In zijn grootste rekencentrum in München heeft T-Systems een eigen brandstofcel geïnstalleerd, waarmee energie wordt opgewekt. Rainer Weidmann: ‘Vooralsnog zijn we duurder uit.’
Rekencentra zijn stroomvreters. Meer dan de helft van de kosten van een gemiddeld datacenter wordt gevormd door de energierekening, niet alleen om de talloze servers aan het werk te houden, maar vooral om hun overactieve chips te koelen. Naast het datacenter van T-Systems in München staat daarom sinds enige tijd een eigen energiecentrale: een brandstofcel die methaangas omzet in warmte en stroom. Bijzonder: de gebruikte brandstof, biomethaan, is verkregen uit plantenresten en afkomstig van boeren in de omgeving. Ook bijzonder: T-Systems is vooralsnog niet goedkoper, maar juist duurder uit.
Efficiënt
Een brandstofcel is een chemische reactor. De methaanmoleculen (symbool: CH4) worden met zuurstof omgezet in onder meer water. Dat levert stroom op en bovendien komt er warmte vrij, beide zeer nuttig in het datacenter, al moet de warmte met behulp van absorptiekoeling eerst worden omgezet in koelvloeistof die in de airconditioning kan worden gebruikt. Brandstofcellen hebben als voordeel dat ze zeer energie-efficiënt zijn; bijna alle beschikbare energie van het biogas wordt omgezet in elektriciteit en warmte. De techniek is al jaren bekend maar krijgt pas de laatste tijd meer toepassing. De centrale in München is gebouwd door MTU Onsite Energy uit het nabijgelegen Ottobrun.
Rennend paard
Met de ongeveer 250 kilowatt die de centrale produceert, wordt nog maar een paar procent van de behoefte van het datacenter gedekt, want, zegt Rainer Weidmann van T-Systems, energie uit de hippe brandstofcel is nog wel duurder. “Het is allemaal nieuwe technologie. Het zou anders zijn als dit soort systemen in massaproductie worden genomen. Een handgemaakte auto is nu eenmaal ook duurder dan één van de lopende band.”
Maar waarom doet T-Systems het dan? Weidmann: “We willen betrokken zijn bij innovatie en onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Over een jaar of 10 is de techniek veel verder. Als een paard eenmaal aan het rennen is, kun je er al beter opzitten dan dat je alsnog probeert om erop te springen.”
Lees ook op TechBusiness:
Elke week het beste van TechBusiness in de mail? Vraag de nieuwsbrief aan.