Veertig jaar geleden redde Stanislav Petrov de wereld. Op 26 september 1983 om precies te zijn, als de Koude Oorlog in volle gang is. Petrov, een militair officier uit de Sovjet-Unie, is verantwoordelijk voor het waarschuwingssysteem voor nucleaire aanvallen.
Op die bewuste maandag krijgt hij een alarmsignaal binnen. In grote rode letters verschijnt het woord ‘launch’. Al snel komt het signaal dat een tweede raket is afgevuurd, gevolgd door een derde, een vierde en een vijfde. De tekst op het scherm verandert in ‘missile strike’.
Het lijkt er dus op dat de Amerikanen raketten afvuren op Rusland. Petrov dient snel te handelen. Maar iets vertelt hem dat het niet klopt. In een split second besluit hij om zijn leidinggevende te bellen en te zeggen dat het vals alarm is. Hij voorkomt daarmee dat de Russen een tegenaanval inzetten. Een ontzettend dapper besluit, want wat als de aanval wel echt is?
Later blijkt inderdaad dat de computer het bij het verkeerde eind had. Het systeem had de reflectie van de zon op de wolken aangezien voor raketten. Petrov had het dus goed ingeschat en voorkwam daarmee een wereldwijde kernoorlog.
Vertrouwen op intuïtie
Wat Petrov deed, was luisteren naar dat stemmetje in zijn hoofd dat zich afvroeg of dit wel écht een aanval was. Hij vertrouwde op zijn intuïtie, iets dat we vaak negeren. Ik wist het, zuchten we dan achteraf. ‘Het voelde eigenlijk al meteen niet goed.’
Uit onderzoek blijkt dat we betere keuzes maken als we ook naar onze intuïtie luisteren. Dan pik je er bijvoorbeeld eerder een slechte baas uit tijdens een sollicitatiegesprek of doorzie je sneller dat een nieuwsfeit eigenlijk helemaal niet waar is.
Lees ook: ‘In het bedrijfsleven rust taboe op gevoel. We kijken liever naar spreadsheets en dashboards’
Maar intuïtie is vrij ongrijpbaar. Giel Beelen probeert er in zijn podcast Kukuru al jaren meer over te weten te komen en vraagt steevast aan iedere gast of je intuïtie kunt trainen. De antwoorden lopen uiteen, maar twee zaken komen vaak terug: goed in contact staan met jezelf en openstaan voor de signalen die je lichaam je geeft zijn van cruciaal belang.
Wandelen wordt stappen tellen
Daar zit nou net het probleem, want door technologie raken we steeds verder verwijderd van ons gevoel. Tegenwoordig kijken we op een smartwatch om te checken of we wel goed hebben geslapen, in plaats van gewoon ons lijf te voelen. Mensen tellen vooral hun stappen zonder te genieten van de wandeling en op de sportschool is men meer bezig met de smartwatch dan dat men gewoon lekker aan het trainen is.
We laten ons leiden door de technologie, die helemaal geoptimaliseerd is op onze dierlijke instincten. Daardoor maken we onbewust keuzes die goed zijn voor de winst van een bedrijf, maar niet per se voor ons.
Een voorbeeld. Sinds McDonald’s de zelfbedieningskiosken heeft ingevoerd, zijn klanten meer maar ook anders gaan eten. Uit onderzoek blijkt dat dit vooral effect heeft op mannen. Zij bestellen nu veel vaker twee hamburgers voor zichzelf in plaats van gewoon eentje.
Minder sociale contacten
We hebben ook geen verveelmomentjes meer. Iedere seconde die we over hebben, worden we in onze mobieltjes gezogen om te kijken naar nietszeggende filmpjes die speciaal door AI voor jou zijn geselecteerd. Terwijl die momenten je juist creatiever maken en je stress verminderen.
Lees ook: Grappen maken of een geheim bewaren? 13 dingen die AI niet kan
Uit recent onderzoek door professoren David De Cremer en Joel Koopman blijkt dat medewerkers die veel artificiële intelligentie in hun dagelijkse werk gebruiken zich eenzamer voelen, meer drinken en slechter slapen dan medewerkers die dat niet doen.
Omdat AI ze helpt om efficiënter te werken en dus meer taken af te ronden, raken ze zo opgeslokt in hun werk, dat ze ook steeds minder sociale contacten met collega’s hebben. Met alle gevolgen van dien.
Character.ai, gespecialiseerd in AI-personages, heeft inmiddels tachtig miljoen gebruikers die dagelijks gemiddeld twee uur in gesprek zijn met fictieve personen als ‘mafia boyfriend’, ‘campfire girl’ en ‘school bully’. Dat is meer tijd dan dat ze fysiek doorbrengen met familie of vrienden.
Betere machines, beperktere mensen
En het lijkt er niet op dat deze trend zal gaan keren, integendeel. Sam Altman, ceo van OpenAI, verkondigde laatst nog: ‘Of we nu 500 miljoen, 5 miljard of 50 miljard dollar per jaar investeren, het maakt me niet uit. We maken AGI (artificial general intelligence), het gaat duur zijn en dat is het helemaal waard.’
Lees ook: Meer dan Musk en Altman: dit zijn tien AI-goeroes die iedereen zou moeten kennen
We leven in een wereld waarin machines analytischer zijn dan wij en steeds beter, contextueler en met meer begrip kunnen communiceren. Terwijl de mens zich meer en meer beperkt tot uitingen in de vorm van korte tweets, emoji’s, memes en stickers.
Zoals Will.i.am, zanger en investeerder, tijdens het World Economic Forum in Davos opmerkte: ‘Er is geen limiet in hoeveel geld er wordt gepompt in AI om machines slimmer te maken en als je dan kijkt naar wat er wordt geïnvesteerd in HI (human intelligence), is dat gewoon triest.’
Lees ook deze columns van Simone van Neerven:
- Wat heeft Taylor Swift met innovatie te maken? Meer dan je denkt
- Je staat voor een duivels dilemma. Houd je star vast aan je principes of laat je ze varen?
- Gebroken neus en kapot gebit: deze case van United Airlines laat zien hoe verstikkend regels kunnen zijn