in 2012 met de ontwikkeling van een monitoringsysteem in de cloud. Door zowel elektrische als niet-elektrische voertuigen in een platform te combineren, wil het bedrijf van Freek Dielissen, Simon Rijk en Alexander Schabert de overgang naar volledig elektrische busvloten makkelijker maken.
Elke bus krijgt daarvoor een computer aan boord, maar de kern het verdienmodel is het – via de cloud – zo efficiënt mogelijk laten rijden van bussen en zo slim mogelijk laden. Oftewel: hoe haal je meer kilometers uit dezelfde batterij? In bijvoorbeeld Californië willen vervoerders voorkomen dat te veel bussen tegelijkertijd laden, omdat zo’n ongewild ‘piekmoment’ aan het einde van de maand een vier keer zo hoge stroomrekening kan opleveren.
Voor zijn systeem scoorde de Sprout Challenger onder meer de grootste busvervoerders van New York en Toronto en Stanford University in Californië als klant. Onlangs bestelde “een groot technologiebedrijf in Silicon Valley” vijfhonderd systemen voor zijn deels elektrische busvloot. Grote kans dat het gaat om Google, Apple of Facebook, al wil medeoprichter Freek Dielissen dat niet bevestigen. “Het zijn in ieder geval bussen die gebruikt worden om werknemers van en naar hun werk te brengen, wat voor dit soort bedrijven ook een extra service is om schaarse medewerkers aan te trekken”, zegt Dielissen. In totaal claimt ViriCiti nu 150 klanten, die bij elkaar 1300 voertuigen beheren.
6 miljoen
Alle Amerikaanse en Canadese klanten worden bediend vanuit het kantoor in Greenville (South Carolina) en een support center in Zuid-Californië. Dankzij een nieuwe investering van ruim 6 miljoen euro kunnen er de komende tijd flink wat nieuwe medewerkers in die kantoren worden aangenomen. Het geld is afkomstig van investeerders Energy Impact Partners (EIP), Mainport Innovation Fund II (MIF II) en een niet nader genoemde derde partij. ViriCiti groeit de komende tijd naar verwachting van dertig naar tachtig medewerkers.
Greenville lijkt misschien niet de meest voor de hand liggende plaats, het is wel de geboorteplek van de ‘Tesla’ van elektrische bussen Proterra, dat daar een fabriek heeft. ViriCiti vond er bovendien een geschikte Amerikaanse directeur. “Maar het is vooral een goede uitvalsbasis voor de hele Oostkust”, zegt Dielissen. “En het is een stuk goedkoper dan New York.”
Cultuur
De ondernemer woont de komende maanden in Greenville om de eerste groep nieuwe mensen aan te nemen, mede met het oog op het creëren van “de juiste cultuur”. “Er is hier een duidelijk verschil met de manier waarop we in Nederland zakendoen. Wij zijn vrij informeel, met een platte organisatie. Dat willen we zo houden. Dat de directeur gewoon op de werkvloer zit, bijvoorbeeld. Dat is iets moderner dan de gangbare Amerikaanse businesscultuur, die wat statischer en hiërarchischer is.”
ViriCiti richt zich op de markt voor ongeveer 1,4 miljoen bussen in de VS en Europa, maar ook steeds meer op de nog grotere markt van ongeveer 15 miljoen vrachtwagens, die ook in aanmerking komen om aan de stekker te gaan. ViriCiti levert bijvoorbeeld het monitoringsysteem van een aantal elektrische vrachtwagens van Heineken in Amsterdam. “En we gaan ook meer de markt van kleinere busjes in, met kleinere hardware die in die vans past.”
Het Nederlandse bedrijf wordt geholpen door overheden die fossiele brandstoffen willen uitbannen. Zo moeten vanaf 2025 alle nieuwe bussen in Nederland en in steden als Parijs, Londen en Los Angeles elektrisch zijn. Mede hierdoor gaat het aantal elektrische bussen de komende “zeker verdubbelen”, verwacht Dielissen.
Producenten
Busproducenten willen zelf ook monitoringsystemen leveren, erkent de ondernemer. “Maar het nadeel van zo’n OEM (Original equipment manufacturer. red.) is dat je als vervoerder je data liever krijgt van een derde, onafhankelijke partij. Ten tweede koopt zo’n vervoerder nooit slechts één type bus, maar bijvoorbeeld een aantal van Proterra en een aantal van BYD. Wij kunnen alle bussen monitoren.”
Dielissen is desgevraagd niet bang dat de komst van Trump, die vooral de kolenindustrie lijkt te willen opkrikken en ruziede met Tesla-oprichter Elon Musk, roet in het eten zou kunnen gooien. “Onze business is gerelateerd aan staten, die geven subsidies aan steden. Daar heeft de federale overheid niet echt grip op.”
