Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Febo: de vette jaren zijn voorbij

Er waait een frisse wind door Febo. Dennis de Borst (33), derde generatie directeur binnen het bedrijf, zorgt voor een inhaalslag op het gebied van gezonde voeding en marketing. Over de vegetarische kroket, bluethooth reclame en narrowcasting in de filialen.

 

Wie nu een Febo-filiaal binnenloopt, zal niet veel verschil zien met pakweg 25 of 50 jaar geleden. Een rood-met-geel logo op de gevel, een automaat vol snacks in de muur en een balie voor de verkoop van friet en milkshakes. Toch is ook deze schijnbaar rotsvaste formule aan het vernieuwen. Vanuit een hypermodern kantoor in Amsterdam-Noord kunnen productiefilms via narrowcasting worden uitgezonden naar Febo-filialen door het hele land. Consumenten kunnen bovendien sinds kort een cameraphone winnen met hun zelfgemaakte Febo-fanfilmpjes. “Dat is allemaal bedoeld om ons verhaal bekend te maken en meer mensen naar onze website te lokken”, legt Dennis de Borst uit. “Veel mensen weten niet dat wij elke dag alle producten vers aanleveren aan onze filialen, en dat het bedrijf al jaren kwaliteit als hoogste prioriteit heeft. Het is een bijzonder verhaal, dus dat moeten we uitbuiten.”

Al met al heeft De Borst weinig te klagen over het imago van zijn bedrijf. “Tja, onze naamsbekendheid is heel hoog”, geeft hij lachend toe. “Voor ons is dat heel normaal, maar het is natuurlijk bijzonder dat ‘een diagonaaltje trekken bij Febo’ een begrip is. Daar vind je zelfs tientallen filmpjes van op Youtube.”

Hecht

Febo is een echt familiebedrijf; naast Dennis en zijn vader zitten ook zijn vrouw, zus, zwager, moeder en neef in de bv. Het werd er met de paplepel ingegoten; al op zijn achtste ging Dennis mee met de bezorgauto’s van Febo, dwars door Amsterdam. “Ik groeide ermee op, het hoorde erbij”, zegt De Borst schouderophalend. De familieband zorgt voor een hechte samenwerking. “We zijn zeer betrokken bij elkaar, zien het direct als iemand iets dwarszit. En er is veel vertrouwen onderling. Mijn zwager doet bijvoorbeeld de financiële zaken van de zes eigen filialen, daar plaats je niet even een advertentie voor.” De vierde generatie, de achtjarige zoon van Dennis, staat ook al te popelen om het bedrijf in te gaan.

Dennis zit inmiddels elf jaar in Febo, en doet de directie samen met zijn vader Hans. Vader moet echter gas terugnemen sinds hij vorig jaar een hartaanval kreeg. “We stonden elke morgen om vijf uur samen in de zaak en gingen om zes uur ‘s avonds weer naar huis. We willen zoveel mogelijk dingen zelf doen, zodat we de touwtjes in handen hebben. Dan moet je uitkijken dat je niet teveel doet”, zegt De Borst.

De hechte banden gaan verder dan de familieleden, er is sterke betrokkenheid tussen alle personeelsleden, wat zorgt voor korte lijnen binnen het bedrijf. “We doen hier niet aan eindeloze discussies. Elke donderdag vergaderen we anderhalf uur en dan is het klaar. Er zitten hier veel mensen die het werk al dertig of veertig jaar doen, en ziekte hebben we eigenlijk niet. Het is één grote familie.”

Link

Met een afstandsbediening zapt De Borst even langs alle afdelingen van het hoofdkantoor, die via een camerasysteem op zijn plasmascherm verschijnen. Hij zit bovenop wat er zich in het bedrijf afspeelt, en zit om die reden ook meestal in zijn tweede kantoorruimte, midden op de werkvloer. “Ik zit er de hele dag bovenop; ik ben als eerste hier en als laatste weg. Ik heb zelf ook jaren op de vloer gestaan, dus als het moet, kruip ik zelf onder de machines bij een storing.”

Sinds 2007 zetelt Febo in een nieuw kantoor, waarmee productietechnisch 2,5 keer kon worden opgeschaald. Het enorme gebouw is gefinancierd uit eigen zak, zoals alles honderd procent eigendom is van de familie. Dat symboliseert de bedrijfsvoering, want van begin tot eind doet Febo alles zelf: productie, vervoer, schoonmaak, marketing. De Borst: “Als je werkt met versproducten moet je oppassen. Het is link om die met een andere vervoerder mee te geven, daar houden we liever zelf zicht op. We rijden nu elke week met vijf auto’s 400.000 tot 450.000 snacks het land door.”

Impulsaankopen

Febo blijft – zeker na de vergroting van productiemogelijkheden – altijd op zoek naar geschikte locaties voor nieuwe vestigingen. Op korte termijn gaan nieuwe filialen in Amsterdam en Bergen op Zoom open, en er wordt gewacht op een fiat voor Schiphol. “We zoeken naar plekken waar veel traffic is, want mensen doen bij ons impulsaankopen, als ze toevallig passeren. Wij moeten het verdienen met eurootjes”, beschrijft De Borst. “We willen graag met drie of vier zaken per jaar groeien. Maar als we een jaar geen geschikte locaties vinden, doen we gewoon een jaar niets. Het gaat goed met Febo, groeien móet niet. We hebben geen doel dat we willen halen, we zien wel hoe het loopt.”

De langzame groeistrategie past in de lijn die de vorig jaar overleden oprichter Johan de Borst inzette. ‘Kwaliteit blijft’ was zijn motto. Al in de jaren zestig besloot hij dat uitbesteding van de productie en een snelle groei niet de juiste keuze was. In plaats daarvan ging hij voor de langzame aanpak, waarbij hoge kwaliteit en vaste recepturen centraal stonden. “Daar hechten we nog steeds sterk aan. We gebruiken – in tegenstelling tot de meeste andere fabrikanten – echte roomboter, verse groenten en vers Nederlands vlees.’s Middags wordt het vlees opgezet, dat kookt de hele nacht door om bouillon van te trekken. En we vriezen niets in, alles gaat direct vers naar de filialen. Dat is eigenlijk in die veertig jaar nooit veranderd.”

McDonalds

Tegenslagen heeft Febo nooit gehad volgens De Borst. De langzame groeistrategie heeft gezorgd voor weinig risico’s, en concurrenten zijn er volgens hem eigenlijk niet. “Ja, tot tien à vijftien jaar geleden waren we bijna de enige die eten aan straat verkochten. Nu heb je natuurlijk La Place en tenten die shoarma en Turkse pizza’s verkopen. Toch zie ik geen directe concurrenten”, zegt hij. “Je zou kunnen zeggen: McDonalds. Maar daar zitten wij juist graag naast, want dan lopen onze zaken extra goed. Onze zaak aan de Leidsestraat – naast de McDonalds – is één van onze bestlopende filialen. Je zou denken dat je daar minder hamburgers verkoopt, maar dat is helemaal niet zo.”

De kroketten, frikadellen en grillburgers van Febo zijn dan ook gewild; meerdere bedrijven hebben een verzoek gedaan om een private label met één van de producten te beginnen. Die verzoeken worden pertinent afgewezen. “Dan kijg je te maken met marktinkopers die elk jaar een paar procent van de prijs willen afhalen. Dat willen we niet, dat gaat ten koste van de kwaliteit.”

Yoghurtkroket

De toekomst van Febo ligt nog helemaal open. Er wordt gekeken naar uitbreiding binnen Nederland, maar ook over de grens. De Borst: “We hebben veel vraag uit het buitenland, er liggen aanvragen uit 23 landen. Voornamelijk van Nederlanders in het buitenland, uit Spanje, Duitsland en Frankrijk bijvoorbeeld, maar ook uit Dubai en Japan. Het is niet gezegd dat we al die landen gaan doen, maar waarschijnlijk gaan we wel een eerste exportzaak openen aan de Spaanse kust binnen een paar jaar.”

De Borst twijfelt er niet aan dat zijn kroketten en frikadellen aan zullen slaan bij buitenlanders. “Ik denk dat veel mensen het lekker vinden. In ons filiaal op de Leidsestraat komen eigenlijk ook alleen toeristen en die vinden het prachtig.”

Ondanks alle voorspoed is er één trend die het bedrijf tegenwerkt: die van gezonde voeding. Er wordt daarom hard gewerkt aan het verbeteren van recepten en het bedenken van nieuwe producten. “We werken sinds kort met margarine om de snacks minder vet te maken, en we gebruiken veel zoutvervangers. Dat is goed voor mensen met een hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten.” De eerste echt gezonde snack die Febo lanceerde is het Vitaaltje, dat nu zo’n twee maanden in de schappen ligt. Een vleesloze kroket gemaakt van tarwevezels, met minder calorieën, zout en transvetten, die “hartstikke lekker gaat”.

Volgend jaar gaat Febo ook starten met een nieuwe lijn producten die elke maand wisselt. Op het hoofdkantoor wordt getest met een champignonkroket, aspergekroket en zelfs een kroket van yoghurt met verse vruchten. “Er is heel veel mogelijk, we hopen er volgend jaar mee op de markt te komen. Daarmee kunnen we een  beetje reuring in de winkel brengen, aandacht trekken en meer mensen de zaak binnen krijgen”, vertelt De Borst enthousiast. “Daarnaast gaan we werken met bluetooth, dat je een berichtje krijgt als je langs de Febo loopt, met een aanbieding erin bijvoorbeeld.” En dat is een hele omslag, vergeleken met zestig jaar geleden. “Wij deden nooit zo veel aan marketing, hingen hoogstens een poster op in de filialen. Maar de tijden veranderen, dus wij gaan mee.”

FEBO in cijfers:

Opgericht 1941

Omzet niet openbaar

Vestigingen 60

Personeel 30 (excl. franchise)

Geproduceerde snacks 400.000 à 450.000 per week

Meest verkochte product Grillburger

Kleinste Febo-filiaal 25 m2 (Lange Poten, Den Haag)

Grootste Febo-filiaal 200 m2 (Brugrestaurant A4)

Fastfoodpionier Johan de Borst

 

Pionier

Het lijkt allemaal heel vanzelfsprekend, zo’n kroketje uit de muur, maar wat Johan de Borst deed met Febo mag gerust pionierswerk genoemd worden. Hij startte in 1941 met een brood- en banketbakkerij in Amsterdam. Zijn zaak kreeg de naam Maison Febo, naar de Ferdinand Bolstraat, waar hij zijn vak leerde. “Dat was een begrip in Amsterdam, mensen stonden rijendik voor de deur voor de versgebakken broden”, glimlacht kleinzoon Dennis trots.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Naast brood en banket specialiseerde de oprichter zich door de jaren heen steeds meer in zelfgemaakte slaatjes en kroketten, die ter plaatse gegeten konden worden. Dat was uniek, want vrijwel geen enkele winkel bood eten aan dat ter plekke geconsumeerd kon worden. De snacks bleken een succes, dus besloot De Borst zijn bakkerij te sluiten en die om te toveren tot automatiek met snacks. De oude bakkerij vormde de keuken, en het aangrenzende woonhuis diende als winkel. Dat was weer bijzonder, want automatieken bestonden indertijd nog niet in het straatbeeld.

De volgende pionierszet deed De Borst in 1978, toen hij zijn twintig eigen filialen niet allemaal meer alleen kon bestieren. “Mijn opa werd horendol, hij was alleen nog maar bezig met gaatjes dichten”, vertelt Dennis. Er werd een franchiseformule toegepast op Febo; het bedrijf hield een paar filialen in eigen beheer, de rest werd vanaf dat moment geleid door franchisenemers.