Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Vrijgevochten startup-mekka Amsterdam ‘moet tweedeling voorkomen’

Geen stad in Nederland die zoveel startups en expats aantrekt als Amsterdam. De stad dreigt echter uit zijn voegen te barsten, waardoor de diversiteit aan bewoners het onderspit delft. 'Ben ik blij dat er straks alleen nog techies in de stad rondlopen? Nee.'

startups amsterdam robert vis messagebird
Foto: Jelmer Luimstra

Robert Vis is een geboren Amsterdammer, dat hoor je alleen al aan zijn Mokumse tongval. Zijn bedrijf voor zakelijke communicatiediensten MessageBird zetelt aan het Amsteldok, pal tegenover de wijk Watergraafsmeer waar hij opgroeide.

Vraag Vis echter niet hoe de stad hem heeft geholpen bij de groei van zijn miljardenbedrijf. ‘De gemeente vraagt ons nooit om onze mening. We worden wel door Macron uitgenodigd om te praten, maar niet door onze eigen gemeente. Die vindt nog steeds dat we schoppen tegen de maatschappij.’

Startup Hotspots
Dit is de achtste en laatste aflevering van de rubriek Startup Hotspots, waarin MT/Sprout de belangrijkste startup-regio’s van Nederland bezoekt. Alle edities zijn hier terug te lezen.

Kledingtechnisch schopt de 38-jarige Vis wel wat heilige huisjes omver. Hij mag dan volgens Quote de op een na rijkste Nederlander onder de 40 jaar zijn (geschat vermogen: 1,3 miljard euro), vandaag loopt hij in een trainingsbroek door zijn kantoor. No-nonsense, zoals dat gaat in de vrijgevochten hoofdstad van het land.

Startup-stad Amsterdam soms ‘individualistisch’

Ook al is Amsterdam echt zijn thuis, Vis vindt het er voor ondernemers soms wat individualistisch. ‘Ik zat twee jaar in Silicon Valley. Daar is het bij elke borrel ramvol met honderden mensen en staan er rijen mensen buiten. In Amsterdam niet. Als ik morgen een presentatie houd, komen er misschien dertig mensen opdagen.’

Welkom in Amsterdam, de stad die schippert tussen het mondiale grootheidsdenken en oer-Nederlandse nuchterheid. MessageBird is een van de ruim 5.300 start- en scaleups die de stad rijk is, blijkt uit Dealroom-gegevens. De hoofdstad van Nederland ligt daarmee mijlenver voor op de tweede startup-stad van het land, Rotterdam, die onderdak biedt aan nog geen 1.500 jonge, snelgroeiende bedrijven.

Populair onder expats

Techbedrijven genieten van het hoge aantal expats in de stad. In Amsterdam zouden liefst 180 nationaliteiten woonachtig zijn, waarmee het strijdt om de titel van meest diverse stad van de wereld. Bij Vis’ bedrijf MessageBird is dan ook een derde van het personeelsbestand buitenlands.

De voertaal op kantoor is Engels. Vis: ‘Als je in New York City bent en je hebt het over Rotterdam of Utrecht, dan hebben mensen er nog nooit van gehoord. Niets ten nadele van die steden, maar Amsterdam kennen ze wel.’ 

Robert Vis
Robert Vis van MessageBird: ‘De aantrekkingskracht van Amsterdam ligt hem in de diversiteit.’ 

De grote aantrekkingskracht van de stad heeft als negatief bijeffect de torenhoge woningprijzen, die de afgelopen tien jaar in Amsterdam sneller stegen dan in welke andere Nederlandse stad dan ook. Voor Vis’ medewerkers is dat voorlopig nog geen issue, zegt hij. ‘In de techwereld krijgen de mensen hartstikke goed betaald.’

Ben ik blij dat er straks alleen nog techies in de stad rondlopen? Nee.

Wel maakt hij zich als Amsterdammer zorgen over de groter wordende eenheidsworst qua stadspopulatie. ‘Niet iedereen kan deze stad nog betalen. Ben ik als Amsterdammer blij dat er straks alleen nog maar techies in de stad rondlopen? Nee. De aantrekkingskracht van Amsterdam ligt hem juist in de diversiteit.’

‘Tweedeling’ uitdaging voor de stad

Die zorgen deelt Johan van Mil van investeerder Peak. Hij buigt over een kop koffie in zijn kantoor in bedrijfsverzamelgebouw Capital C aan het Weesperplein, waar ooit een diamantbeurs gevestigd was. ‘In San Francisco is er sprake van enorme polarisatie tussen mensen die veel betaald krijgen bij techbedrijven en de rest. Die tweedeling zie ik als de grote uitdaging voor Amsterdam.’

‘Ik woonde tot zes jaar geleden in de binnenstad. Daar woonden kunstenaars naast startende ondernemers en mensen met veel geld. Het behoud van die gemêleerdheid, dat is belangrijk voor een stad.’

Zijn groep, die van de ondernemers, komt Van Mil gelukkig genoeg tegen in Amsterdam. ‘Als ik door Amsterdam fiets, zie ik ze overal. In de kroeg komt er geregeld een pitchende ondernemer op me af. En als ik mijn dochter sta aan te moedigen aan het hockeyveld spreek ik ze ook volop. Twee jaar geleden stond ik op een begrafenis, toen daar plotseling iemand een elevator pitch tegen me hield.’ Van Mil lacht erom. ‘Ach, ik kan dat wel waarderen.’

Johan van Mil
Peak-investeerder Johan van Mil: ‘Er heerst een bepaalde vibe in Amsterdam.’ 

Amsterdamse ‘vibe’

Het levert zijn investeringsconcern dan ook niet zelden kansen op. Peak financierde door de jaren heen menig Mokumse startup, waaronder studieplatform StuDocu (2015), ‘ov-kaart voor sportscholen’ Onefit (2016) en inkoopplatform voor thuiswerkers Workwize (2021).

Van Mil: ‘Toen we vijftien jaar geleden begonnen met Peak, discussieerden we geen moment over de vraag of we ons in Amsterdam moesten vestigen. En dat terwijl maar twee van onze oprichters in de stad woonden.’

Amsterdammers kijken vrijer naar de wereld, waardoor ze creatief denken

Van Mil: ‘Wij meenden dat je in Amsterdam de beste toegang hebt tot founders. Je vindt hier bovendien gemakkelijk advocaten en er heerst een bepaalde vibe in deze stad. Het is een vibe die ik niet voel in Den Bosch of Tilburg, steden waar ik eerder woonde. Mensen kijken vrijer naar de wereld, waardoor ze creatiever gaan denken. Daardoor gaan ze sneller ondernemen. Er wordt bovendien niet gelet op hoe je eruitziet.’

860 investeerders in Amsterdam

Zoals van Mil zijn er velen. Amsterdam telt ruim 860 investeerders, blijkt uit Dealroom-gegevens. Veel meer dan Rotterdam (130) of bijvoorbeeld Enschede (20). Die sterke concentratie aan investeerders in Amsterdam vindt Van Mil desalniettemin jammer.

Zijn bedrijf houdt daarom zogeheten ‘open office-uren’ in andere steden, zoals Rotterdam en Utrecht. Dan werkt een investeringsmanager daar een dagje vanuit een co-workingspace, om met lokale startups te spreken. Ontdek je nog eens wat nieuws, vindt Van Mil: ‘Het gebeurt echt niet allemáál in Amsterdam.’

Initiatieven breiden zich uit over de stad

Dat de stad zich door zijn aantrekkende werking financieel uit de markt aan het prijzen is, daar lijkt iedereen het wel over eens. Echter, om de Amsterdamse voetballer Johan Cruijff te citeren: ieder nadeel heb z’n voordeel. Door de torenhoge vastgoedprijzen in het centrum breiden initiatieven zich uit over de hele stad.

Dat merkt ook Oscar Raaijmaakers van hard selzer-startup Kugi. Hij woonde tot zijn twaalfde aan de Herengracht, pal in het centrum, om daarna met zijn ouders naar Amsterdam-Zuid te verhuizen.

Raaijmaakers: ‘Ik vind dat Amsterdam veel vetter is geworden. Toen ik opgroeide, voelde de stad een stuk kleiner. Je had het centrum en het Leidseplein, maar ik kwam bijvoorbeeld nooit in Oost of West. Doordat alles in het centrum duurder is, zijn mensen creatiever geworden. Ze denken: hoe kunnen we op andere plekken gemeenschappen creëren?’ 

Oscar Raaijmaakers
Kugi-ondernemer Oscar Raaijmaakers in zijn ‘opberghokachtig kantoortje’ in B Amsterdam.

Hard selzers in Nieuw-West

En zo kan het dat Raaijmaakers zich vandaag in de Amsterdamse buitenwijk Nieuw-West bevindt. Hier, in startup-pand B Amsterdam, houdt Kugi kantoor en bevindt zich hun grote opslagruimte van alcoholische drankjes. Het is er een vrolijke chaos van talloze pallets met dozen Kugi-flesjes. 

Dat product, hard selzers met smaaktoevoegingen van biologisch geteelde fruit- en kruidensoorten, daarvoor zitten ze goed in Amsterdam, denkt Raaijmakers. ‘Ons drankje is iets nieuws en in Amsterdam staan mensen daar vaak wel voor open.’

Doe je iets nieuws, dan staan Amsterdammers daar vaak wel voor open

Hij haalt zijn hand door zijn middellange, krullende haar. ‘Aan de lokale horeca konden we ons product hier vrij eenvoudig aanbieden. Ik denk dat je er op sommige plekken buiten de stad harder aan moet trekken. Wij vinden dat dit de toekomst is, maar elders zijn ze iets meer met traditionele dranken bezig, zoals cocktails en bier.’

Dat Raaijmaakers met zijn startup in Nieuw-West belandde, komt uiteindelijk door zijn vorige leven als, jawel, Zuidas-advocaat. Raaijmaakers was zijn vader gevolgd in het advocatenvak, maar verruilde dit zakelijke bestaan in 2020 voor de wondere wereld van de hard selzers.

Op een ondernemersfeestje in B Amsterdam kwam hij zijn oude collega aan de Zuidas Tessa Bakker tegen. Die was inmiddels directeur bij de kantoorformule. Of zij niet nog wat ruimte over had voor een ‘opberghokachtig kantoortje’, wilde Raaijmaakers weten. Daar hadden hij en zijn twee compagnons wel behoefte aan. Dat kon, en Raaijmaakers en co hokken nu op de begane grond, pal naast de vele padelbanen die B Amsterdam rijk is.

Kantoorpand ‘hokje na hokje’ opgebouwd

Op de tweede verdieping van datzelfde pand spreekt MT/Sprout directeur Tessa Bakker, een hip geklede dertiger met een wijde spijkerbroek en puntschoenen met een strak, goudkleurig randje. ‘Op deze verdieping zijn de oprichters in 2014 gestart’, vertelt ze enthousiast. Bakker wijst naar achteren, naar een paar houten muren. ‘Die eerste kantoortjes hebben ze zelf gebouwd, hokje na hokje.’

Ooit stond hier in Amsterdam Nieuw-West de typemachinefabriek van technologiebedrijf IBM. Het pand stond enige tijd leeg en eigenaar Bas van Veggel zocht een nieuwe bestemming voor het grote, vierkante gebouw. Samen met twee compagnons bedacht hij in 2014 B Amsterdam. Dat ‘B’ is in feite het woord ‘IBM’ zonder de ‘I’ en de ‘M’, legt Bakker uit.

Het is snel gegaan. B Amsterdam telt nu al drie panden, met zo’n 300 bedrijven, die werk bieden aan liefst 3.000 mensen. 80 procent van de bedrijven is startup of scaleup, vertelt Bakker.

Tessa Bakker
Tessa Bakker op het dakterras van B Amsterdam, waar een restaurant zetelt. ‘Wij hebben een buurtfunctie.’ 

Startup-pand met ‘buurtfunctie’

De meeste startupverzamelgebouwen, zoals Wework, Spaces en Tribes, vind je binnen de ring van Amsterdam. Dat B Amsterdam pioniert in een verder afgelegen wijk mag vanwege de IBM-link dan toeval heten, volgens Bakker is het ‘een goede keuze’ geweest. ‘We zijn een plaatsmaker voor de herontwikkeling van het hele gebied.’

Zo hoopt ze hier tegenover in 2025 een groot appartementencomplex neer te kunnen zetten, waar onder andere developers uit het buitenland kunnen wonen. ‘Ook hebben we een buurtfunctie. Wijkbewoners komen eten in het restaurant hierboven of padellen op de begane grond.’

Startup-dorp op Amsterdam Science Park

Ook niet onbelangrijk voor het groeipotentieel van Amsterdam: de stad telt ruim 120.000 studenten. Oftewel, 120.000 potentiële nieuwe medewerkers of ondernemers. Studeren en ondernemen, een plek waar dat samenkomt is Startup Village op het Amsterdam Science Park. Dit park in Amsterdam-Oost laat zich omschrijven als vintage kantoordorp, vol opgestapelde containers met houten binnenmuren.

Het is een zonnige dag, als huidig directeur Femmie Geradts MT/Sprout rondleidt over het ‘dorp’. Menig startup-ondernemer zit buiten te lunchen aan een bankje. Het terrein staat vol met plantenbakken- en rekken en een hondje loopt druk snuffelend over de dorpsstraat. 

Startup Village
Het vintage ogende kantoordorp Startup Village, vol opgestapelde containers en plantenbakken. 

Festival-achtige sfeer

Het geheel heeft iets festival-achtigs. Toch wordt hier met vrij serieuze technieken gewerkt. Het terrein huisvest momenteel zo’n 35 startups, die werken met kunstmatige intelligentie of quantumtechnologie.

Sommige zijn spin-offs van de nabijgelegen bètafaculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Voor een eerste investering kunnen ze aankloppen bij het in dit ‘dorp’ gevestigde studentenfonds ASIF Ventures en voor begeleiding bij ACE Incubator. Twee spin-offs zijn sinds de oprichting in 2016 al verkocht aan de Amerikaanse processorfabrikant Qualcomm. 

Co-working-initiatieven in de binnenstad mogen misschien iets luxer of centraler zijn, geeft Geradts toe, ‘wij brengen bètawetenschap, het bedrijfsleven en startups samen op één plek. Ze kunnen er meedoen aan evenementen en we kunnen ze koppelen aan corporate partners.’

Ook poogt Startup Village een betaalbare plek te bieden aan ondernemers, die de hoge huren in de stad niet altijd kunnen betalen. Toen tijdens de coronaperiode studenten en spin-offs massaal vanuit huis moesten werken was het hier vrij leeg, maar inmiddels zit Startup Village alweer op 90 procent van de bezetting.

Femmie Geradts startups amsterdam
Startup Village-directeur Femmie Geradts: ‘We brengen wetenschap en bedrijven samen.’

Businessmodel uit de grond stampen

Het – nog niet winstgevende – project kwam tot stand dankzij een lening van de investeringstak van de UvA. Wel hebben Geradts en haar team de opdracht zelf een degelijk businessmodel uit de grond te stampen. ‘Het gaat niet puur om geld verdienen, maar ook om startups een plek te geven binnen het ecosysteem’, zegt Geradts. 

Het ondernemersdorp mag de grond van de gemeente nog huren tot eind 2025. Dan wordt de balans opgemaakt: is het een succes, dan mag het Startup Village er blijven staan. Duimen voor het containerdorp, want het zijn dit soort projecten die, in de woorden van Peak-man Van Mil, de stad die ongrijpbare ‘vibe‘ van creativiteit geven.

Gemeente streng voor ondernemers

Om desalniettemin te voorkomen dat Amsterdam een groot startup-wildewesten wordt, is de gemeente dikwijls streng voor ondernemers. De stad kwam met striktere regels voor Airbnb-verhuurders, die tegenwoordig een vergunning nodig hebben en niet meer dan dertig nachten per jaar mogen verhuren.

Darkstores van flitsbezorgers moeten uitwijken naar bedrijventerreinen, er kwam een ban op nieuwe kaas- en nutellawinkels in het centrum en startup Barqo kreeg het aan de stok met de gemeente, omdat het bedrijf zonder vergunning in de verhuur van boten zou voorzien.

Als startup moet je ook opgevoed worden met het idee dat er regels zijn in een land

Toch opvallend: welke Amsterdamse ondernemer je hier ook over spreekt, allen lijken grotendeels achter het stringente beleid te staan. Zoals Geradts het verwoordt: ‘Een deel van de ondernemers in de stad verdient misschien geld met flitsbezorgingen, maar dit mag niet betekenen dat een overgroot deel van de bewoners hier overlast door ondervindt. Als startup moet je ook opgevoed worden met het idee dat er regels zijn in een land.’

Quinten Selhorst startups amsterdam

Felyx-oprichter Quinten Selhorst: ‘De gemeente is soms iets conservatiever dan we zouden willen.’

Beleid weinig experimenteel

Dat vindt ook Felyx-ondernemer Quinten Selhorst, die het beleid ‘rechtvaardig’ noemt. De in Almelo geboren oud-consultant houdt kantoor in een groot pand aan de Duivendrechtsevaart, op steenworp afstand van het hoofdkantoor van Picnic en – jazeker – de redactie van MT/Sprout. Zijn kantoor wordt opgesierd door meerdere e-scooters van Felyx. Het was deze stad waarin Selhorst en zijn compagnon Maarten Poot in 2017 met hun verhuurservice voor elektrische scooters begonnen. De gemeente was welwillend en inmiddels telt de stad 350 deelscooters van Felyx.

Wel zou de gemeente wat Selhorst betreft vaker mogen experimenteren. Zo had zijn bedrijf eens de optie om met een lokale ov-aanbieder een pilot te doen in een gebied met een tekort aan vervoersopties. Het ov was er verlieslatend en extra e-scooters toevoegen zou weleens een goed plan kunnen zijn, dachten de twee partijen.

‘Bij de toenmalige wethouder was er echter geen ruimte voor dit plan, omdat we al aan ons maximaal toegestane aantal voertuigen in de stad zaten’, zegt Selhorst, zittend achter een kop koffie in het bedrijfscafé. ‘Soms staat de gemeente iets conservatiever in de wedstrijd dan wij zouden willen zien.’

Beleidsmaker Egbert de Vries herinnert zich dat iets anders. ‘Ze hebben dit nooit heel bewust met ons besproken’, zegt de wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit en waarnemend wethouder van Economische Zaken, zittend in zijn kantoor in het Stadhuis aan het Waterlooplein. ‘Zo’n buurtgerichte pilot had wel gekund, denk ik. Ik heb ze zelfs weleens gevraagd of ze meer e-scooters in Nieuw-West wilden neerzetten. Dat komt dan toch niet van de grond. Ik snap het ergens wel. Je moet als bedrijf het gevoel hebben er meer klanten te kunnen krijgen en ook nog eens voor zorgen dat de scooters in het gebied blijven.’

Amsterdam wil ‘waarden verdedigen’

PvdA-wethouder De Vries is overigens de eerste om toe te geven dat de gemeente soms streng is voor ondernemers. ‘Het draait om de waarden die je wil verdedigen’, legt hij uit. ‘In een stad waarin iedereen alles tegelijk wil doen, volstaat zakendoen niet met een lief verzoekje. Het werkt alleen als je strenger bent.’

Een lief verzoekje volstaat niet in een levendige stad. Je moet streng zijn.

‘Flitsbezorgers en Airbnb vind ik al geen startups meer’, zegt De Vries. ‘Wij maken daar keuzes in. We zijn niet per se tegen flitsbezorgers, maar we willen dat het op onze manier gebeurt. Of neem die nutellawinkels. Prima als iemand een nutellawafel wil eten, maar we willen niet dat de hele winkelstraat vol komt te staan met dat type winkels. Door hier op te treden, scheppen we ook weer meer ruimte voor andere ondernemers.’

Ach ja, de gemeente als marktmeester. Zoals het eigenlijk ook hoort in een drukke metropool, waarin de grandeur soms verdrukt lijkt te worden door pijlsnelle maaltijdbezorgers en airbnb’ende toeristen met rolkoffers. Of, zoals De Vries het verwoordt: ‘We willen de leefbaarheid beschermen.’

Nog geen Amsterdamse ‘Graduate Entrepreneur’

Rotterdam heeft het 56 miljoen euro tellend Graduate Entrepreneur-fonds en in Eindhoven lanceerden onder meer Philips en ASML afgelopen maand een 100 miljoen euro bedragend techfonds. Amsterdam lanceerde afgelopen jaar het publieke ROM InWestfonds, ter waarde van 100 miljoen euro. De stad telt echter nog geen fonds in samenwerking met het bedrijfsleven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wethouder De Vries schrijft dat toe aan het internationale karakter van de stad. ‘In Eindhoven heerst er een cultuur van: je komt van de TU en voelt je Eindhovenaar en zodoende verbonden aan de regio. Amsterdam heeft meer een internationale gemeenschap. Ze vinden Amsterdam oké, hebben binding met de vrije waarden van de stad, maar zijn minder bereid iets voor de regio te doen. Daar zouden we als stad nog meer aan kunnen werken.’

Bijvoorbeeld door, zoals MessageBird-ondernemer Robert Vis suggereert, vaker met succesvolle techondernemers het gesprek aan te gaan? ‘Misschien hebben we elkaar inderdaad nog niet voldoende gevonden’, denkt de wethouder. ‘Laatst spraken we met Booking en VanMoof, maar dat soort gesprekken zouden we eigenlijk meer moeten voeren.’