Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Mediatraining

Omgaan met de media: niet elke manager zal er dagelijks mee te maken krijgen, maar als het je gebeurt, kun je maar beter goed voorbereid zijn en niet bang zijn voor de microfoons.

 

Met een heldere ­boodschap en een zowel verbaal als non-­verbaal sterk optreden valt er een wereld te winnnen. "De meeste ­Nederlanders vinden dat lastig", aldus Max Kerremans, ­algemeen directeur van Brain Box. "Maar als manager is ­presentatievaardigheid verplichte bagage."

Bagage die ik (nog) niet heb. "Dat is niet per se nadelig. We kunnen je een hoop leren." En word ik dan zo'n robot die op elke vraag ‘Geen commentaar!' antwoordt? Kerremans lacht. "Ons vak is niet bedoeld om poppetjes te creëren. Wel maken we mensen bewust van hun plus- en minpunten zodat ze die goed kunnen inzetten." Zodra ik voor de camera zit, zie ik meteen een minpunt: mijn casual trui straalt weinig autoriteit uit. De zwarte broek maakt me veel zakelijker. Trainer Johan Sponselee: "In deze ­omgeving kunnen we vrijwel alles oefenen. Een journaalinterview, persconferentie of die enge roze microfoon van GeenStijl. Dit is een veilige omgeving om dingen uit te proberen."

Ik vertel in een van de studio's van Brain Box over mijn werk. Samen met Sponselee bekijk ik de ­opname. Ik zit mooi rechtop; niet slonzig en niet arrogant. Mijn open uitstraling en symmetrische gezicht boeien al voor ik iets zeg, en ook het praten gaat redelijk, zegt hij. "Je intoneert goed en beweegt je mond genoeg, maar je zit boven je natuurlijke timbre. Iets lager ­praten zou geloofwaardiger zijn. Verder ben je echt een open boek, met heel veel mimiek." Het inzicht geeft me een zelfverzekerd gevoel. Een beetje ­teleurgesteld ben ik wel als er buiten niet meteen een cameraploeg op me duikt. Want, hoewel ik nog lang niet alles geleerd heb dat er te leren valt: ik voel me er klaar voor.

Mediatraining

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

organisatie brainbox.nl
waar
Hilversum
duur 1 dag (plus voorbereiding)
kosten op maat

Een overzicht van alle door MT gevolgde cursussen vindt u in de A tot Z cursusindex.

Bang om door de mand te vallen? Dat gevoel hebben vrouwen even vaak als mannen, blijkt uit nieuw onderzoek

Je bent een succesvolle manager, maar zelf denk je dat je een bedrieger bent. Je bent echt niet zo slim, competent of getalenteerd. Dat is het imposter-syndroom. Lijden vrouwen daar meer onder dan mannen? Nee, aldus nieuw onderzoek van MIT. Drie hardnekkige mythes gaan bij deze onderuit.

imposter-syndroom
Foto: Getty Images

Je hebt die promotie tot manager dan wel gekregen, maar ergens voel je je daar toch niet goed bij. Je vindt dat je geluk hebt gehad of dat er zelfs sprake is van een misverstand. Het stemmetje in je hoofd fluistert je in dat die promotie met jouw kwaliteiten, harde werk en resultaten niets te maken heeft.

Je hebt succesvol de boel bedrogen, dat is het. Stel je voor dat je collega’s erachter komen dat je helemaal niet zo competent of getalenteerd bent als ze denken. Is dat herkenbaar voor je? Jij hebt last van het imposter syndrome, ook wel het bedriegerscomplex of oplichterssyndroom genoemd.

Daarmee verkeer je in goed gezelschap. Onder anderen de Amerikaanse voormalige first lady Michelle Obama, Starbucks-ceo Howard Schultz en acteur Tom Hanks zijn er al openlijk voor uitgekomen dat ze worstelen met symptomen van het bedriegerscomplex.

Verwarring met emoties

Waar komt dit fenomeen vandaan? Twee Amerikaanse psychologen gebruiken de term imposter syndrome voor het eerst 1978. Zij focussen in hun artikel op succesvolle vrouwen in de wetenschap en business. Ze zetten geweldige prestaties neer, maar blijven geloven dat ze ‘echt niet slim zijn’ en ‘dat ze iedereen voor de gek houden die daar anders over denkt’.

Uit nieuw onderzoek van Amerikaanse wetenschappers (van MIT Sloan en de universiteiten van Georgetown en Virginia) blijkt dat de focus inmiddels is verschoven van gedachten naar gevoelens. Daardoor wordt er in de literatuur van alles bijgesleept, wat de onduidelijkheid over het imposter-syndroom alleen maar vergroot.

Het fenomeen wordt ‘vaak verward met emoties’ zoals faalangst, de vrees om ontmaskerd te worden en het gevoel er niet bij te horen, aldus hoofdonderzoeker Basima Tewfik van MIT. Zo zijn ook allerlei populaire aannames ontstaan die wetenschappelijk niet ondersteund worden.

Lees ook: Schaamte is een ziel-etende emotie

Deze drie mythes over het bedriegerscomplex halen ze alvast onderuit.

#1 Het bedriegerscomplex is een blijvertje

Het bedriegerscomplex wordt vaak omschreven als een karaktertrek. Als iets definitiefs en dus ook niet meer te veranderen. ‘Je zit ermee opgescheept of je bent er immuun voor.’ Maar dat is een mythe volgens de onderzoekers.

Het fenomeen is veel dynamischer, veel meer afhankelijk van de situatie of de groep waarin je verkeert. ‘De ene keer ervaar je deze gedachten wel en de andere keer niet. Het is dus niet iets waar je aan vastzit.’

Dit soort gedachten bereikt vaak een hoogtepunt als je voor een nieuwe uitdaging staat, aan een nieuwe baan begint of nieuwe taken krijgt na een promotie. Wie veel solo werkt, kan er ook meer door getriggerd worden, dan wie afhankelijk is van samenwerking of andere professionele relaties.

#2 Vrouwen hebben er het meeste last van

De eerste studies focusten op succesvolle vrouwen, waardoor vrouwen al decennialang dat stempel van imposter met zich meedragen. Zij zouden er ook het meeste onder lijden. Maar mannen en vrouwen worden even hard geraakt door het bedriegerscomplex. Er zijn volgens Tewfik geen grote verschillen.

Datzelfde geldt voor mensen van kleur of andere groepen die in een bedrijf in de minderheid zijn. Tewfik legt uit dat die verwarring is ontstaan door het gevoel er niet bij te horen. Dan is er sprake van een gebrek aan inclusie. Bij het oplichterssyndroom gaat het om de gedachte: ‘Mijn collega’s denken dat ik slimmer ben dan ik eigenlijk ben.’

Ander recent onderzoek voegt toe dat het fenomeen in alle geledingen van een bedrijf voorkomt. Uit een internationale bevraging van organisatieconsultant Korn Ferry onder 10.000 professionals blijkt dat 58 procent van de ondervraagde ceo’s last van het imposter-syndroom heeft.

Datzelfde geldt voor 49 procent van de senior managers, 45 procent van het middenkader en 33 procent van de young professionals.

Lees ook: Natuurlijk overwicht kun je wel degelijk aanleren

#3 Aan het oplichterssyndroom kleven vooral nadelen

Het bedriegerscomplex vergalt het plezier in je werk. Je verliest je motivatie, je krijgt er meer stress van en je kunt er zelfs depressief van worden. Dat zijn flinke nadelen, waar wel wat meer balans in mag worden gebracht, vindt Tewfik op Harvard Business Review.

Met denken dat je een oplichter bent, neig je naar negatieve gevoelens. En dus worden daar ook meteen negatieve gevolgen aan gekoppeld. Maar er zijn andere triggers hiervoor die niets met het imposter-syndroom te maken hebben.

De onderzoekers wijzen bijvoorbeeld op het ‘halo-effect’. Je laat je heel negatief uit over een rapport. Als je direct daarna gevraagd wordt om je mening te geven over een ander onderwerp, dan zul je je daar ook negatiever over uitlaten. Dat staat compleet los van denken dat je een oplichter bent.

Prestaties gaan niet achteruit

Eerder onderzoek van Tewfik wijst erop dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat het oplichterssyndroom je prestaties naar beneden haalt. Je gaat juist harder gaat werken wanneer je zo over jezelf denkt. Bovendien investeer je meer in je relaties en vertoon je ‘ethischer gedrag’.

Je luistert meer, je stelt betere vragen, je geeft meer complimentjes en erkenning. Met die focus op de anderen, word je ook als effectiever beoordeeld. Je wordt er een betere collega en leider van.

Dokters gaan gevoeliger om met hun patiënten, toonde haar een van haar experimenten aan, waardoor ze beter worden beoordeeld op hun relationele vaardigheden. Sollicitanten vragen meer tijdens de gesprekken met potentiële werkgevers, bleek uit een ander experiment waardoor ze bij hr-managers beter scoren op hun people skills.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het is niet de bedoeling dat je in je hoofd nu vaker in de rol gaat kruipen van imposter. De gedachte dat je een oplichter bent, zal van tijd tot tijd vanzelf wel opkomen. ‘Als je dat merkt, zorg dan dat je de stress die ermee gepaard gaat niet verergert door te denken dat je het hierdoor slecht op je werk zal doen’, raadt Tewfik tot slot aan.

Luister ook naar de zakenvrouw van het jaar: ‘Faalangst is mijn grootste vriend’