Meer dan de helft van werkend Nederland (53%) komt meerdere keren per maand lusteloos thuis van een dag werken, becijferde Zorg van de Zaak, een zorgbedrijf uit Utrecht. Ook heeft bijna twee derde (63%) meerdere keren per maand grote moeite om zich te concentreren op het werk. Ruim een op de vijf heeft behoefte aan speciale kamers waar je rustig kunt werken, een kwart wil de mogelijkheid om thuis te werken en ruim één op de vijf heeft behoefte aan gedragsregels om elkaar niet te storen op het werk.
Zorg van de Zaak lanceerde deze week een campagne voor ‘breinvriendelijk’ werken. Om erachter te komen wat dat precies is, bellen we met Ulrika Leons, GZ-psycholoog en directeur van Skills, de tak van Zorg van de Zak die zich bezig houdt met bedrijfspsychologie.
Ruim de helft van de mensen komt ‘futloos’ thuis. Hadden jullie dat verwacht?
“Waar ik ook kom of trainingen geef, iedereen herkent dat ze met een vol hoofd rondlopen. En dat het privé net zo druk is als op het werk. Het houdt nooit op. Twintig minuten vervelen terwijl we op de bus staan te wachten doen we niet meer. We zijn altijd aan het inchecken in de virtuele wereld.”
We zijn altijd aan het inchecken in de virtuele wereld
“Niet dat iedereen overspannen is, maar de maatschappij verandert. Digitalisering en de 24-uursecononomie hebben zo hun voordelen, maar de keerzijde is dat de dode momenten die we gebruiken om op adem te komen nu weg zijn. Elke moment wordt gevuld met prikkels. Terwijl vervelen en lummelen goed is voor je brein.”
Jullie onderscheiden drie soorten belasting?
“Het brein kent drie zogeheten versnellingen van mentale inspanningen. Enerzijds is er het ontfocusen, de hersteltijd die je brein nodig heeft om op adem te kunnen komen. Denk aan dagdromen of uit het raam staren. Daarnaast heb je gefocust werk. Dat kun je onderverdelen in een middelste versnelling – switchtasken – waarbij je veel, niet al te complexe taken door elkaar doet. Tot slot is er de hoge versnelling of diepe focus. Hierbij gaat het om verdieping, concentratie op een complexe taak en creatief denkwerk.’
“Niet alleen in ons werk maar ook privé wordt switchtasken van ons gevraagd, terwijl ons werk eigenlijk vraagt om meer diepe concentratie of ontfocussen. Pas als die drie snelheden in balans zijn, kun je efficiënt werken. Anders put je jezelf uit, ben je sneller gestresst en val je makkelijker terug in slechte gewoontes.”
Wat kunnen ondernemers doen om die balans te verbeteren?
“Er zijn verschillende knoppen waar je aan kunt draaien. Hierbij kijk je naar hoe je je dagen indeelt en wanneer je welke activiteiten het beste kunt doen, in een omgeving die het meest geschikt is voor die specifieke activiteit. Als je gaat zitten naaien, neem je ook een ergonomisch verantwoorde houding aan. De meeste mensen kunnen in de ochtenduren het beste focussen. Na de lunch zijn mensen gemiddeld wat vermoeider en kun je beter routinematig werken.”
“Ondernemers kunnen ook kijken naar mogelijkheden om werkruimtes aan passen, waarbij medewerkers gelegenheid krijgen om zich visuel af te schermen, zodat ze niet de hele tijd allerlei geluiden voorbij horen komen. Medewerkers moeten zelf bedenken dat ze hun telefoon beter niet naast zich kunnen hebben liggen als ze een ingewikkeld document schrijven. En dat ze voldoende nachtrust krijgen. En na een pittige werkdag niet gaan zitten gamen of ingewikkelde films kijken. Dan heb je geen herstelmoment.”
(Dwingende) afspraken
Als leider moet je het goede voorbeeld geven
Concrete tips zijn prima, benadrukt Leons, maar het begint met kennis en het creëren van bewustzijn. “Als organisatie moet je nadenken over hoe vrijblijvend je wil adviseren. Of wil je mensen iets meer dwingend helpen om de verleiding te weerstaan? Je kan bijvoorbeeld afspreken dat je elkaar na 18 uur niet meer mailt. Of dat je geen telefoons meeneemt naar een vergadering. En dat je afspreekt dat je nooit een uur vergadert zonder 10 minuten pauze.”
“Als leider moet je rolgedrag laten zien, geef het goede voorbeeld. Zorg voor voldoende kennis en zeg: ‘Het is nu pauze’. En: ‘Ik benader je niet buiten werktijd om, pak je rust’.”