Obike, Donkey Republic, Flickbike: even leek de deelfiets eerder een sociaal probleem dan een charmante oplossing voor mobiliteit in de stad: Amsterdammers troffen vorig jaar massaal gele en oranje deelfietsen aan als ze hun eigen karretje in het rek wilden zetten. Startups stortten in no time duizenden deelfietsen uit over de stad, met als gevolg volle fietsrekken, stapels Obikes langs de gracht en waarschijnlijk nog veel meer erin: dockless bike sharing was duidelijk even wennen.
Vergunning in 2019
De gemeente greep in, sommeerde links en rechts en haalde fietsen van straat om de boel in goede banen te leiden. Amsterdam, ooit beroemd om zijn witte fietsen, reguleert de boel nu. Er komen plekken voor deelfietsen, maar de stad geeft maximaal drie partijen een vergunning en niet eerder dan in 2019 kun je naar je app grijpen om een deelfiets te scoren.
2019, dat is lichtjaren verwijderd voor de ambitieuze deelfietsers! Want anders je zou kunnen denken, zijn Obike, Donkey Republic en Flickbike geen milieuridders die leuke dingen voor de mensen willen doen, maar startups die gaan voor hypergrowth. Dat gaat – zeker in andere landen – volgens de bekende regels van het spel: in ijltempo cash van internetinvesteerders verbranden om zo snel mogelijk naar een top 3-plek in de markt te schalen. Dankzij de – stiekem disruptieve – technologie kan dat ook snel: doordat je geen dure uitgeefpunten hoeft te installeren, sluit je binnen enkele weken een nieuwe stad aan op je deelsysteem. Dus vergeet het gemak van die olijke fietsen even, dockless bike sharing draait om big bucks – en data.
Rat race
De deelfietsen nieuwe stijl kun je immers overal oppikken doordat ze connected zijn via gps en bluetooth en hun slot op verzoek van je app voor je openen. Vervolgens levert elke meter die ze met hun gebruikers afleggen, een schat aan data op voor de aanbieders. Die verzamelen info over elke fietsbeweging en zouden die kunnen doorleveren aan partijen als stadsplanners, overheden of marketeers die willen weten hoe mensen zich bewegen door de gebouwde omgeving of waar potentiële klanten zich bevinden. Vergelijk maar eens de data die de Australische overheid de afgelopen jaren al verzamelde via fietstracker-app RiderLog.
Concurreren op leven en dood
Die mobiliteitsdata kan goud waard blijken. Maar in afwachting daarvan is het fietsdelen vooral een rat race tussen de verschillende ‘Ubers voor fietsen’. In China heeft die proporties aangenomen, vergeleken waarbij het Amsterdamse deelfietsavontuur maar een klein oprispinkje is. Sinds 2016 is de Chinese fietsdeelmarkt geëxplodeerd, met 100 deelfietsbedrijven die elkaar op leven en dood beconcurreren. De eerste handenvol spelers, waaronder de voormalige nummer 3 Bluegogo, zijn al omgevallen. En een top 3 tekent zich ook al duidelijk af: Ofo (10 miljoen fietsen, met geld van Alibaba én anti-Uber Didi Chuxing) naast rivaal Mobike (8 miljoen+ fietsen, met kapitaal van Tencent, die andere Chinese internetgigant), met op flinke afstand een nummer 3, Hello Bike, dat vorige maand 500 miljoen dollar ophaalde.
De Chinezen komen
De deelgekte blijft natuurlijk niet beperkt tot China alleen. De Chinese scaleups begonnen na proefdraaien in eigen land in 2017 in een razend tempo aan de verovering van vele wereldsteden. Heeft in Amsterdam Obike zijn roots nog in (het quasi-Chinese) Singapore, Mobike werkt sinds de zomer van 2017 de wereldkaart af en landde in november in Rotterdam. Ofo doet hetzelfde, en maakte er ook geen geheim van de Nederland op zijn lijstje staat. Het Nederlandse Hello Bike heeft overigens niets te maken met zijn Chinese naamgenoot.
Alibaba vs Tencent
Ofo en Mobike zijn inmiddels met gemak unicorns, mede dankzij de miljarden die de Chinese internetmolochs erin pompten en blijven pompen. Alibiba deed begin december nog een rondje van 1 miljard bij Ofo, om duidelijk te maken dat het de tweestrijd met Tencents Mobike serieus neemt. Want het fietsdelen is, net als bij de webwinkels, betaalapps en social mediasites, een wedstrijdje armpje drukken tussen Alibaba en Tencent. Die strijd draait vooral om zoveel mogelijk gebruikers vangen en je concurrenten kapotmaken, geld verdienen komt later wel. De fietsdelers gaan er prat op dat ze straks kunnen leven van de inkomsten uit de verhuur van de fietsen, maar de voor hun aandeelhouders interessantste neveninkomsten komen uit data: Alibaba weet straks dankzij de fietsdeel-apps nog veel beter waar zijn klanten zijn, kennis waar bijvoorbeeld kleine winkeliers en marketeers vast geld voor over hebben.