Via Collin Crowdfund verstrekten particuliere investeerders in 2019 bij elkaar voor 50 miljoen euro aan leningen aan ondernemers, bleek deze week bij het opmaken van de balans. Dat was net iets minder dan de 51 miljoen euro die concurrent Geldvoorelkaar.nl bij elkaar bracht. In totaal werd er via Collin Crowdfund tot nu toe voor 206 miljoen euro aan leningen verstrekt.
Precieze omzetcijfers wil Collin niet delen, wel dat het platform voor het tweede opeenvolgende jaar zwarte cijfers schreef. Ongeveer tweederde van de omzet is nu afkomstig uit leningen die al voor 2019 werden verstrekt, zegt medeoprichter Jeroen ter Huurne (foto midden), die het platform in 2014 met Jan-Willem Onink (foto links) en Bas Denissen (foto rechts) begon.
Crowdfundingplatforms verdienen geld met innen van een commissie bij leners en investeerders. In de eerste jaren blijven de inkomsten nog achter, omdat de totale leenportefeuille nog klein is. Maar met 206 miljoen euro is er wat Collin betreft in ieder geval sprake van “een gezond verdienmodel”, zegt Ter Huurne.
Minimum
Volgens hem is voor een rendabel platform en portefeuille van zo’n 100 miljoen euro aan leningen eigenlijk een minimum. Daarom zegt de ondernemer zich zorgen te maken over de tientallen kleinere spelers die Nederland rijk is. “Het is een markt waar je een noemenswaardig volume nodig hebt om een gezonde business neer te zetten. Veel kleinere partijen zullen het daarom niet redden.”
Een van de manieren waarmee Collin het afgelopen jaar zijn groei versnelde was de introductie van relatief kleine, snelle leningen. Onder de noemer ‘Collin Direct’ kunnen investeerders vanaf 100 euro instappen (in plaats van de eerdere ondergrens van 500 euro). Ondernemers die op zoek zijn naar relatief kleine bedragen (tot 25.000 euro) krijgen sneller uitsluitsel of ze in aanmerking komen voor financiering.
Daarbij is er minder sprake van maatwerk; het bezoek dat adviseurs van Collin normaal aan een ondernemer brengen, blijft bij Collin Direct achterwege. Ook is de pitch-pagina die investeerders te zien krijgen summier, vergeleken bij de tamelijk uitgebreide businesscase van een gewone Collin-campagne. Collin Direct loopt inmiddels zo goed dat er nu drie medewerkers fulltime mee bezig zijn, zegt Ter Huurne.
Vastgoed
Een andere groeifactor voor Collin (en andere crowdfundingplatforms) is de opmars van vastgoedprojecten. Vanwege solvabiliteitseisen wimpelen banken aanvragen voor vastgoed steeds vaker af, waarna die vaker aankloppen bij crowdfundingplatforms zoals Collin.
Voor banken is het relatief duur om te voldoen aan de solvabiliteitseisen, die bij commercieel vastgoed hoger liggen dan bij andere leningen, zegt Ter Huurne. “Daar ligt een groot verschil met de manier waarop wij funden. Wij hebben immers niet met solvabiliteit te maken, omdat we niet met onze eigen balans financieren, maar geld van meerdere investeerders samenbrengen. We kijken wel streng naar de loan-to-value, oftewel de waarde van het vastgoed ten opzichte van de financiering. Leningen zijn bij vastgoed gemiddeld zwaarder gedekt. We verlangen altijd een externe taxatie, want je moet in je hele beoordeling goed weten waar je naar kijkt.”
Vastgoedleningen hebben een langere looptijden dan andere crowdfundleningen, maar investeerders willen het liefst niet te lang wachten op hun rendement. Collin bedacht daarom een constructie waarbij de aflossing (van minimaal de helft van de lening) altijd binnen 5 jaar plaatsvindt, en waarbij het resterende deel van de lening na 5 jaar opnieuw in de markt wordt gezet in de vorm van een herfinanciering.
Wel of niet Europa in
De Europese regels voor crowdfunding worden langzaam maar zeker gelijkgetrokken. Daardoor zal er naar verwachting in 2021 een gelijk speelveld zijn, en kunnen Nederlandse crowdfundingplatforms in theorie in ieder EU-land aan de slag. Maar Ter Huurne staat niet direct te trappelen om met Collin de grens over te gaan.
“Mensen denken soms heel makkelijk over bijvoorbeeld zakendoen in België. Maar naast alleen al de taal, zijn veel dingen daar nog altijd anders qua regels en wetgeving. Waar we wel over in gesprek zijn, is om onze technologie en kennis en kunde aan te bieden aan buitenlandse partijen. Om in partnership met lokale partijen iets te kunnen betekenen.”
