Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – PublicSpirit

Strategisch HR-beleid loont altijd  

Hoe organisaties de afgelopen twintig jaar naar personeelsbeleid hebben gekeken, blijkt niet langer houdbaar als het aan PublicSpirit ligt. Volgens dit Executive Search-bureau moet de focus van kwantiteit naar kwaliteit verschuiven. Deze nieuwe visie zal leiden tot een (veeljarige) strategische personeelsplanning .

 

“Ook de overheid en gemeenten hebben vandaag de dag te maken met bezuinigingen”, begint Terco van Heumen, directeur van PublicSpirit. “Maar de wijze waarop organisaties de afgelopen twintig jaar gewend waren naar het personeelsbeleid te kijken blijkt tegenwoordig niet langer houdbaar.” PublicSpirit uit Woerden is een begrip in de publieke sector. Het bureau zoekt, selecteert en presenteert topkader voor alle geledingen van de publieke sector. PublicSpirit was van oudsher het sterkst vertegenwoordigd bij de overheden en volkshuisvesting. De organisatie heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een van de belangrijkste spelers in het publieke domein. Het werkterrein is intussen uitgebreid met klanten als woningcorporaties, organisaties in de zorgsector, de cultuursector en onderwijsinstellingen. Steeds gaat het om de ondersteuning in de vraag naar topkader. Van Heumen vervolgt de uiteenzetting van de nieuwe visie: “Bij bezuinigingen ging men in eerste instantie uit van de vermindering van kwantiteit. Afgelopen jaren kwam je nog met deze kwantitatieve benadering weg. Terwijl wij van mening zijn dat het van groter belang is om over de grens van de komende jaren te kijken. Zeker met het oog op de demografische veranderingen waaronder de (natuurlijke) uitstroom van de babyboomgeneratie. En dat maakt de noodzaak van een strategisch HR-beleid belangrijk.” Jetske Goudsmit, mededirecteur PublicSpirit, valt Van Heumen bij : “De visie van PublicSpirit is er een waarbij de focus op kwaliteit ligt, die vervolgens leidt tot een strategische personeelsplanning.”

Strategische personeelsplanning

Maar hoe realiseren organisaties die strategische personeelsplanning in de praktijk? Goudsmit: “Het publieke domein heeft zichzelf allereerst de volgende vraag te stellen: Hebben we de mensen in dienst die qua kennis en competenties naadloos aansluiten op de door ons geformuleerde taken? En is dit over twee en vijf jaar nog steeds zo?” Volgens Van Heumen groeien overheden met deze hernieuwde werkwijze als het ware vanzelf meer toe naar de vaak zo felbegeerde regiefunctie. Goudsmit vervolgt: “Met deze vraag in het hoofd kijk je naar de taken die er liggen, welke competenties er nu zijn en welke over twee tot vijf jaar aanwezig zijn. Oftewel: wat is er aan kenniskapitaal in huis?” “En,” valt Van Heumen zijn collega bij, “kun je deze mensen ontwikkelen tot het niveau dat je voor ogen hebt? Waar is er eventuele instroom nodig?” Eensluidend zeggen Goudsmit en Van Heumen dan ook: “Het gaat om slimmer ontslaan, maar ook om slimmer aannemen!” Duidelijk. Maar een strategische personeelsplanning vraagt eenmaal om tijd en ruimte die organisaties zelf hebben te creëren,licht Goudsmit toe. Want dan is het mogelijk om met de focus op kwaliteit te gaan werken.

In gesprek

Het zijn Goudsmit en Van Heumen die graag in gesprek gaan met organisaties over welke thema’s men voor de komende jaren op de agenda moet hebben staan. Het is goed om te weten dat PublicSpirit door zijn betrouwbare en degelijke dienstverlening als eigen label en A-merk onderdeel is van de BMC-groep. De voordelen zijn helder: een groot netwerk en natuurlijk de voortdurende kennisontwikkeling. Van Heumen licht het laatste toe: “Als je het hebt over kennisontwikkeling dan wil ik graag de relevante HR-agenda noemen. Want een relevante HR-agenda bevat punten zoals vergroening en vergrijzing in de hele breedte van het publieke domein. Daarnaast zijn wij graag gemeenten van dienst, zowel aan traineezijde als voor topkader.” Dan is er ook nog de HR-Organiser waarmee Goudsmit opnieuw toont dat er bij een strategische personeelsplanning aan alle facetten van het HR-beleid wordt gedacht. “Met dit instrument kunnen we kennis, vaardigheden en competenties in kaart brengen. Bij talentvolle jonge mensen geeft de HR-Organiser een helder inzicht waar iemand naartoe kan groeien. Bij talentvolle vijftigers zie je of en hoe iemand past bij de opnieuw geformuleerde taken in de strategische personeelsplanning. Je hebt hiermee als organisatie een manier om kwaliteit te bekijken.”

Dringend advies

Naast de demografische ontwikkeling is er een beweging gaande waarbij organisaties aangeven dat men graag ziet dat de selectieactiviteiten van PublicSpirit ook in de organisatie zelf plaatsvinden, bij situaties waarin sprake is van enkel interne search. Mede daarom is het dringende advies van PublicSpirit aan organisaties om kwaliteit te bespreken in plaats van HR-beleid te bepalen aan de hand van kwantiteit. Van Heumen: “PublicSpirit kan hierin echt het verschil maken. Omdat we over het hele publieke domein werken en ons niet beperken tot één sector, hanteren we een onderscheidende marktbrede werkwijze.” Goudsmit glimlacht. “Komen we toch nog uit bij onze missie. PublicSpirit ziet het als zijn opdracht om bij te dragen aan de kwaliteit van de publieke sector door de juiste mensen in de juiste functies en daarmee in de juiste posities te brengen.” Goudsmit en Van Heumen knikken elkaar even vriendelijk toe. Ze staan duidelijk achter hun strategische visie. “Een aantal gemeenten is twee jaar geleden al begonnen om de strategische personeelsplanning en focus op kwaliteit in te voeren. De resultaten zijn zeer bemoedigend.”

PublicSpirit

Helsinkilaan 4, 3446 AH Woerden
Telefoon: (0348) 45 70 50
E-mail: [email protected]
www.publicspirit.nl
 

PAL-V wil in de markt van vliegende auto’s ‘liever de Ferrari zijn dan de Skoda’

Het is dan toch de speeltuin van de rijken, Dubai, waar de eerste megaorder voor de vliegende auto's van het Nederlandse PAL-V vandaan komt. Dat past ook precies bij de visie van ceo Robert Dingemanse: 'In deze markt kun je beter de Ferrari zijn dan de Skoda.'

pal-v vliegende auto robert dingemanse
PAL-V scoort goed in de Verenigde Arabische Emiraten. Foto: PAL-V

Aviterra, gevestigd in Dubai, heeft honderd fly-drive vehicles besteld bij het Nederlandse PAL-V. Voor ceo Robert Dingemanse is het niet alleen een mooie order, maar ook ‘een droom van een samenwerkingspartner’, vertelt hij aan MT/Sprout.

Dingemanse liep ze vorig jaar tegen het lijf op Ebace, dé Europese luchtvaartshow voor zakenjets. Aviterra wordt gerund door één van de oprichters van Jetex, een gevestigde speler voor zakenjets.

‘Een partij die overal ter wereld service levert aan eigenaars van zakenjets. En dat is ook een belangrijke klantengroep van ons.’ Loggia Investment, de investeringstak van Aviterra, neemt bovendien een klein minderheidsbelang in PAL-V.

Daardoor is het aantal aandeelhouders inmiddels opgelopen tot dik boven de 200. ‘En er komen er wekelijks nog bij.’ Samen wordt nu een partnerschap opgetuigd voor de marketing en verkoop van PAL-V in het Midden-Oosten en Afrika. ‘We hadden al een kantoor geopend in Qatar, nu komt er een bij in Dubai en in Abu Dhabi.’

Vliegen in de woestijn is gemakkelijker

Welk probleem lost PAL-V nu op in de Verenigde Arabische Emiraten? Ook daar zijn steeds meer problemen met het verkeer tijdens de spitsuren. Bovendien is vliegen boven de woestijn nu eenmaal gemakkelijker dan rijden, vult cco Marco van den Bosch aan.

Over een luxeprobleem gesproken: de eigenaren van de villa’s op het Palmeiland van Dubai kunnen nu niet rechtstreeks van hun garage naar hun eindbestemming reizen. Daarvoor moeten ze zich door het drukke verkeer bewegen om op één van tientallen vliegveldjes in en om Dubai te komen.

Met de tuigen van PAL-V kun je in één klap landen op het vliegveldje van Palmeiland en doorrijden naar huis. Van den Bosch: ‘Wij kijken toch meer naar de professionele kant van Dubai: de politie, de observatiediensten, de brandweer, het beheer van pijplijnen, de flying doctors. We willen mensen zo snel mogelijk op hun plek krijgen.’

Lees ook: Het eerste veldje voor de PAL-V wordt geopend in Utrecht

Voor projecten in business

De PAL-V kan 500 km vliegen met een snelheid van 180 km/uur. Voor opstijgen is een baantje van 250 meter genoeg, om te landen al 30 meter. Dat maak het tuig uitermate geschikt voor uitdagende plekken.

Het is al lang geen speeltje van de rijken meer, benadrukt de ceo. ‘Meer dan de helft van de orders op dit moment, en daar ligt nu ook de focus, is echt voor business to business-projecten.’

robert dingemanse ceo pal-v
Robert Dingemanse, ceo van PAL-V. Foto: PAL-V

Aan deze nieuwe bestelling hangt een prijskaartje van 800.000 euro per stuk, dat is wel wat duurder dan jullie instapmodel van 300.000 euro? Dingemanse: ‘Dit is voor de PAL-V Liberty, maar dan in een limited edition voor het Midden-Oosten en Afrika. Maar in de bredere markt van vliegende tuigen – drones, vliegende taxi’s – kun je veel beter de Ferrari zijn dan de Skoda.’

‘In die regio zijn de omstandigheden ook heel anders, dus hebben we de nodige aanpassingen aan het voertuig voorzien. Dat gaat over meer dan airco, ja. Je hebt materialen nodig die een groter temperatuurbereik aankunnen, de motoren moeten een grotere koeling krijgen, dat soort dingen.’

Boost voor het bedrijf

Hoe belangrijk is deze deal voor jullie voortbestaan? ‘Daarvoor hebben we deze deal niet nodig. We hebben in onze pijplijn klanten uit meer dan tien landen. Maar deze partner zorgt er wel voor dat onze contacten en ons netwerk in deze regio enorm uitgebreid worden. En binnen dat netwerk is de geloofwaardigheid van ons bedrijf ook enorm gegroeid.’

Je bent natuurlijk al heel lang aan het ploeteren, voelt dit dan als gelijk krijgen? ‘Nee, want we weten al zeventien jaar dat we gelijk hebben, ook al worden we zeventien jaar voor gek versleten in Nederland. Dus daar word ik niet warm of koud van. Wij gaan gewoon keihard door.’

Maar dit geeft toch wel een enorme boost? ‘Het hele bedrijf veert hiervan op, ja dat wel. Je krijgt er natuurlijk een enorme brok energie van. Dat geldt voor medewerkers, dat geldt voor klanten natuurlijk en voor de aandeelhouders die altijd in ons geloofd hebben.’

Geen stroom te krijgen

Het bedrijf in Raamsdonksveer is uitgegroeid tot 200 medewerkers, het orderboekje is al gevuld voor 150 miljoen euro. Dat gaat over de verkoop van meer dan 250 tuigen. ‘De komende drie jaar zijn we uitverkocht. We zijn nu vooral bezig met hoe we toch sneller kunnen groeien dan we voorzien hadden.’

Ga je hiervoor uitbreiden in Nederland of daarbuiten? ‘Daar is nog geen besluit over genomen. Er wordt internationaal natuurlijk enorm aan ons getrokken. We zitten in Noord-Brabant, maar voor een grote industriële productie is hier geen stroom meer te krijgen.’

‘We gaan dus alles op een rijtje zetten en dan besluiten we wat verstandig is voor ons. Waar het vestigingsklimaat zo is, dat we ook die groei kunnen maken. Wereldwijd hebben we, als we het goed doen, de komende decennia een monopolie in fly-drive. Wij concentreren ons nu volledig op het uitbouwen van deze markt.’

Lees ook: Voor dit Nederlandse vliegtuig op batterijen is een miljard nodig

Eerste leveringen in Nederland

Wanneer zien we de eerste vliegende auto’s ook echt vliegen? Hoe zit het met de certificering van de EASA? ‘We zijn in de aller-, allerlaatste fase van het certificeren. Dan hebben we negentig procent achter de rug.’

Toch verwacht Dingemanse dat dit laatste traject nog wel twaalf maanden kan duren. ‘Natuurlijk zitten ze in Dubai nu al heel hard aan ons te trekken. Hier mag je wel even vliegen, laat het maar even zien in de woestijn, maar dat willen we helemaal niet. Dan zouden we de afspraken met EASA schenden.’

PAL-V verwacht volgend jaar de eerste dertig tot vijftig tuigen aan Nederlandse klanten te leveren: aan particulieren en overheid. ‘Dat we al zoveel in Nederland hebben verkocht, is best uniek voor zo’n klein landje’, vindt Van den Bosch.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Je moet dan denken aan het vervoer van chirurgen die ‘s morgens in Maastricht opereren en ‘s middags in Groningen. Vervoer over de weg is gewoon niet meer betrouwbaar, ze weten gewoon niet of ze op tijd door de files heen gaan komen.’

‘De komende tien jaar gaat dat probleem alleen maar vergroten. Bij alle grote steden waar het verkeer vastloopt, kun je alleen nog maar of de lucht of de grond in.’

Zelfrijdende robot Lotte van Dutch Automated Mobility is de eerste in Nederland, en er volgen er snel meer

In samenwerking met Vodafone Business - De eerste Nederlandse zelfrijdende robot genaamd Lotte rijdt nu op een vakantiepark. Als het aan de ondernemers achter Dutch Automated Mobility ligt, volgen er snel meer. Volgens hen rijden er binnen vier jaar autonome mobiele robots op de openbare weg. 'Verandering is áltijd spannend, maar alles staat op groen voor een bredere implementatie.'

lucien linders landal robot lotte
Luciën Linders is Chief of Operations bij The Future Mobility Park.

Dutch Automated Mobility (DAM) beweegt op het kruispunt van advies, regelgeving en technologische innovatie. Het bedrijf is een samenwerking tussen The Future Mobility Network en Rebel Automated Shuttles (RAS), dat onderzoek en praktische ervaring combineert om op lange termijn, autonome voertuigen versneld op de markt te krijgen.

‘Automated mobility betekent dat het voertuig zich voortbeweegt zonder tussenkomst van een menselijk persoon’, zegt Luciën Linders, Chief of Operations bij The Future Mobility Park.

Robots in bestaand werkproces

Het voertuig voert dus zelfstandig een taak uit, zoals het bezorgen of transporteren van middelen. ‘De missie van het bedrijf is eigenlijk om de hoge serviceniveaus in het openbaar vervoer en de logistiek op peil te houden, ondanks een krimpende arbeidsmarkt’, zegt Linders.

‘Wij fungeren eigenlijk als strategische partner voor openbare én regionale vervoersautoriteiten en andere eindgebruikers om robots te implementeren in bestaande werkprocessen. Omdat dat ingewikkelder is dan zomaar een nieuw systeem of een nieuwe computer, verzorgen wij de kennis, service, implementatie én exploitatie.’

Geautomatiseerd beddengoed

De belangrijkste usecase van het bedrijf loopt momenteel nog. Samen met Landal-Roompot werkt DAM aan de inzet van autonome voertuigen voor het transport van beddengoed. ‘Zij hebben iedere maandag en vrijdag de uitdaging om ál het beddengoed op te halen en het nieuwe ernaartoe te brengen. Het is een enorme logistieke operatie, die eigenlijk maar weinig meerwaarde levert aan de bezoekers. Die willen gewoon dat er beddengoed is, meer niet.’

Daarom reisde Linders, samen met collega’s van DAM, af naar het Landal-Roompot-landgoed in ’t Loo-Oldebroek. ‘We wilden twee dagen meelopen om écht grip te krijgen op het vraagstuk. Wat voor iets kunnen we ontwikkelen dat daadwerkelijk een bijdrage levert aan de doelstellingen van de organisatie?’

‘Mogelijkheden zijn eindeloos’

Zo werd de recreatielocatie ’t Loo-Oldebroek de eerste proeftuin voor een zelfrijdende robot gedoopt als ‘Lotte’. Lotte is 100 procent elektrisch en werkt vijf uur op één batterijlading. ‘Ze kan in die tijd 70 kilometer afleggen’, zegt Linders. ‘Er rijden wereldwijd slechts 25 van deze robots en dit is de eerste in Nederland. Op het vakantiepark hield de robot zich aan de maximumsnelheid van 10 kilometer per uur, maar Lotte kan een maximale snelheid van 25 kilometer per uur bereiken.’

‘De mogelijkheden zijn eindeloos’, zegt Linders. ‘Landal gebruikte al robots voor bepaalde restaurants, waardoor personeel dagelijks 30 procent minder hoefde te lopen.’ Het resultaat? Meer klantcontact én een betere verkoop. Toch blijft in iedere vorm van technologische ontwikkelingen de vraag ontstaan: wordt het personeel dan niet gewoon, al dan niet op lange termijn, vervangen?

‘Automatisering is een middel, geen doel’

‘Mensen denken bij robots nog steeds aan Terminator-achtige taferelen’, antwoordt Linders. ‘Dat is meteen het dystopische scenario, maar een robot kan simpelweg praktisch werk doen waar mensen niet altijd blij van worden. Denk aan het dweilen van een hal of het rondbrengen van medicatie. Als je daarover nadenkt, is het erg saai werk, waar ook nog eens lastig personeel voor te vinden is.’

‘Door logistieke processen te stroomlijnen, kunnen medewerkers zich richten op taken met een hogere toegevoegde waarde. We zien automatisering als een middel, niet als doel. We willen bedrijven uiteindelijk helpen om mensen in te zetten waar ze de meeste meerwaarde bieden. Robotisering is wat dat betreft een prachtig middel van automatisering. Het hoeft mensen dus niet te vervangen.’

Belang van connectiviteit

Of het nu de sensor-, radar óf de cameratechnologie is: álles draait om connectiviteit, zegt Linders. ‘De robot moet op 2 centimeter nauwkeurig kunnen weten waar ze is, met een maximale latency van 100 milliseconden. Om goed te kunnen functioneren hebben we een connectiviteit nodig die minimaal 99,9 procent van de tijd werkt.’

Daarin vonden Linders en DAM een oplossing in het 5G-netwerk van Vodafone. ‘We zijn nog steeds samen aan het leren’, zegt hij. ‘Het is soms gemakkelijk om achter de tekentafel allerlei zaken te bedenken, maar je moet blijven leren. De komende twee jaar moeten we opschalen, dus de technologie die we inzetten moét robuust zijn. Het knopje van het licht moet het altijd blijven doen, daar hebben we de juiste samenwerking voor nodig.’

Ideale test

DAM werkt nauw samen met RDW en CBR, om gezamenlijk te leren en daarmee de juiste gegevens te verzamelen voor regelgeving én certificering. Want de missie van DAM is duidelijk: de robots moeten uiteindelijk in groten getale de weg op kunnen.

‘Over een jaar of vier, om precies te zijn’, zegt Linders. ‘Als ik nu kijk naar het momentum van onze usecase op een privéterrein, dan zien we een duidelijke vraag om dit meer toe te passen. Ik denk dat Nederland er zeker klaar voor is, in ieder geval op afgesloten terreinen.’

Maar ook op de publieke weg? ‘Dat mag volgens de regelgeving nu nog niet’, zegt Linders. ‘Je ziet ook dat de volwassenheid van de technologie nu pas begint te komen. Er is geruime tijd veel geklungeld. Nu zien we dat we de vruchten plukken van alle testen die we in opdracht van vakantieparken doen. Buitenwijken van dorpen en steden zijn in grote mate vergelijkbaar met vakantieparken. Niet alleen qua oppervlakte, maar ook in wegbreedte, de hoeveelheid verkeer, het type verkeer én toegang tot de woning of bungalow.’

‘Acceptatieniveau is hoog’

Maar zoals vaak gebeurt met technologie: regelgeving loopt er nog een beetje achteraan, ziet Linders. ‘Ik snap het wel, want instanties als de RDW en het ministerie van Infrastructuur en Water moeten gewoon kunnen garanderen dat het veilig is, maar dat is tegelijkertijd ook een eis van onze opdrachtgevers. Dat is voor ons allemaal een zoektocht. Gelukkig leren wij nu een hoop op afgesloten terreinen, waardoor je continu wijzer wordt over risicomanagement.’

‘Het acceptatieniveau is inmiddels wel hoger dan ooit tevoren. Iedereen wil gewoon verzekerd zijn van het feit dat de technologie veilig is en te allen tijde stopt als er iemand plots oversteekt. Daar is de wegbeheerder voor verantwoordelijk. We zien nu vooral dat steeds meer mensen de voordelen zien. Verandering is áltijd spannend, maar alles staat op groen voor een bredere implementatie.’

Lees ook:

Bezoek ons Experience Centre

Benieuwd  naar de werkplek van de toekomst? Ontdek het tijdens een persoonlijke en kleinschalige workshop in ons Experience Center op 20 maart.

Inschrijven
/

Angelsyndicaat Arches Capital komt met eerste fonds van 20 miljoen

Arches Capital, de investeerder die geld van zo'n honderd aangesloten angels inzet op startups in de allervroegste fase, komt met een 'echt' fonds van 20 miljoen euro. Het geld is vooral bedoeld om door te kunnen investeren in het bestaande portfolio. 'Wij geloven dat in de allervroegste fase de grootste kansen liggen.'

arches capital fund
Frank Appeldoorn, Lotte Smit van Ditshuizen en Diederik Stolk. Foto: Arches Capital

Dinsdag maakt Arches Capital een ‘first close’ bekend van 17,5 miljoen euro voor een nieuw fonds waarmee het 20 miljoen wil ophalen. Het is het eerste venture capital-fonds voor de investeerder, die tot nu toe met geld van angel investors op ‘deal by deal’-basis startups aan kapitaal hielp.

Het Arches Capital Fund is bedoeld voor pre-seed en seed-investeringen in startups van 250K tot 1 miljoen, maar ook voor vervolgrondes tot vele (tientallen) miljoenen. De komende jaren wil het nieuwe fonds op die manier in twintig nieuwe startups investeren en meerdere vervolgrondes doen, onder leiding van partners Frank Appeldoorn, Diederik Stolk en Lotte Smit van Ditshuizen.

Drie pitches op een dag

Sinds de start in 2018 richt Arches Capital zich op pre-seed investeringen en daarvan heeft het al handenvol gedaan. Eco-movement, The Selection Lab en recenter RUNNR.ai zijn willekeurige voorbeelden van de startups waarop Arches zich in de Benelux richt. Wat ze verbindt, is b2b-software met daarachter ambitieuze ondernemers. De branches waarin ze actief zijn lopen sterk uiteen.

Het team van Arches Capital selecteert de meest veelbelovende startups en laat die pitchen voor angels die het best passen bij hun business. ‘Dat doen we telkens in groepjes, zodat de startups op één dag vaker moeten pitchen’, zegt partner Lotte Smit van Ditshuizen.

‘Dat lijkt vooraf pittig: drie keer je verhaal doen, maar het is altijd verrassend met welke vragen angels komen. Een groot deel heeft zelf een softwarebedrijf opgezet, ze zijn van alle leeftijden en hebben diverse technische en commerciële rollen. We krijgen vaak achteraf te horen dat het heel nuttig was voor de pitchers, ook als we ze uiteindelijk afwijzen.’

Lees ook: Deze 11 angel-investeerders maken van Nederlandse startups wereldspelers

Betrokken angels met ervaring

Als de ondernemer de term sheet tekent, is dat met Arches Capital zelf. De funding komt in de regel van een groep angels. De angels betalen als lid van Arches Capital contributie om een deel van de kosten te dekken, daarnaast vraagt Arches een fee over het geïnvesteerd vermogen.

Diederik Stolk: ‘We doen dus niet aan matchmaking tussen ondernemers en individuele angels. Onze angels zijn wel echt betrokken bij de startups en met het netwerk ondersteunen we actief de portfoliobedrijven.’ Elke startup krijgt een angel toegewezen als non-executive board member. Smit van Ditshuizen: ‘Onze angels zitten zelf in de b2b-software en je haalt iemand met een geweldige ervaring aan boord.’

Doorinvesteren in startups

Op deze manier hebben de inmiddels rond de honderd angels achter Arches Capital al achttien portfoliobedrijven ondersteund. Niet alleen een eerste keer, maar ook in vervolgrondes. Smit van Ditshuizen: ‘Gerenommeerde partijen als Kleiner Perkins, 20VC en EQT Ventures weten onze startups goed te vinden.’ Meer dan de helft van de startups waarin Arches investeerde, heeft zo’n vervolgronde achter de rug.

Half maart nog haalde TheyDo, specialist in customer journey management, 34 miljoen dollar op in een C-ronde. Investeerder van het eerste uur Arches was niet in de lead, maar lapte wel weer bij. ‘We hebben het commitment om door te investeren tot desnoods Series C en willen in elk geval niet verwateren. Daardoor lopen we ook mee met rondes van soms wel 3 miljoen euro.’

Lees ook: Zo kies je tussen een business angel en een venture capital-fonds

Meer slagkracht

En daarmee is het nut van het nieuwe fonds gegeven: meer slagkracht, waarmee de investeerder snel kan inspelen op de behoefte van portfoliobedrijven aan extra kapitaal. Maar ook: alle angels én de buitenwereld toegang geven tot het portfolio van Arches. Stolk: ‘Het fonds investeert altijd mee met de angels tijdens de pre-seed rondes. Dankzij het fonds kunnen angels in feite hun risico spreiden over ons hele portfolio.’

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Het heet ook wel een sidecar fund: als een ‘bijwagen’ stapt het fonds bij alle eerste rondes in, telkens voor een vast percentage. Smit van Ditshuizen: ‘We zien onze angels als onze grootste kracht, wij kunnen dankzij hen beter valideren. Als onze angels niets niets zien in een startup, moet je je afvragen hoe dat komt.’

‘In plaats van de vragen te stellen, moesten wij nu met antwoorden komen. De lastigste vragen? Waarom we volledig privaat gefinancierd zijn en geen RVO- of andere overheidsfondsen aanhaken. We hebben het tot nu toe zonder gedaan en dat ging goed. Investeren met eigen geld is echt anders. Het praat makkelijker van ondernemer tot ondernemer, ze hebben sneller ergens een goed gevoel bij als de antwoorden kloppen. Maar de regionale investeerders zijn wel vaak co-investeerder in onze portfoliobedrijven’, aldus Smit van Ditshuizen.

Kansen in allervroegste fase

Angels, en zeker angelverbanden als Arches Capital, voorzien in een gat in de kapitaalmarkt dat steeds groter lijkt te worden. Ondanks de activiteiten van pre-seed specialisten als Shamrock Ventures, Lumo Labs en een accelerator als Antler.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Stolk: ‘Je ziet dat het ecosysteem van founders die herinvesteren op gang komt, maar de tendens is dat de bestaande venture capital-fondsen steeds groter worden en ook steeds grotere deals gaan doen. Terwijl wij geloven dat in die allervroegste fase de grootste kansen liggen.’ Smit van Ditshuizen: ‘We willen elke deal onder het miljoen zien langskomen, en dat is tot nu toe gelukt.’

Lees ook: Tommy Hurley (Shamrock Ventures): ‘Al die techfondsen moeten meer aan pre-seed doen’