Naast NPM Capital doen ook ABN Amro, BNP Paribas, ING en Rabobank mee aan de groeifinanciering. Het geld van de banken betreft uiteraard een lening, maar NPM Capital stelt tegen Sprout dat diens aandeel van de kapitaalverstrekking geen lening zou betreffen. De investeringsmaatschappij spreekt zelf van “een investering”.
Internationale groei
De onderneming van de in Friesland geboren Fokke de Jong zal het kapitaal gebruiken om verder te internationaliseren, in techniek te investeren en zijn Nederlandse winkelportfolio te vernieuwen. Doordat Suitsupply in korte tijd menig winkel opende – het bedrijf heeft 91 vestigingen in 73 steden op drie continenten – moest De Jongs bedrijf geld lenen bij enkele investeerders.
Een deel van het nieuwe kapitaal wordt daarom gestoken in het herfinancieren van deze schuld. Hoeveel dit precies is, mag De Jong niet zeggen. Hij stelt aan Sprout dat het grootste deel bedoeld is voor groei. Eind 2016 zou Suitsupply in ieder geval een schuld van ruim 95 miljoen hebben gehad.
Op dit moment haalt De Jong – die eerder aan Quote stelde geen aandelen verzilverd te hebben – meer dan 75 procent van zijn omzet van buiten de landsgrenzen. Zo heeft Suitsupply een kleine dertig vestigingen in de Verenigde Staten en zit het bedrijf in steeds meer Europese en Aziatische landen. De Jong verwacht dat zijn bedrijf de komende jaren door zal gaan met het openen van winkels.
Het draait ons om relatieve groei
Zo staat een nieuwe dependance in Sydney op de planning en meerdere in de Verenigde Staten. Wel moet het volgens De Jong draaien om “relatieve groei”, waarbij Suitsupply “de executie en kwaliteit kan bewaren”. “Het is lastiger om in een land van twee naar vier winkels te gaan dan van tien naar twintig winkels.” De Jong verduidelijkt: zijn bedrijf richt zich de komende jaren niet hoofdzakelijk op één bepaalde regio, maar kijkt naar waar de kansen in de markt liggen.
Nederlandse winkels
Als je zo druk over de landsgrenzen opereert, vergeet je nog weleens dat er in je eigen land ook het een en ander gebeurt met je bedrijf. Nederland telt meer dan twintig Suitsupply-vestigingen en De Jong zet daarom een deel van het kapitaal in op het versterken van zijn deze winkels. “Die zijn soms alweer tien jaar oud”, zegt De Jong. Ze moeten qua beleving dus een inhaalslag maken ten opzichte van de buitenlandse vestigingen.
De Jong legt uit hoe de vernieuwing gestalte zal krijgen. “Wat je straks zult zien is dat je thuis al kan bepalen wat er straks voor je in de paskamer klaar hangt. Zo tref je precies dat wat je wil hebben aan in de winkels met daarbij de verkoper met wie je eerder contact hebt gehad, die bovendien alle tijd voor je heeft.” Ook online met een verkoper praten, is straks de gewoonste zaak van de wereld bij Suitsupply. “Zo kun je online jullie relatie voortzetten.”
“Prijsspiraal”
Prijsspiraal? Wij maken een hoogwaardig product voor een bereikbare prijs
Ondernemer Roel Wolbrink van kleermaker New Tailor uitte laatst tegen Sprout kritiek op de onderneming van De Jong. Wolbrink stelde niet mee te willen gaan in “de prijsspiraal van Suitsupply”. De mede-oprichter van New Tailor maakt maatpakken voor grofweg 600 tot 1.500 euro, terwijl De Jong zich met gemiddelde prijzen tussen de 300 en 400 euro richt op het segment daaronder. Gevraagd naar wat zo’n uitspraak met De Jong doet, reageert de ondernemer laconiek: “Ik weet niet over welk segment hij het heeft. Ik denk dat wij in staat zijn om een hoogwaardig product te maken voor een bereikbare prijs en dat overal ter wereld te garanderen.”
De Jong boert er in ieder geval aardig bij. Hij begon het bedrijf in 2000 met een vestiging bij een Van der Valk-restaurant aan de A4, die hij gefinancierd had met twintigduizend gulden die hij als propper had verdiend. Afgelopen jaar had zijn bedrijf een omzet van nagenoeg 207 miljoen euro. “We zijn 17 jaar verder en je merkt dat de markt rijp is voor ons product.”
