Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Michiel Scheffer (EU Innovatieraad) mag 10 miljard ‘geduldkapitaal’ in startups pompen

Als nieuwe voorman van de Europese Innovatieraad mag Michiel Scheffer (58) startende bedrijven steunen. In het nieuwe EU-fonds zit maar liefst 10 miljard euro. Maar Scheffer wil niet alleen optrekken. 'We willen particuliere investeerders verleiden tot een samenwerking, niet met ze concurreren.'

michiel scheffer eic d66

Michiel Scheffer is geen onbekende in de wereld van innovatie. De Nederlander leidde vijftien jaar lang een adviesbureau voor innovatie voor mode- en textielondernemingen. Bovendien was hij ook lid van de Provinciale Staten van Gelderland en lector aan de Saxion Hogeschool.

Sinds eind mei heeft de Nijmegenaar een baan in Brussel als voorzitter van de Europese Innovatieraad (EIC). Dat nieuwe instituut moet met een zak geld van 10 miljard euro baanbrekende technologische ontwikkelingen een zetje geven. Een ‘kroonstuk op zijn loopbaan’, zo omschreef Scheffer de benoeming.

Welke van jouw vorige banen heeft je het beste voorbereid op de functie van EIC-voorzitter, die in de academische wereld, het bedrijfsleven of toch de politiek?

Michiel Scheffer: ‘Verrassend genoeg hebben mijn politieke activiteiten mij het best op deze functie voorbereid. Daar stond ik namelijk voor soortgelijke uitdagingen. Het is natuurlijk belangrijk dat je weet hoe wetenschappelijk onderzoek in elkaar steekt en hoe startups werken. Maar de politiek heeft me het best voorbereid.’

‘Ik was lid van de Provinciale Staten van Gelderland. De verkoop van een aantal overheidsbedrijven vijftien jaar geleden bracht geld in het laatje van de provincie. Ik stond aan het hoofd van het fonds waarmee dit geld geïnvesteerd werd. Ik investeerde 600 miljoen euro in startups en scaleups en ben trots op het werk dat we daar hebben gedaan. De EIC, maar dan in het klein.’

En jouw werk als ondernemer dan?

‘Ik kom uit een echte textielfamilie. Textiel zit al drie generaties lang in mijn DNA. Als ondernemer hielp ik textielbedrijven bij hun innovatieprocessen. Wel probeerde ik ook via startups mijn eigen technologieën te ontwikkelen. Ik moet er bij zeggen dat sommige van die startups geen succes waren.’

Wat heb je geleerd van die mislukte pogingen?

‘Ten eerste ervaarde ik eigenhandig de problemen waarmee startups te maken krijgen. Je moet geduldkapitaal hebben. In een bepaald stadium moet je een technologie opschalen. De kosten hiervan kunnen tot in de miljoenen euro’s lopen. Je moet dus toegang hebben tot voldoende kapitaal. Daar lopen sommige ideeën juist op stuk. Ik hoop dat de EIC dit probleem kan oplossen.’

‘Een startup moet Europa als de startmarkt zien. We hebben meer markten dan alleen die van ons land of regio. Je hebt Europa nodig om een bedrijf van formaat op te bouwen.’

Als consultant richtte je je op de mode- en textielindustrie. Welke lessen heb je daaruit getrokken?

‘De modesector is zeer innovatief. Elk seizoen weer moeten ze met nieuwe ideeën op de proppen komen en concepten anders combineren. Je verwacht het niet, maar dit is een handige mindset voor Europese deeptech-innovatie, omdat daarbij van belang is dat je verschillende elementen met elkaar verbindt. Je combineert namelijk vaak verschillende sectoren of branches. Er worden bijvoorbeeld nieuwe materialen gebruikt om medische technologieën op te zetten. En precies daar ligt de sterkte van het Europese ecosysteem voor innovatie. Alles is dichtbij.’

‘In de VS ligt Silicon Valley ver weg van bijvoorbeeld de Research Triangle [een gebied in de staat North Carolina met een sterke focus op de medische branche, red.]. In Europa zijn we beter onderlegd voor deze innovatie tussen verschillende sectoren. Dankzij mijn ervaring in de modesector ben ik hier goed bekend mee.’

Wat denk je van de zogeheten Europese innovatieparadox, het idee dat Europa een wereldleider is op het gebied van wetenschap en onderzoek, maar dat we die kennis niet goed kunnen omzetten in startups en economische activiteit?

‘Deze paradox bestaat, maar we kunnen er iets aan doen. Sommige Europese regio’s zijn die paradox te boven gekomen. Zij konden hun middelen juist investeren en zo een netwerk van startups opzetten. Dan moet je denken aan steden als Eindhoven, Grenoble of Tallinn. Op regionaal niveau zijn er succesverhalen.’

‘De twee andere grote economische blokken, de VS en China, hebben een interne markt die veel meer samenhangt. Bovendien hebben beide landen een sterke overheid. Europa heeft potentieel, maar in wezen blijven het 27 aparte lidstaten. Je hebt natuurlijk de interne markt, maar zeker voor startups verschillen de opties voor financiering nog. De EIC wil een interne markt voor durfkapitaal.’

Hoe zit het dan met particuliere investeerders? Jaag je ze zo niet weg?

‘We willen het samen voor elkaar krijgen, nooit alleen. We investeren alleen samen met particuliere investeerders. We willen particuliere durfkapitaalverstrekkers (vc’s) verleiden tot een samenwerking, niet met ze concurreren. Publieke investeerders nemen veel risico’s weg van het werk van particuliere vc’s. Ze maken een selectie en doen goed onderzoek, waardoor een particuliere investeerder minder werk hoeft te doen. Uit onderzoek blijft dat bedrijven waarbij publieke en particuliere investeerders samenwerken een hogere overlevingskans hebben dan bedrijven met alleen particuliere investeerders.’

Moet een EU-fonds echt in aandelen investeren?

‘Publieke investeringen hebben in elke grote technologische transitie van de afgelopen 400 jaar een grote rol gespeeld. Dit kan in de vorm van aandelen of overheidscontracten zijn. Je moet hierbij natuurlijk blijven opletten, maar de geschiedenis laat zien dat het werkt. Na de afgelopen neoliberale decennia voelt het wellicht nieuw aan voor overheden om weer in aandelen te investeren, maar op de lange termijn is dit de normaalste zaak van de wereld.’

Maar denk je dat particuliere vc’s in Europa te risicoavers zijn?

‘Dit kan gebeuren, maar er zijn genoeg particuliere vc’s die wel risico’s nemen. Wat in Europa een groter probleem is, is dat investerende instellingen zoals pensioenfondsen of family offices [fondsen die het geld van welvarende families beheren en investeren, red.] te weinig in vc’s investeren. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat deze grotere fondsen een groter deel van hun kapitaal investeren in venturecapitalfondsen, waardoor Europese startups ook een extra impuls krijgen.’

Je bent gepromoveerd. Hoe kunnen we wetenschappers stimuleren om ook te gaan ondernemen?

‘We moeten het ondernemerschap onder wetenschappers stimuleren. Er is niet genoeg plek op universiteiten voor alle doctoraatsstudenten. Los daarvan zijn er genoeg doctoraatsstudenten die ondernemerschap meer zien zitten dan het academische. Zo stond ik er 30 jaar geleden ook in. Dat betekent natuurlijk niet dat ondernemerschap alleen iets voor wetenschappers is.’

‘De meest succesvolle bedrijven worden geleid door diverse teams. Wat je wilt, is wetenschappers in een team zetten met meer commercieel ingestelde mensen. Ook genderdiversiteit is belangrijk. Ondernemersteams waar ook vrouwen in zitten, kennen meer succes dan teams met alleen mannen. Internationale ondernemersteams hebben ook betere resultaten. Bij ondernemerschap draait het niet om een geniale eenling, maar om teams met diversiteit.’

Er wordt gezegd dat we richting een recessie gaan. Welke rol is weggelegd voor de EIC in zo’n financieringsklimaat?

‘De EIC moet fungeren als geduldkapitaal. We hebben een opdracht om te investeren in de lange termijn. Dan moet het instrument ook lang bestaan. We hopen dat de lidstaten het blijven steunen in het volgende werkprogramma, na 2027. We staan nu voor transities waarbij we ver vooruit moeten kijken, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Dit zijn transities die nog tot na 2050 in volle gang zijn. We hebben financiële instrumenten nodig die geschikt zijn voor deze langetermijnvisie.’

Wat zullen jouw eerste daden zijn als nieuwe voorzitter van de EIC?

‘In sommige regio’s werken de ecosystemen voor innovatie al goed, maar andere regio’s blijven achter. Ik wil veel aandacht besteden aan landen waar ze wel een helpende hand nodig hebben. Een van mijn belangrijkste activiteiten is om een kijkje te nemen bij verschillende ecosystemen. Voor juli staat Portugal op de planning, dat een heel goed technologisch ecosysteem heeft. Daarna wil ik ook graag naar Bulgarije, Slovenië, Kroatië en Polen. Dit noemen we ook wel ‘verbreding’. We laten deze regio’s iets opsteken van andere succesverhalen, zoals Imec in het Belgische Leuven of het Ierse Enterprise Ireland.’

‘We moeten de investeringen ook inzetten in gebieden die voor Europa van strategisch belang zijn. Een van Europa’s sterkste punten is bijvoorbeeld de landbouw. We moeten mogelijkheden onderzoeken waarmee de landbouw ons bepaalde materialen of hulpbronnen kan verstrekken, die bijvoorbeeld in chemicaliën en farmaceutica gebruikt kunnen worden.’

‘Boeren kunnen bijvoorbeeld melkzuur uit suiker afleveren, wat weer gebruikt kan worden om kunststoffen te vervaardigen. Industrieën zoals de landbouw kunnen op deze manier bijdragen aan onze zoektocht naar meer autonomie in strategische economische zones.’

Welke tips heb je voor toekomstige ondernemers?

‘Als ondernemer heb je kritische vrienden nodig. Je moet leren hoe je een verhaal vertelt en luisteren naar feedback. Goede ondernemers werken ook nooit alleen. Word onderdeel van een team, een divers team.’

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Horizon, het tijdschrift voor onderzoek en innovatie in de EU.