Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Clayton Christensen, mister disruptive innovation

‘Binnen 20 jaar bestaan veel universiteiten niet meer’, zegt Harvard-hoogleraar Clayton Christensen. Prikkelende boodschap? Ja.

En helemaal als u weet dat hij hem uitsprak tijdens een jaarlijkse meeting van de American Council on Education, waar honderden college- en universiteitsdirecteuren bijeen waren. Volgens Christensen, innovatiegoeroe en grondlegger van de gedachte van ‘disruptive innovation’, is het echter de hoogste tijd dat de universiteiten zichzelf opnieuw uitvinden. In de VS, zo wordt verwacht, is voor 63 procent van de nieuwe banen de komende jaren een hogere opleiding nodig, terwijl slechts 39 procent zo’n opleiding heeft. (In Nederland liggen die cijfers niet veel anders). En dat terwijl de slagingspercentages van de opleidingsinstituten nauwelijks stijgen. ‘Amerika is in crisis’, zegt Christensen dan ook. ‘Werkgevers zeggen paradoxaal genoeg dat ze niet de goede mensen kunnen vinden, terwijl het land het grootste werkloosheidspercentage in een generatie kent. De concurrentie uit China en India dwingt ertoe dat we als land onze inwoners beter onderwijzen dan we nu doen.’

Onderwijs in crisis

Maar de instanties die voor dat betere onderwijs moeten zorgen, zitten zelf ook in een crisis, aldus de innovatiegoeroe. Ze hebben nu al geen geld, zijn te blank, en zijn beter in onderzoek dan in onderwijs. Volgens Christensen is het tijd voor een zogeheten ‘disruptive innovation’ in het onderwijs, een innovatie dus die de sector eenvoudiger bereikbaar maakt voor velen. Maar gelukkig ziet hij die ook al: online learning. Betaalbaar, eenvoudig, toegankelijk en met de potentie minstens even goed te zijn. In 2003 nam nog maar 10 procent van alle studenten minimaal 1 online course, in 2008 was dat al 25 procent, bijna 30 procent in 2009 en Christensen verwacht dat in 2014 al minstens 50 procent van alle studenten minstens 1 studieonderdeel per jaar online volgt.

Onderzoek en onderwijs loslaten

Dit betekent volgens Christensen ook dat de in zijn ogen kunstmatige combinatie van onderzoek en onderwijs moet worden losgelaten; de universiteiten van de toekomst zullen volgens hem hun prestige niet meer ontlenen aan de kwaliteit van het onderzoek, maar aan de kwaliteit van de studenten die er gestudeerd hebben; aan de kwaliteit van het onderwijs en van het leren. Online leren zal bovendien een enorme verandering in tijd met zich meebrengen: studenten kunnen voortaan zelf het tempo bepalen waarop ze leren en wanneer ze worden geëxamineerd.

> Christensens volledige rapport

Wie

Clayton Christensen (1952) is hoogleraar op Harvard Business School. Hij werd geboren in Salt Lake City, studeerde aan Brigham Young University, Oxford en Harvard, waar hij ook promoveerde. Hij werkte begin jaren ’80 in het Witte Huis, en was ook 8 jaar lang gemeenteraadslid in zijn woonplaats Belmont (MA). Begin jaren ’70 was de vader van 5 kinderen voor zijn kerk ook missionaris in Zuid-Korea, waaraan hij een vloeiende beheersing van het Koreaans heeft overgehouden.

Bekend van

De theorie van ‘disruptive innovation’, die hij voor het eerst beschreef in 1997 in zijn boek The Innovator’s Dilemma. Het boek werd een New York Times Bestseller, kreeg de Global Business Book Award voor het beste businessboek van het jaar en werd verkocht in meer dan 25 landen. De laatste jaren richt hij zich vooral op innovatie in zowel de gezondheidszorg als het onderwijs.

Theorie

Disruptive innovation beschrijft een proces waarbij een dienst of product ‘onderin’ de markt, met simpele applicaties begint, waarna het schijnbaar ongemerkt naar boven in de markt beweegt, waarbij het uiteindelijk de gevestigde orde opzijzet. Een ‘disruptive innovation’ geeft een heel nieuwe populatie toegang tot een techniek die voorheen was voorbehouden aan mensen met veel geld of met veel vaardigheden. Kenmerken van disruptive businesses, zeker in hun begindagen: kleine marges, kleine doelgroepen, simpele producten en diensten die aanvankelijk nog niet zo aantrekkelijk lijken als de bestaande producten. Volgens Christensen letten de meeste bedrijven te veel op innovaties die hun huidige positie beschermen, in plaats van goed te kijken naar wat het was waardoor ze historisch ooit succesvol zijn geworden. Dat opent als vanzelf de deur voor disruptive innovators, zegt hij. De mobiele telefoon, die in recordtempo de vaste lijn verdwong, is daarvan het meest pregnante voorbeeld.

Quote

‘Er zijn altijd overtuigende redenen om een risico niet te nemen. Maar als je alleen maar doet wat in het verleden heeft gewerkt, zul je op een dag wakker worden en merken dat je voorgoed bent ingehaald.’