Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Werken met je handen. Het nieuwe yoga?

We staren de hele dag door naar een beeldscherm, maken lange werkdagen en zijn altijd bereikbaar. Om de werkdruk aan te kunnen, zoeken we naar manieren om te ontspannen. Yoga is al jaren populair, maar steeds meer mensen ontdekken nu dat ook werken met je handen rust in je hoofd geeft. En dus slaan ook twintigers en dertigers aan het tuinieren, meubel maken en potten bakken.

Werk en ambachtelijkheid waren vroeger onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om onszelf in leven te houden bakten we brood, maakten we meubels of naaiden we kleding. Met de komst van de industriële revolutie veranderde dit. Machines namen veel van deze werkzaamheden over. Na de Tweede Wereldoorlog verdween ook de waardering voor werken met je handen. Werken met je hoofd werd gezien als ‘beter’, studeren als het hoogst haalbare.

Werken met je handen zorgt voor meer focus

Maar nu we bijna allemaal onze dagen op kantoor slijten en regelmatig naar snakken om even vanachter ons scherm vandaan te komen, lijken meer ambachtelijke beroepen ons ineens zo slecht nog niet. Dat we in het huidige tijdperk verlangen naar een ander soort baan is volgens de Amerikaanse filosoof Matthew Crawford niet zo gek. Overal om ons heen zijn volgens hem namelijk opdringerige prikkels die om onze aandacht schreeuwen. Als gevolg hiervan is onze aandacht voortdurend versnipperd. Wanneer we een stoel in elkaar zetten of aan een fiets aan het sleutelen, is het volgens hem veel makkelijker om onze aandacht bij die ene activiteit te houden.

Zelf beëindigde Crawford zijn succesvolle carrière bij een denktank om motorfietsenmonteur te worden. In zijn boek The Case for Working with your Hands betoogt hij dat mensen bovendien het gevoel hebben dat ze met hun werk maar weinig bijdragen aan de maatschappij. In de huidige kenniseconomie zouden we uit het oog verliezen wat onze inspanning precies waard is. En laten we eerlijk zijn. Na een ochtend op kantoor is het resultaat van je inspanning inderdaad een stuk abstracter dan wanneer je de hele ochtend broden hebt staan bakken.

Dit betekent niet dat we massaal onze kantoorbaan de rug toekeren. Maar ambachtelijk bezig zijn is wel degelijk populair. Dat merkt ook Patty Schilder. Al bijna dertig jaar geeft zij cursussen keramiek in haar atelier aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam. ‘Sinds een jaar of zes merk ik dat de interesse voor dingen maken met je handen hier in de hoofdstad groeit,’ vertelt ze. Vooral het aantal expats dat zich inschrijft voor haar cursussen valt op. Stuk voor stuk zijn het jonge succesvolle mensen met drukken banen. ‘Als afwisseling vinden ze het heel ontspannend om even met hun handen bezig te zijn en nergens aan te denken,’ zegt Schilder

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Geen tijd om te piekeren

Dat was ook de reden dat Milan Vaassen (29) drie jaar geleden begon aan een cursus pottenbakken. Ze werkte toen net bij haar huidige baan als Accountmanager en Pr-consultant bij Pr-bureau Whizpr. ‘Voor mijn werk moet ik eigenlijk altijd bereikbaar zijn en boven op het nieuws in de techwereld zitten. Ik sta dus eigenlijk altijd aan,’ vertelt ze. Om hier een beetje los van te komen besloot ze één keer per week iets met haar handen te doen.

Sindsdien gaat ze wekelijks naar een cursus pottenbakken bij haar in de straat. En ja, dat werkt volgens Vaassen inderdaad enorm ontspannend. ‘Pottenbakken lijkt simpel, maar dat is het niet,’ legt ze uit. ‘Je moet je aandacht er heel erg bijhouden, anders stort het in elkaar en je weer helemaal overnieuw beginnen.’ Tijd of ruimte om even op je telefoon te kijken is er dus absoluut niet bij. En ook voor piekeren over je werk is tijdens het pottenbakken geen ruimte. En dat is wel zo lekker. Na een uurtje met haar handen in de klei te hebben gezeten voelt Vaassen zich dan ook vaak een stuk energieker. Ook heeft ze door haar nieuwe hobby geleerd om vaker pauzes te nemen. ‘Tijdens het pottenbakken moet je af en toe even afstand nemen om te kijken wat je nu eigenlijk gemaakt hebt. In mijn werk plan ik tegenwoordig ook steeds meer rustmomenten in.’