De ene arbeidsmarkttrend volgt in rap tempo de andere op: van het recht om hybride te kunnen werken tot quiet quitting (alleen datgene doen wat er van je gevraagd wordt en niets meer), rage applying (vanuit woede op je eigen baas solliciteren bij een andere baas) en nu ook: loud leaving.
Volgens Van Hooff hebben we hier te maken met een zoektocht naar de oplossing voor een werkcultuur die ons voortdurend overvraagt. ‘We zijn meer dan ooit op zoek naar een gezonde werk-privébalans.’
Zoektocht naar gezonde werk-privébalans
Wat feiten op een rij. Volgens TNO is stress op het werk op dit moment beroepsziekte nummer één. Jaarlijks ervaart 17 procent van de beroepsbevolking in Nederland burn-outklachten.
Met een werkzame beroepsbevolking van zo’n 8,3 miljoen mensen, komt dat neer op 1,3 miljoen Nederlandse die te maken hebben met burn-out gerelateerde klachten. Die zijn volgens Van Hooff deels te wijten aan het feit dat we de balans tussen werk en privé kwijt lijken te zijn.
Lees ook: Microstress: hoe kleine stressmomentjes kunnen leiden tot een burn-out
En de thuiswerktrend? Die heeft die grens, tussen werk en privé, volgens de hoofddocent alleen maar meer vervaagd. Zo is het aantal uur dat mensen thuiswerkt inmiddels verdubbeld in vergelijking met de situatie van voor de coronapandemie, blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
Verhoogde stressbeleving door thuiswerken
Volgens Van Hooff is het voor veel mensen die thuiswerken moeilijker te bepalen wanneer het werk stopt. ‘Je zit aan de keukentafel te werken en na het eten staat die laptop er nog steeds. Dan is het verleidelijk om ’s avonds nog even snel iets af te maken. Daardoor komen we moeilijker los van het werk, wat onze hersteltijd verkort. Het resultaat? Een verhoogde stressbeleving.’
Terug naar de 9-tot-5-mentaliteit dan maar? ‘Nee, dat is ook niet de oplossing’, zegt Van Hooff. ‘De vrijheid die het hybride werken met zich meebrengt, om bijvoorbeeld zelf je kind van school te halen, heeft ook veel voordelen. We moeten simpelweg de balans tussen werk en privé beter bewaken.’
Loud leaving is je grenzen aangeven
De nieuwste oplossing? Loud leaving, of ook wel: actief verkondigen dat je stopt met werken. ‘Hier houdt mijn werkdag op en begint mijn privétijd.’
Daarmee geef je een duidelijk signaal af aan je collega’s: mails of telefoontjes worden niet langer beantwoord, want ik zit op het terras of sta in de speeltuin. Volgens Van Hooff een mooie manier om de grens tussen werk (inspanning) en privé (ontspanning) nauwkeuriger aan te geven.
‘Het buiten werktijd alsnog bezig zijn met of nadenken over werk staat het herstel van werkstress in de weg. Loud leaving is een mooie manier om die hersteltijd beter te bewaken. Je communiceert duidelijk dat jij niet meer aan het werk bent, naar anderen én jezelf. Dat maakt het ook meteen minder verleidelijk om toch nog even snel dat mailtje uit te sturen.’
Loud leaving dus, dat klinkt mooi. Maar het moet wel organisatiebreed gedragen worden, anders werkt het niet, zegt Van Hooff. ‘Als jij dagelijks de enige bent, die hardop verkondigt dat je stopt met werken, komt die boodschap nauwelijks over. Je collega’s hebben dan waarschijnlijk nog steeds de impliciete verwachting dat jij bereikbaar bent.’
Volgens Van Hooff moet een manager of leidinggevende daarom ook het goede voorbeeld geven.
Iets voor jouw persoonlijkheid?
Dan nog één kanttekening. ‘Loud leaving moet maar net bij je persoonlijkheid passen’, zegt Van Hooff. ‘Op de werkvloer kennen we twee type mensen: de werknemer met een segmentatie- of integratievoorkeur. Die eerste werknemer vindt het heel belangrijk om werk en privé te scheiden en heeft dus baat bij loud leaving. Maar die tweede werknemer vindt het juist prettig dat werk en privé iets meer fluïde door elkaar lopen.’
Volgens Van Hooff is het daarom in de eerste plaats belangrijk om van jezelf te weten welk type jij bent en dat ook duidelijk binnen jouw team te communiceren. ‘Zodra jij dit met je collega’s bespreekbaar maakt, weet je ook precies welke collega het echt niet fijn vindt als je hem ’s avonds nog belt en welke collega daar minder last van heeft.’
Voorbeeldje: stuur jij, met een integratievoorkeur, ’s avonds nog een mail naar je collega met een segmentatievoorkeur? Stel dan bijvoorbeeld in dat die e-mail pas de volgende ochtend bij je collega aankomt. Zo werk je op een manier samen die voor iedereen prettig is.
Lees ook deze artikelen over werk-privébalans:
- Raken we ooit verlost van onze obsessie met productiviteit?
- De mythe van fulltime werken: 4 tips om parttime aan de top te komen
- Onbeperkt vakantiedagen voor iedereen, da’s niet zo’n gek idee